Stokoude bomen vertellen onze geschiedenis
Titel | Wat bomen ons vertellen |
---|---|
Subtitel | Een geschiedenis van de wereld in jaarringen |
Auteur | Valerie Trouet |
Uitgever | Lannoo |
ISBN | 9789401466752 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 296 |
Prijs | € 22.99 |
Koop dit boek |
Valerie Trouet wint de Jan Wolkers Prijs 2020 met haar boek over wat bomen ons leren kunnen over ons verleden. Herlees hier de recensie.
Op zondag 18 oktober werd aangekondigd dat Valerie Trouet de Jan Wolkers Prijs 2020 wint. Herlees hier de recensie.
Droogte teistert Europa. In 119 jaar was het in Vlaanderen nooit droger dan nu, zegt ecoloog Jelle Van den Berghe dit weekend in De Standaard. In Tsjechië houdt men het hart vast. Men vreest er een heruitgave van de droogte van 1540, leert hetzelfde artikel. Rivierkeien met het opschrift ‘als je mij ziet, ween dan’ waarschuwen mensen dat er harde tijden komen. Die Hungersteine waren voor het eerst sinds lang terug te zien op de rivierbedding van de Elbe; de oudst gekende datering is van 1417.
‘Hoe ernstig’ de huidige ‘droogteperioden ook lijken, ze verbleken bij de megadroogten in de middeleeuwen.’ Toen duurden droogteperiodes niet alleen tot wel 50 jaar of meer. ‘Ze waren ook heviger en wijder verbreid dan de ergste droogteperiode van de 20ste en de 21ste eeuw.’ De Vlaamse dendrochronologe Valerie Trouet noemt het ‘verontrustend’ dat de ‘middeleeuwse megadroogten binnen de natuurlijke variabiliteit van het klimaatsysteem vielen.’
Klimaatgeschiedenis
Wie enigszins vertrouwd is met klimaatgeschiedenis, verbaast dit niet. Extreme klimaatfenomenen, zoals we die vandaag nogal hijgerig beschreven zien in de media, zijn van alle tijden. In het nieuwe boek van Valerie Trouet staan er enkele beschreven. Het succes van piraterij, de ondergang van het Romeinse Rijk, zowel de bloei als de ondergang van Dzjengis Khan, de Germaanse Volksverhuizingen, de Viking-kolonisering van IJsland-Groenland-Canada (en het verlaten van die twee laatste), de overgang van sedentaire naar pastorale Indiaanse pueblocultuur, het verdwijnen van de Mayacultuur en de Khmerbeschaving, die grote tempelcomplexen nalieten, maar weinig meer…
Het zijn er maar enkele die Trouet beschrijft in Wat bomen ons vertellen. Het boek biedt immers geen exhaustieve klimaatgeschiedenis. Trouet toont met voorbeelden hoe klimaatgeschiedenis en dus ‘mensengeschiedenis’ kan geschreven worden aan de hand van de jaarringen van bomen.
‘Jaarringen hebben ons geleerd hoe klimaatveranderingen vroegere samenlevingen hebben beïnvloed,’ schrijft ze. ‘Hoe bij de ondergang van oudere samenlevingen klimaatverandering vaak een factor in de maatschappij en leefomgeving was die de desintegratie voorspelde; hoe uiteindelijk de weerbaarheid van een samenleving, die geworteld is in haar inventitviteit en aanpassingsvermogen, bepaalt of ongunstige omstandigheden leiden tot een tijdelijke achteruitgang of tot een totale vernietiging.’ Aan die conclusie hangt de auteur ook regelmatig haar bekommernis dat we met de kennis van het verleden moeten optreden nu in het antropoceen de impact van de mens op het klimaat ontegensprekelijk is. ‘De verhalen die de jaarringen ons vertellen kunnen ons ook inspireren inventieve manieren te bedenken om de ernstigste gevolgen ervan te verzachten en te beïnvloeden,’ luidt het. Of de mens überhaupt leert uit het verleden, laat staan er lessen uit trekt, laat ik in het midden.
Determinisme
De laatste jaren worden we overspoeld door eenzijdige of liever eendimensionale, vlot leesbare en erg toegankelijke werken die geschiedenis terugbrengen tot één actor. Muggen (Mosquito van Timothy C. Winegard), virussen (De akkers van Pandora van Spencer Wells), oorlog (Verwoesting & vooruitgang van Ian Morris), geologische omstandigheden (Oorsprong van Lewis Dartnell) en nu dus klimaats- en weersomstandigheden (Valerie Trouet met Wat bomen ons vertellen). Veel van die elementen komen gecombineerd terug bij Jared Diamond (in Ondergang en Paarden, zwaarden en ziektekiemen).
