JavaScript is required for this website to work.

De opgestoken middenvinger van 1968

Karl Drabbe2/12/2017Leestijd 3 minuten
Titel1968
SubtitelBiografie van een mythisch jaar
AuteurKarel Michiels
UitgeverLanno
ISBN9789401444002
Onze beoordeling
Aantal bladzijden282
Prijs€ 19.99

1968 was een mythisch jaar. Een jaar dat tot verbeelding sprak. Niet voor niets was ‘verbeelding aan de macht’ een van de vele typische slogans die door studenten werden meegedragen in dit turbulente jaar. Vietnam-oorlog, de moord op Martin Luther King, studentenleider Rudi Dutschke en Bobby Kennedy, de door Sovjet-tanks onderdrukte Praagse Lente, de eerste terroristische aanslagen in Nederland en Duitsland, Monty Python, een gigantische overwinning van Général De Gaulle nadat Franse studenten in mei de kasseien van de straten opbraken, en niet zozeer op zoek naar het strand eronder. En in België? Dubbel vakantiegeld … en Leuven Vlaams.

Een citaat uit het recente boek van journalist Karel Michiels: ‘Drugs, seks, revolutie: de gemiddelde Vlaming heeft er zich altijd ver vandaan gehouden. Er was in België maar één politieke stroming die in 1968 een definitieve doorbraak kende, en daar hebben al die zure, nieuwburgerlijke criticasters hun carrière aan te danken: de Vlaamse beweging.’ (p. 46)

Kroniek van 1968

De twee grote helden van Michiels zijn Wilfried Martens en Pink Floyd, dat in dat jaar wel behoorlijk vaak optrad, niet het minst in België. Van maand tot maand biedt Michiels in deze Biografie van een mythisch jaar een overzicht op basis van zijn krantenlectuur en daaraan opgehangen herinneringen. Sport, (veel) muziek, mobiliteit (de explosie van het aantal personenauto’s – een verdubbeling sinds 1960 – en de files naar zee), ruimtevaart (Apollo X zag toen de achterkant van de maan), kunst (Hugo Claus veroordeeld voor naakt op het podium), politiek. Het komt allemaal in sneltreinvaart aan bod. Met de nodige tongue in cheek humor verbijt Michiels de teleurstellingen van wat een even mythische generatie van toen er maar van terecht bracht, al lees je dat eerder tussen de regels.

Als 1968 een revolutionair jaar was, dan was 1966 dat voor België zeker. Alleen, zo schrijft Michiels, in tegenstelling tot elders had de revolutie hier een ‘nationalistische inslag’. (Later in het boek leer je dat Michiels weinig op heeft met identiteit.) Het zogenaamde mandement van de bisschoppen zorgde voor een radicalisering van de middenklasse in Vlaanderen. Die werd als bij een slag van de bisschopsstaf Vlaamser – Volksunie en Vlaamse Volksbeweging groeiden als kool – en minder religieus. Daar en dan werd het startsein gegeven van een brede secularisering. Daar en dan werd het federale België ten grave gedragen. Al lijkt de feitelijke splitsing van de Leuvense universiteit in 1968 een meer voor de hand liggende kapstok.

Geen reflectie

Michiels’ boek heeft het voordeel van de opsomming van belangrijke feiten. Als was het een kroniek krijg je snel inkijk in wat een mythisch jaar leek. Maar ontdoe je die van commentaar, zou je andere jaartallen evenzeer mythisch kunnen noemen. De evaluatie en de reflectie ontbreekt immers in dit boek. Wát maakte dit jaar anders dan alle andere, wat is het Nachleben van dat jaar, hoe keken (kijken) generaties van toen en later daarop terug? Wat is het belang ervan geweest? De auteur schrijft: ‘De rebellenclub van 1968 heeft misschien niet de wereld veranderd maar wel de deur geopend voor nieuwe levensinzichten.’ Wat die zijn en hoe dat verliep, krijgen we helaas niet te lezen. Daarvoor is het louter factueel – het boek heeft ook geen andere pretenties – en dus krijgen we geen analyse van het belang van dat jaar. Nu een begrip als cultuurmarxisme ingang vond, waarbij 1968 geldt als het start- of doorbraakjaar daarvan, is het jammer dat deze ‘biografie’ bij het feitelijke blijft steken. Als dat doorbroken wordt is het immers louter door mijmeringen en herinneringen van een auteur die toch wel wat heimwee heeft naar zijn kindertijd, waar overigens niks mis mee is.

1968 is een lekker weglezende kroniek van een turbulent jaar, een ‘memorabel’ en ‘mythisch’ jaar, zoals de auteur stelt. Wát het jaar mythisch maakt, blijft een enigma. Ook al waarschuwt de eerste regel van het boek dat het geen objectief verslag is. Daarvoor is het uitkijken naar andere boeken die volgend jaar allicht zullen verschijnen.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties