JavaScript is required for this website to work.

Onder één (cowboy)hoedje met de buurvrouw

Michiel Leen15/5/2021Leestijd 2 minuten

‘Het bordeel aan het einde van de straat’ is trefzeker verteld, met onder de oppervlakte een schat aan literaire verwijzingen en knipogen.

Een excentriek gezin strijkt neer in een slaperig Limburgs provinciestadje. De protagonist in Joost van Driels derde roman raakt mateloos gefascineerd door het cowboygezin Opitz. Of toch vooral door de dochter des huizes. Het duurt niet lang of ook Johans vader wordt nieuwsgierig…

Coming of age

Bijna schoolvakantie in het fictieve Nederlands-Limburgse dorpje Brink. In de klas van de twaalfjarige Johan Vapeur doet een nieuw klasgenootje haar intrede: Sonia Opitz. Sonia’s raadselachtige, vroegwijze appeal is genoeg om Johan een instant ‘een jongen wordt man’-momentje te bezorgen. De bedeesde Johan raakt algauw in de ban van zijn nieuwe klasgenootje en haar exotische familie, wier leven een aaneenschakeling lijkt van exotische reizen en louche zaakjes. Vader Opitz doet in Stetson-cowboyhoeden en moeder, tja, die schijnt een dagtaak te hebben aan de mannen in Brink het hoofd op hol te brengen.

Ten huize Vapeur gaat het er minder excentriek aan toe. De schlemielige vader Henri is zijn wankele positie als pater familias kwijtgeraakt nadat hij het laboratorium waarin hij werkte liet ontploffen bij een vergezocht experiment. Het leven is Henri komen aanwaaien, en hij had ‘geen zin om moeilijk te doen.’ Dan is moeder Lot, een biologieleerkracht, een ander paar mouwen. Zij houdt het gezin stevig in het gelid. Fanatiek drilt ze haar man, Henri, en de zoons Johan en Marc in trainingen die het gezin de eerste prijs in de jaarlijkse gezinskoers moeten opleveren. De mensheid redden, de mens verheffen, daar is het moeder om te doen. De andere gezinsleden ondergaan de manie van moeder knarsetandend. ‘Hoed je voor leraren die niet van vakantie houden’, vat Johan het laconiek samen.

Schaduwkant

Nee, dan gaat Johan liever op pad met de familie Opitz. Van Driel beschrijft trefzeker welke aantrekkingskracht uitgaat van het outlawgezin van enkele huizen verderop, zeker voor het schuchtere zoontje van een gezin waarin de opgeschroefde deugd en normaalzucht steeds duidelijker hun onverdraagzame keerzijde laten zien. Het duurt niet lang of ook vader Vapeur spijbelt in het gezelschap van de familie Opitz, en dan vooral bij buurvrouw Marcella. Maar ook de rock ’n roll ten huize Opitz heeft een schaduwkant. Het staat in de sterren geschreven dat zoiets niet goed kan blijven gaan.

Surrealistische touch

Van Driel houdt de vaart erin: het hele verhaal neemt niet meer dan 175 trefzekere bladzijden in beslag. Het fictieve universum waarin de kleine Johan zijn turbulente coming of age beleeft, heeft een surrealistische touch die doet denken aan het betere werk van filmmaker Tim Burton. Het cowboyhoeden-exotisme kennen we dan weer van bij Vekeman ten tijde van Hotel Rozenstok.

Bij aanvang vraag je je nog af of zo’n verhaal je wel zal blijven boeien, want geef toe: ‘twaalfjarige jongen beleeft coming of age in gezelschap van mysterieus buurmeisje’ dat hebben we al eerder gehoord. Van Driel, neerlandicus van opleiding, gaat evenwel aan de slag met een vernuftig arsenaal aan vooruit- en terugverwijzingen, spiegeleffecten en referenties, die het kleurloze dorpje Brink verbinden met de Kapellekensbaan van Louis Paul Boon, en Wim van Est (‘Zeventig meter viel ik diep, mijn hart stond stil, maar mijn Pontiac liep’) met Icarus. Van Driel toont souplesse, weet zijn versnellingen en pauzes goed te kiezen, de plot dendert als een goed geolied mechaniekje naar een tragische finish. Waarbij de jonge Johan moet ontdekken dat, anders dan in de western, de goeden niet altijd winnen. Maar zijn eer als jonge cowboy is intact.

Michiel Leen (°1987) is zelfstandig journalist en redacteur voor verschillende publicaties, waaronder De Lage Landen, Deus Ex Machina, Verzin en verschillende vakbladen. Leen woont en werkt in Antwerpen.

Commentaren en reacties