JavaScript is required for this website to work.

Onzin in Transitieland

Karl Drabbe12/4/2020Leestijd 4 minuten
TitelTegen de onzin
AuteurSyp Wynia
UitgeverBlauwburgwal
ISBN9789461852601
Onze beoordeling
Aantal bladzijden279
Prijs€ 17.50
Koop dit boek

Nederland, ooit een baken van een liberale democratie, met burgers en politici die met beide voeten op de grond staan, en hun zaakjes op het droge hadden, bevindt zich volop in transitie. En dat gaat gepaard met het creëeren van heel veel onzin. Dat is zowat de centrale stelling van het nieuwe boek van de gevierde journalist-opiniemaker Syp Wynia.

Onzinland

Wynia was gedurende meer dan twee decennia medewerker van het centrumrechtse weekblad Elsevier. Vorig jaar ging hij op zijn eentje van start wet een opiniesite en wekelijkse nieuwsbrief: www.wyniasweek.nl. Zijn nieuwe boek Tegen de onzin is vooral een bundeling opinieteksten die hij daar eerder publiceerde. Ze geven een goede inkijk in de stand van Nederland, ooit gidsland, nu onzinland.

Gelezen met een Vlaamse/Belgische bril op, lijkt het met die onzin al bij al nog goed mee te vallen, in het Noorden. Uit de pan rijzende staatsschulden en verhoogde belastingen, klimaatreligie die tot groteske wetgeving leidt, christelijke feestdagen die de schop op moeten, identity politics, supranationale verdragen en activistische rechters en een partijpolitiek landschap waar de traditionele middenpartijen zowel het noorden kwijt zijn als hun kiezers. Het klinkt allemaal bekend in de oren.

Rutte

Niet zozeer de hoofdschuldige van al die ‘onzin’, maar toch kop van Jut in Wynia’s boek, is premier Mark Rutte. Die is nu al meer dan dertien jaar aan de macht. Hij begon hoopvol met wat wij een ‘donkerblauw’ liberaal programma zouden noemen, maar zakte ondertussen ‘grandioos door de mand’. Rutte en zijn partij VVD reden zich immers vast in door groen, links en de EU gedicteerde politieke correctheid. Met zo’n ‘liberale’ premier heb je dan ook geen GroenLinks-oppositie van Jesse Klaver meer nodig.

Ruttes beleid is de rode draad van Wynia’s korte en scherpe analyses, en doet de auteur luidop dromen van een ‘betrouwbare, liberale partij, die denkt en handelt als een liberale partij, campagne voert als een liberale partij en na de verkiezingen op zijn minst naar vermogen handelt in de lijn van wat er voor de verkiezingen is beloofd.’ Klinkt herkenbaar, en nochtans gaat het over de ‘rechts-liberale’ VVD, en niet over ‘onze’ Open Vld.

Klimaat

Vooral de klimaatwetten van RutteDrie — zoals Wynia het huidige kabinet noemt van christendemocraten, links- en rechts-liberalen en de sociaal-christelijke CU — zijn de auteur een doorn in het oog. Boeren moeten hun activiteiten met de helft inkorten (en komen massaal op straat). Nederland heeft zowat de meest intensieve gasinfrastructuur van de wereld, maar moet ‘van het gas af’ om CO2 te reduceren. Reden? Nederland wil de ‘meest voortvarende’ van de EU-klas zijn, en koos daartoe voor groteske maatregelen, waar niemand — en volgens Wynia al zeker niet buiten Amsterdam en de Randstad — op zit te wachten.

Integratie en identiteit

Even scherp is hij voor de identity politics die het jongste decennium de kop opstak. Waar minderheden hun rol opeisen in politiek én geschiedenis — volgens de officiële (!) geschiedschrijving waren Marokkanen betrokken bij de Bevrijding van Nederland in mei 1945, niets is minder waar — en onderwijsinstellingen ‘safe spaces’ inrichten. Waar een ‘schuldigheidscultuur’ plaats opeist in het geschiedenisonderwijs — er is immers niets fout aan de geschiedenis zoals die is, en dus blijft de Gouden Eeuw beter haar naam behouden.

