Revolutie en nostalgie in De Munt
Een muzikale marathon door het werk van Verdi
Titel | Rivoluzione en Nostalgia |
---|---|
Regisseur | Krystian Lada |
Locatie | De Munt |
Speeldata | 22 maart tot 7 april |
Meer info |
De Brusselse Munt laat zich opnieuw van zijn beste kant zien met een gedurfd experiment: zestien opera’s voor de prijs van twee.
De Brusselse Munt laat zich opnieuw van zijn beste kant zien met een gedurfd experiment: zestien opera’s voor de prijs van twee. Gespreid over twee avonden bieden ‘Revoluzione’ en ‘Nostalgia’ een boeiende compilatie van de eerste opera’s van Verdi.
Giuseppe Verdi (1813-1901) was in zijn beginjaren bijzonder productief: hij schreef dertien opera’s in acht jaar tijd. Sommige daarvan, waaronder Ernani en Nabucco, maken nog altijd deel uit van het repertoire. Maar andere stukken worden zelden of nooit opgevoerd. Dat is jammer, want er zitten zeker pareltjes tussen.
Ovengerecht
Vandaar het idee van een revival van wat al in de achttiende eeuw bestond: de pasticcio’s (letterlijk: ‘een gevarieerd ovengerecht’). Dat waren muzikale mengelwerken, samengesteld uit werk van één of meerdere componisten. Van Vivaldi werden liefst 148 opera-aria’s verwerkt in 88 pasticcio’s. Rond het midden van de negentiende eeuw ging die bijzonder populaire vorm verloren, omdat in de romantische tijdsgeest het ‘creatieve genie’ heilig was en er aan een kunstwerk niet meer mocht worden getornd.
Maar kijk, alles komt terug. Sinds het einde van de vorige eeuw waagt men zich er weer aan om ‘gemengde’ opera’s op te voeren. De Munt paste die formule al twee keer met succes toe: in 2020 met de drie Da Ponte-opera’s van Mozart en vorig jaar met vier opera’s van Donizetti, over twee avonden gespreid in het verbluffende Bastarda.
Nu is het experiment nog groter: met capita selecta uit zestien opera’s van een grootmeester als Verdi een verhaal vertellen is geen gemakkelijke opdracht. Regisseur Krystian Lada, die lang als dramaturg in De Munt werkte, is op dit vlak niet aan zijn proefstuk toe. Voor de Deense opera schreef hij ‘The Mysteries of Desire’ waarin hij speelde met de muziek van Mozart en Wagner, maar ook met die van rocksterren als Cher en Queen.
Risorgimento
Samen met dirigent Carlo Goldstein ging Lada op zoek naar een rode draad in het vroege oeuvre van Verdi. Italië beleefde woelige jaren in het midden van de achttiende eeuw, toen met het Risorgimento een bevrijdingsstrijd begon te groeien tegen de buitenlandse bezetters. De meeslepende muziek van Verdi werd snel immens populair, temeer omdat de thema’s van de opera’s wel op maat gesneden leken van de opwellende patriottische gevoelens.
Verdi was de censuur te snel af door muzikale verhalen te vertellen die zich afspeelden in een ander land of in een ver verleden, maar de Italianen transponeerden die zonder moeite naar hun eigen land en tijd. Een beetje zoals ‘De Stomme van Portici’ ook naar het hart greep van de Belgische revolutionairen in 1830.
Lada heeft goed begrepen hoe Verdi zijn opera’s structureerde: grote verhalen waarin menselijke sentimenten verwerkt zijn. Zo creëerde Lada met de vroege opera’s van Verdi een verhaal van jonge mensen tijdens de woelige Parijse meimaand van het jaar 1968. Veertig jaar later denken ze met ‘nostalgie’ terug aan hun ‘revolutionaire’ jaren. Laura, het hoofdpersonage, zal zich ontgoocheld van de geweldloze actie afkeren en omkomen bij een bomaanslag. Dat is bijzonder actueel en maakt zo een hedendaagse interpretatie van het kader van mei ’68 mogelijk tegen Verdi’s negentiende-eeuwse achtergrond.
Parijs 1968
Vooral in het eerste uur van ‘Revoluzione’ slaagt Lada in zijn opzet, ook door de geslaagde inbreng van videobeelden van het Parijs van 1968 en gefilmde ‘interviews’ met de protagonisten. De muzikale stukken lopen perfect in elkaar over. Op geen enkel moment lijken ze haaks op elkaar te staan. Dat is natuurlijk niet verwonderlijk met het werk van Verdi, de uitmuntende vertolkingen en het meeslepende koor dat de hele voorstelling draagt.
Alleen jammer dat dit geen ‘work in progress’ is waaraan nog gesleuteld kan worden. Want hierin schuilt misschien de grote moeilijkheid om een waar meesterwerk te puren uit zestien opera’s. Het ware genie van een componist uit zich niet alleen in de kwaliteit van zijn muziek maar ook in de juiste timing. Daar lijdt vooral het eerste deel van ‘Revoluzione’ onder. Dat is met zijn meer dan twee uur een half uur te lang. Hoe goed de onderscheiden delen ook zijn, een meester toont zich ook in de beperking. Net zo is het decor na de lange pauze te overweldigend: een ronddraaiende revolutionaire barricade met een omgekeerde auto geeft te weinig plaats aan zangers en koor.
Flashback
In ‘Nostalgia’, de tweede avond, vinden de drie mannelijke protagonisten elkaar veertig jaar later terug in een trendy kunstgalerij, waar de barricade als kunstwerk prijkt. De mise-en-scène is hier ingetogen, passend bij retrouvailles en herinneringen aan vervlogen tijden. Minder spectaculair dan het eerste deel, maar indrukwekkend door zijn soberheid.
Je zou net zo goed eerst dit deel kunnen zien en dan gaan kijken naar ‘Revoluzione’, als een flashback. ‘Nostalgia’ sluit af met het overbekende ‘Va, Pensiero’, het meesterwerk voor koor uit Nabucco dat niemand onbewogen liet. Het Muntorkest met dirigent Carlo Goldstein verdient samen met de koristen de hemel te worden ingeprezen voor deze verbluffend mooie marathon door het werk van de jonge Verdi. Alle zangers staan op een zeldzaam hoog niveau maar de prestatie van de Georgische sopraan Nino Machidze als Laura is buitenaards en onvergetelijk.
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Walter Grootaers kijkt terug op leven en carrière met De Kreuners, die het Nederlands introduceerden in de rock-‘n-roll in Vlaanderen.