Al deze — en zoveel meer — werken drukken ons met het oog op het feit dat menselijke geschiedenis afhankelijk is van tal van omgevingsfactoren. Mensen proberen al sinds de laatste IJstijd en het ontstaan van de landbouwsamenleving grip te krijgen op die omgeving en proberen die naar hun hand te zetten. Maar de mens is veel meer speelbal van die omstandigheden dan meester. Waardoor heel wat feiten uit het verleden ook maar begrepen kunnen worden door die omstandigheden te begrijpen, wat onder meer in de genoemde boeken gebeurt.
Veel van die auteurs leggen echter de klemtoon te veel om die omstandigheden. Alsof de mens enkel speelbal is van niet-menselijke factoren. Politiek, cultuur, filosofie, religie, wetenschap… Allen werden geïmporteerd door milieu en tijd, dat spreekt voor zich. Maar het leidt te vaak tot een determinisme. En net dat ondergraaft de voorwaarden voor het antropoceen. (Het antropoceen is het huidige geologische tijdvak, waarin de impact van de mens op het milieu groter zou zijn dan omgekeerd.) Los daarvan, en ere wie ere toekomt: Valerie Trouet trapt niet in de val.
Veerkracht
Als dendrochronologe werpt zij haar kennis over bomen en jaarringen in de strijd om historische feiten en patronen te herkennen en te begrijpen. Maar ze erkent, op meerdere momenten in Wat bomen ons vertellen, dat klimaat niet alles is. Menselijke geschiedenis en milieugeschiedenis gaan hand in hand, maar er is meer tussen hemel en aarde… Trouet nuanceert in haar boek vaker dat klimaatveranderingen niet voldoende verklaren. Disrupties in maatschappelijke structuren worden ‘door veel factoren bepaald, waarvan de kwetsbaarheid, de veerkracht en het aanpassingsvermogen van een samenleving de belangrijkste zijn.’
Boomringen liegen niet
In Wat bomen ons vertellen toont Trouet aan wat jaarringen ons kunnen vertellen. De breedte van jaarringen in (stok)oude bomen in diverse klimatologische regio’s over de hele wereld, helpen klimaatschommelingen in het verleden te verklaren. Projecteer je die klimaatschommelingen op onze kennis van de menselijke geschiedenis, dan kan je ook verklaringen voor feiten en fenomenen achterhalen. Dendrochronologie is uitgewerkt aan de hand van een dicht netwerk van chronologieën van verschillende regio’s op aarde, wat helpt onze geschiedenis steeds beter te begrijpen. De jaarringarchieven die over de hele planeet verzameld zijn, geven ons immers inzichten over de impact van zonnevlekken, insectenplagen, lange natte of droge periodes, grote bosbranden, de helling van de aarde, vulkaanuitbarstingen…
We kunnen de geschiedenis van de (moderne) mens immers niet enkel begrijpen of reconstrueren uit enkel geschreven bronnen. Het klimaatarchief dat door mensen is bijgehouden, gaat terug tot een moment dat de mens al behoorlijk wat impact had op het milieu. Voor al wat ouder is dan pakweg de 17de eeuw, moet je dus terugvallen op andere bronnen. Bomen — levend, dood als ‘verwerkt’ in houten voorwerpen — spelen hierin een ontzettend belangrijke rol, zo leren we van Valerie Trouet. De breedte van de jaarringen koppelen aan door mensen aangelegd klimaatarchief of aan meteorologische kennis (straalstroom, oceaanstromen, El Niño of La Niña) of vulkanologie (met haar historiek van vulkaanuitbarstingen) leert ons zoveel meer over het verleden.
Context
Jammer is het wel — ik schreef het eerder al —dat in de Vlaamse opleidingen geschiedenis, dit soort inzichten amper tot niet aan bod komen. Klimaat, biologie (genetica!), geologie… Ze staan niet in het curriculum van de toekomstige historici, die daardoor evenzeer een eenzijdige kijk krijgen op het verleden. Een boek als Wat bomen vertellen verplichte lectuur maken in een eerste bachelor zou daartoe heel wat helpen.
Dat dit boek bijzonder vlot geschreven is en ook persoonlijke anekdotes van de auteur-als-wetenschapper brengt, is een enorme surplus. Het geeft ons een inkijk in de wetenschap van de dendrochronologie en de samenwerking als ‘hulpwetenschap’ met andere takken van de geschiedenis. Het helpt u ook om eerder anekdotische, populaire historische boeken in een ander daglicht te plaatsen. Bijvoorbeeld De Bourgondiërs van Bart Van Loo of De zonnekoning van Johan Op De Beeck. Het klimaat is misschien niet alles, maar context is dat wel!
Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.
Naar goede traditie vindt vandaag voor de tiende keer een grote manifestatie voor meer autonomie plaats in Catalonië. Wat zal de impact zijn?