Spoken in de Munt
Titel | The Turn of the Screw (Benjamin Britten) |
---|---|
Regisseur | Andrea Breth |
Gezelschap | De Munt / La Monnaie |
Locatie | Streaming www.demunt.be |
Speeldata | Tot 6 mei 2021 |
Meer info |
‘The Turn of the Screw’ is door zijn beperkte cast en orkest een uitstekende keuze in coronatijden. Een beklemmende opera. Nu via streaming.
In deze barre tijd van draconische beperkingen door het woekerend virus hebben alle cultuurhuizen het moeilijk. Ook al kunnen ze nu onder strenge voorwaarden voor een beetje publiek spelen, zoals vroeger is het nog altijd niet. Normale producties zijn gezien de omvang en de interacties nog steeds onmogelijk. Nog meer dan voor theater geldt dat voor de opera. De Brusselse Munt probeerde hier in streamings een creatieve mouw aan te passen en dat lukte meer dan behoorlijk, maar het bleef natuurlijk behelpen, gewoon omdat kleinschaligheid en verplichte afstand niet samengaan met het wezen van de opera.
Intelligente keuze
Daarom is de keuze van de nieuwe Muntproductie The Turn of the Screw intelligent. Dat werk van de Engelse componist Benjamin Britten uit 1954 is uiterst geschikt om nu op te voeren, door de beperkte cast van zeven zangers zonder koor en het kleine orkest van een tiental muzikanten. En misschien ook omwille van de beklemmende sfeer die het werk uitademt. Want de opera is gebaseerd op een ‘ghost-story’ van de negentiende-eeuwse schrijver Henry James.
Het verhaal gaat over een gouvernante die terecht komt in een landhuis waar ze zich over twee jonge kinderen moet ontfermen. Maar snel duiken twee kwaadaardige spoken op, Quint en Miss Jessel die vroeger voor de familie werkten en gestorven zijn. Schijnbaar deden ze met elkaar en de kinderen onfrisse dingen. Maar misschien zijn die spoken er helemaal niet en bestaan ze enkel in de ziekelijke verbeelding van de gouvernante. Dat is het fascinerende uitgangspunt van deze opera.
Subjectief kwaad
Britten suggereert vragen die we ons niet graag stellen, bijvoorbeeld hoe het kwaadaardige subjectief is en iedereen het anders aanvoelt. Wat voor de ene kan, is moreel onverantwoord voor de andere. Het mannelijke spook Quint wordt niet afgeschilderd als een vervaarlijke demon, maar geeft ons eerder het onaangename gevoel dat zo iemand wel degelijk een naïef kind kan misleiden en verleiden.
Librettiste Myfanwy Piper herinnerde zich haar kinderlijke fascinatie voor de geluiden die ze volwassenen hoorde maken van uit haar bed, als de kandelaar uitgeblazen was. Ze schreef deze zin om die sfeer te beschrijven: ‘Ik ben het geheime leven dat zich roert als de kaars is uitgegaan’. Piper vertaalde dat onbehagen als kwetsbaarheid van de onschuld. Bij poëet Yeats vond ze de zin die Britten als de samenvatting van The Turn of the Screw zou zien: de ceremonie van de verdronken onschuld.
Homoseksualiteit
Britten wist alles van verdoken gevoelens, want in het Engeland van de vijftiger jaren kon hij zijn homoseksualiteit niet openlijk beleven omdat dit bij wet verboden was. Dat leidde bij Britten tot een fascinatie voor wat niet uitgesproken wordt. Deze en twee andere opera’s van Britten (Billy Budd en Peter Grimes) drijven eerder op suggesties dan op duidelijke verwijzingen. Als de jonge Miles in The Turn of the Screw Latijnse woordjes declameert dan lijken die slechts op het eerste zicht onschuldig, maar kunnen ze net zo goed geïnterpreteerd worden als fallische schunnigheden.
Spookhuis
Britten hield van de manier waarop auteur James de lezer in het ongewisse liet en geen verklaring gaf voor wat er misloopt in het mooie landhuis. Het kan gezien worden als een verhaal van de strijd tussen goed en kwaad, maar net zo goed als de moeilijkheid om de realiteit te vatten. Iedereen, ook wie niet goed is in zijn hoofd, heeft een kijk op de werkelijkheid. Regisseuse Andrea Breth noemt het huis een labyrint waarin iedereen verloren loopt en zijn zekerheden verliest.
Britten draait de schroef van de spanning behoorlijk aan en maakt van zijn opera zowat de enige echte thriller uit het repertoire. Hij hoedde zich ook voor een voorspelbare structuur in drie bedrijven en koos voor twee keer acht scènes die in elkaar overlopen langs muzikale interludes. Volgens dirigent Ben Glassberg is de taal van de partituur zo uitgesproken en duidelijk dat een andere interpretatie moeilijk is. Het is een muzikale stroom die ons doorheen de scenes naar een vreselijk einde leidt.
The Turn of the Screw laat niemand onbewogen. Britten vroeg aan zijn librettiste om geen literaire taal te schrijven. ‘Kleur je taal niet, dat doe ik wel met mijn muziek’ zei hij. En net die combinatie van weinig maar goed gekozen woorden met spaarzame maar enkel efficiënte muzikale accenten maakt deze opera tot een adembenemende ervaring.
Spoken of problemen in het hoofd?
Andrea Breth legt in haar regie perfect het mysterie van het werk van Britten bloot. The Turn of the Screw is een raadsel, je kan er niets aan vastknopen, het is als een puzzel’ zei ze in een interview. Dat levert een indrukwekkende, beklemmende voorstelling op.
Breth legt de dubbelzinnigheid van het verhaal van in de eerste scène bloot: door extra mysterieuze personages op te voeren legt ze meteen het bovennatuurlijke bloot, of zien we wat de gouvernante met psychische problemen zich inbeeldt? Breth draait de schroef meteen aan en laat de kijker geen respijt. De kinderen lijken bezeten door de malafide geesten van Quint (Julian Hubbard) en Miss Jessel (Giselle Allen), die elkaar aangrijpend verwijten naar het hoofd slingeren in een ijselijk duet. Sally Matthews overtuigt als de naamloze gouvernante, die zo een universele betekenis krijgt en maakt haar dubbel gelaagd personage geloofwaardig. Maar vooral in het eerste bedrijf is Caroline Wilson als de oudere Mrs. Grose indrukwekkend door haar ontroerende naïviteit.
De decors van Raimond Orfeo Voight versterken de onbehaaglijke sfeer: tegenover uitvergrote kasten lijken de zangers klein, en worden ze zo perfide dwergen die de onschuldige wereld van de kinderen perverteren. De jonge Henri De Beaufort en Katharina Bierweiler geven aan Miles en Flora een bij momenten ondraaglijke dubbelzinnigheid van onschuld en perversiteit mee. De opera duurt geen twee uur, maar het duurt minstens even lang voor je hem uit je lijf krijgt…
De streaming van The Turn of the Screw is nog te bekijken tot 6 mei op www.demunt.be.
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Het federale Beliris-fonds, bestemd voor de uitstraling van Brussel, wordt systematisch misbruikt door de bevoegde minister Karine Lalieux (PS).