In Wynia’s ogen is het evenzeer zinloos is om asielzoekers eerst te laten inburgeren door Nederlands te leren in plaats van hen meteen aan het werk te zetten in regio’s waar bedrijven op zoek zijn naar arbeidskrachten. En al even zinloos is het om christelijke feestdagen te verbannen of in te ruilen voor Amerikaanse feesten (Halloween) of islamitische hoogdagen (Suikerfeest).

Supranationaal

In Nederlandse rechtspraak gaan internationale verdragen voor op de eigen, Nederlandse grondwet en wetten. Ook daarin was Nederland gidsland. Maar daarvoor betaalt het land nu de prijs. Nederlands is per capita de grootste nettobetaler aan de EU, stelt Wynia. En toch stemden de Nederlanders tegen de Europese Grondwet, en tegen het Oekraïneakkoord. In een referendum, toen dat nog kon. Want RutteDrie trok daar — onder impuls van de ooit radicaal-democratische D66 — een streep door. Geen wonder dat een aanbodpartij als Forum voor Democratie van Thierry Baudet het er zo goed doet. Als academicus al roerde die laatste zich tegen het afstaan van soevereiniteit. Hij plukt er nu de electorale vruchten van.

Politiek eerst

Wynia pleit — tegen het klassieke polderen in, het laatste restant van de verzuiling — voor het primaat van de politiek. Ook iets dat wij in Vlaanderen kennen uit tijden toen de Open Vld nog een ‘partij van de Burger’ was. De auteur rekent scherp af met groeperingen zonder achterban die mee polderen, en veel subsidies krijgen. In zijn ogen zijn ze haast allen ‘links, antikapitalistisch, marxistisch’. En toch worden die mee in het beleidsbad getrokken. En bepalen ze de symboolpolitiek en de ‘utopische fantasieën’ van politici, die de auto’s uit de centrumsteden weren en zo de armen straffen. Of die de drugsmaffia laten begaan, en zo een onderklasse er het slachtoffer van maken en de lagere middenklasse verdrijft uit de steden.

Dat idee werkt hij verder uit in ongetwijfeld het sterkste essay van het boek, getiteld ‘De democratie is uit de gratie’. Die tekst leest als een verkort Burgermanifest, als een samenvatting van klassiek liberalisme.

Onzinland

Bij het lezen van het boek stelt zich de vraag of Wynia nu een klassiek-liberaal is, dan wel een conservatief. De VVD heeft in het verleden altijd op beide benen gedanst. En onder Frits Bolkestein klitten die twee stromingen samen als nooit tevoren. Maar vandaag is de klepel te ver in één richting geëvolueerd. De VVD is te links, te sociaal, omarmt de EU en de lobbycratie en heeft het overheidsbeslag (40%) en de belastingen doen toenemen. Vervang ‘VVD’ in die laatste zin door ‘Nederland’, en je weet waar Wynia staat. Nederland vandaag is een product van ‘voortgeschreden malligheid’, al zou je dat kunnen doortrekken naar heel het westen van de EU.

Een populist kan je Wynia zeker niet noemen. Al heeft hij zelf ernstige bedenkingen bij het gratuit gebruik van die term. Wie kritisch is voor migratie, klimaatpolitiek en het inruilen van feestdagen, is niet populistisch. Die gaat in tegen de ‘Haagse consensus’. Met als resultaat dat je eerst de mond wordt gesnoerd en vervolgens als ‘inferieur’ of populistisch wordt weggezet. Wynia is ervan overtuigd dat een grote meerderheid van Nederlanders tegen al dat soort onzin is, wat ook het succes van Thierry Baudets FvD verklaart. Híj maakt het verschil, waar het ‘partijkartel’ van de middenpartijen — dat in de Eerste Kamer zelfs geen meerderheid meer haalt — geen waarde meer hecht aan de stem van de kiezer.

Ook hier herkennen we de situatie met de Vlaamse/Belgische particratie. Wynia vergelijkt de situatie met een éénpartijstaat, waar de kiezer machteloos is. Stem je op middenpartijen, dan vergeten die na de verkiezingen hun beloftes. Stem je voor een ‘anderspartij’, dan wordt met die stem geen rekening gehouden. Als dat alles van Nederland een onzinland maakt, hoe moeten we dan ons Belgenland nog noemen?

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties