JavaScript is required for this website to work.

Seksueel misbruik in de kerk, de kennis en de doofpot

Pieter Bauwens24/5/2020Leestijd 3 minuten

Terwijl de kerkelijke overheid deed alsof ze van niets wist, bouwde priester Rik Devillé een archief getuigenissen op over seksueel misbruik

Het instituut katholieke kerk blijft achtervolgd worden door seksueel misbruik. Zelfs na grote schandalen zoals in Vlaanderen met de Brugse bisschop Vangheluwe, of in de VS of Ierland, blijft het doorgaan. Priester Rik Devillé vecht er al meer dan dertig jaar tegen. Hij is verketterd, maar heeft toch gelijk gekregen. Zijn verhaal en dat van honderd anderen staat nu in een boek: In naam van de Vader.

Wakker

Ik weet nog precies wanneer ik het laatst wakker lag van een boek. Stilte van Shusaku Endo, over de christenvervolging in Japan. En daarvoor Brief aan de paus van Mark Vangheluwe, u weet wel, de neef van. Boeken die diep in het vel sneden.

Ik heb opnieuw wakker gelegen van een boek. Het achtervolgde me in mijn dromen. Deze keer was In naam van de Vader de schuldige. Het boek begint met een honderdtal getuigenissen over seksueel misbruik in de kerk. Schrijnend en zeer pijnlijk.

Seksueel misbruik in de kerk

Laatst viel een van de spirituele uithangborden van eind vorige eeuw van zijn voetstuk. Jean Vanier, de Canadese oprichter van de Arkgemeenschap en geestelijke gids voor menig katholiek en christen in de wereld, wordt beschuldigd van seksueel misbruik. Een zoveelste bewijs van hoe diep het probleem in de kerk zit. Ook Vaniers mentor, een Canadese dominicaan, is veroordeeld voor seksueel misbruik.

Het is pijnlijk dat iemand die getuigde van zo’n diepe spirituele bevlogenheid, ook zijn duistere kant had. Keer op keer worden de kerk en de gelovigen met de neus op de feiten gedrukt. Vluchten kan niet meer.

Kerkelijk zwijgen

Maar hoe kon dat seksueel misbruik zo lang onder de waterlijn blijven? Door een kerk-eigen-mechanisme. ‘Slachtoffers waren taboe… in een kerk waar alles volgens geheimgehouden regeltjes richting doofpot verloopt.’ ‘Laten wij het onder elkaar oplossen. Laat ons zwijgen. Laten wij het stilhouden’ (p. 291).

De kerk mocht niet in opspraak gebracht worden. Het instituut en de positie van de priesters was belangrijker dan het trieste lot van de slachtoffers. Bisschoppen kregen felicitaties uit Rome omdat ze een priester die beschuldigd werd, niet aangaven bij de politie.

Al die tijd wist priester Rik Devillé hoe erg het was. Al sinds de jaren 1990 ijvert hij, samen met de vzw Mensenrechten in de kerk, voor erkenning van de slachtoffers en bestraffing van de daders. Met alle gevolgen vandien.

Verketterd

Devillé werd en wordt gezien als een ‘enfant terrible van de kerk. Hij werd ook jaren zo afgeschilderd in de media door trouwe kerkwoordvoerders zoals Marc Van de Voorde, oud-woordvoerder van het bisdom Brugge, oud-hoofdredacteur van Kerk en Leven, en heel aanwezig in de media als opiniemaker. De framing van Devillé vanuit de hogere kerkelijke overheden en hun medewerkers werd, zeker in het begin, vaak quasi naadloos overgenomen door de media.

Devillé komt er in het boek op terug. Hij schetst zijn hele strijd voor erkenning van de slachtoffers in de kerk. Devillé is weggejaagd, weggehoond, belachelijk gemaakt… alle truken uit het boekje werden gebruikt. Dankzij goede documentatie kan Devillé dat in In naam van de Vader allemaal staven met citaten. Het hele lange verhaal laat de keerpunten zien. Het verhaal van de omgang met seksueel misbruik in de kerk in Vlaanderen. Zeer pijnlijk.

Devillé de ijveraar

Ik moet toegeven dat ik ook altijd met enig argwaan naar deze ‘ijveraar’ keek. ‘Was dat allemaal echt nodig,’ vroeg ik me bij optredens van Devillé wel eens af. Dat heb je met ijveraars. Ze kennen geen mate. Maar als je in dit boek ontdekt wat Devillé allemaal al jaren wist, dan begrijp je het. Hij bleef verrassend kalm met die kennis.

Het doet ook die ene onvermijdelijke vraag stellen. Wat wisten ze aan de top van de kerk? Ik weiger te geloven dat een priester als Rik Devillé al die getuigenissen kon verzamelen, maar dat de kerkelijke hiërarchie van niets wist. Ik heb dat ooit misschien geloofd, maar daarvan ben ik al een tijd genezen.

Ze wisten het!

Ze wisten het. Dat kan niet anders. Ze wisten het, maar beschermden krampachtig het instituut. Daarmee hebben ze op de lange termijn de geloofwaardigheid van de kerk serieus ondermijnd. Hoe kan je vandaag nog geloofwaardig zijn als kerk als dit allemaal in de doofpot werd gestoken? Hoe kan je vandaag op een geloofwaardige manier de Blijde Boodschap verkondigen als je als instituut de meest elementaire reflex niét had, namelijk om het op te nemen voor de zwaksten? Terwijl dat net is wat Jezus vraagt in het evangelie.

Het is zoals met Jean Vanier. Hoe kan je vandaag het waardevolle van het werk van die man zien, zonder ooit aan zijn negatieve kant te denken? Hij was een en dezelfde persoon. Zo is het ook met de kerk. Dat is de uitdaging voor de kerk in de komende tijd. De uitdaging van een nieuwe generatie om de fouten van een vorige generatie recht te zetten. Zeer pijnlijk.

De heiligverklaring van Johannes Paulus II is in dat verhaal waarschijnlijk het toppunt. De man die eindverantwoordelijk was, de man waarvan we weten dat hij en zijn entourage bewust zaken in de doofpot staken — zoals met Marcial Maciël, de oprichter van de legionairs van christus.

De verleidingen van de duivel

De analyse van wat er misgaat met de kerk als organisatie is niet nieuw. Dostojewski schreef die al op in zijn ‘gesprek tussen de Grootinquisiteur en Christus’ in het boek De gebroeders Karamazov. Daarin legt Dostojewski uit hoe de kerk wél is ingegaan op de drie verzoekingen die de duivel deed aan Christus in de woestijn (vb. in Lc. 4,1-13). De kerk is wél ingegaan op de verzoeking om zich over te geven aan aardse rijkdom, aan geloof op basis van ontzag en angst in plaats van liefde en vrijheid, en tenslotte aan wereldlijke macht.

In Naam Van de Vader is geen vrijblijvend boek. Het is een aanklacht. Een aanklacht met feiten. Meer feiten dan mijn gemoed aankan. Je vraagt je af wie daarmee kan leven. Dat maakt het zeer pijnlijk.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties