Stonehenge: het mysterie (ietsje meer) ontrafeld
De prachtige tentoonstelling in Tongeren ‘Stonehenge: voorbij het mysterie’ staat jammer genoeg niet stil bij één punt. We zullen Stonehenge nooit begrijpen.
Stonehenge. De stenencirkel op de vlakte van Salisbury, in centraal Zuid-Engeland (‘Wessex’) spreekt al duizenden jaren tot de verbeelding. Het machtige bouwwerk werd aangevat toen er in Egypte nog niemand aan dacht om piramiden te bouwen. Hoe het gebouwd werd, daar bestaan ondertussen al lang valide theorieën over. Waarom, en door wie, blijven open vragen die het mysterie blijven voeden. Een groots opgevat archeologisch multidisciplinair project leidde het voorbije decennium tot nieuwe inzichten. De Britse archeoloog Mike Parker Pearson heeft met de resultaten van het Riverside Project een nieuwe, behoorlijk sluitende theorie ontwikkeld. Die theorie komt vandaag tot leven in het Galloromeins Museum van Tongeren. Dat heeft meteen een zoveelste toptentoonstelling in zijn aanbod, die binnenkort naar Wenen en naar de VS verhuist.
Theorieën
Zoals elke theorie, is ook deze nieuwe van Mike Parker Pearson een met veel open vragen en dito gaten. Eerder waren mensen van mening dat Stonehenge een Keltische druïdentempel was. De Romeinen schreven er niet over en in Asterix en de Britten wordt er evenzeer over gezwegen. Of w- was het een bouwwerk van goden of Marsmannetjes? Gezien de oriëntatie op zomer- en winterzonnewende, werd het lang gezien als een soort groot astrolabium, dat de eerste landbouwers hielp hun activiteiten te plannen. Originelere theorie was de prehistorische versie van Lourdes.
Stonehenge: één ruimte
Mede geïnspireerd door Ramilisonina, een antropoloog uit Madagaskar, vielen er veel puzzelstukjes in elkaar. Een decennium graven op verschillende locaties binnen een geografische ruimte rondom Stonehenge, leverde alvast het besef op dat Stonehenge meer is dan de bekende megalietencirkel. Enkele prehistorische contemporaine sites waren al bekend. Maar er werden er nog ontdekt. En vooral: enkele sites werden opnieuw archeologisch onderzocht. En met de huidige technieken voor datering en DNA-analyse konden er meer lessen worden getrokken uit de resten van de mensen en die ze achterlieten op de diverse onderzochte plekken.
Verzamelaars-jagers
Dat Stonehenge verschillende bouwfases heeft meegemaakt tijdens het neolithicum (de nieuwe steentijd; de periode dat landbouw vaste voet kreeg aan Europese grond), stond vast. Van wat er vandaag zichtbaar is, dateert van ca. 3500 tot ca. 1600 v.C. Dat er op de Salisbury-vlakte, vlakbij het huidige Stonehenge, al tijdens het mesoliticum al duizenden jaren langdurig verzamelaars-jagers samenkwamen in kampplaatsen, is relatief nieuw. En dat zij ook voor een quasi-permanent (want in hout) bouwwerk zorgden, al helemaal. Het deed het besef ontstaan dat de site, door haar vlakte aan de makkelijk doorwaadbare rivier Avon, waar veel dieren hun dorst kwamen lessen, al millennia lang doorlopend een belangrijke plek was. Eerst allicht om te jagen en er tijdelijk te verblijven. Later als een spirituele/religieuze plek.
Boeren en bacchanalen
Een ander inzicht – op aangeven van de antropoloog uit Madagaskar – komt uit het kunnen relateren van wat verder afgelegen sites met Stonehenge: Woodhenge – ook een spirituele site – en Durrington Walls. Dat laatste was een vestiging waar gedurende maximum 40 jaar wel 4000 mensen woonden in (houten) huizen, die ongeveer voor de helft van het jaar bewoond werden. Het is het grootste neolithische dorp van de Britse eilanden, wel 17 ha groot. Op die site werden resten gevonden van grote bacchanalen. De preshistorische Britten hebben er menig feestje gehouden. En dat is interessant, omdat het leert wie die mensen waren en waar ze vandaan kwamen. De dieren die ze meebrachten om te verorberen, kwamen uit heel Groot-Brittannië. Uit de potscherven blijkt dat het over twee synchrone culturen ging die op het eiland woonden.
Hier woonden de mensen die enkele kilometers verderop een monument voor hun doden oprichtten: Stonehenge. En dat ze uit verschillende plekken van het eiland kwamen, en minstens twee culturen vertegenwoordigen, doet nu het idee ontstaan dat Stonehenge ook een symbool van ‘eenheid’ was. (Waarom die eenheid, en of die kan gekoppeld worden aan bewijzen van opeenvolgende jaren van schaarste, is maar een hypothese. Je kunt uit de aanwezigheid niet afleiden dat hier een ‘eenheid’ zou gesmeed zijn tussen twee ‘stammen’. Al is het met onze blik op de werkelijkheid wel heel verleidelijk dat te doen.)
Dodenpark
Stonehenge maakt deel uit van een omvattend prehistorisch landschap, stelt Mike Parker Pearson. Het mag niet als een geïsoleerd monument gezien worden. De ‘avenue’ (een laan naar de rivier Avon), de twee ‘circussen’, de vele grafheuvels, een nieuw ontdekt ‘Bluestonehenge’ aan de rivier, de oriëntatie op de solstitia … Het hoort allemaal samen. En behoort alles tot één groot ‘dodenpark’. Prehistorische Britten hebben op die plekken gedurende duizenden jaren hun overledenen gecremeerd en begraven. Ze hebben er hun rituelen uitgevoerd. En hebben daartoe met veel zorg en zin voor detail immense stenen uitgehakt, versleept, tot gepaste vorm gebeeldhouwd, en op elkaar geplaatst. Ook de zogenaamde Klokbekercultuurmensen die ca. 2450 het Kanaal overstaken, bleven zich richten op en rond Stonehenge, al was het een revolutionair andere landbouwbeschaving dan de voorgaande.
Een nieuw paradigma
Het Stonehenge Riverside Project heeft een nieuwe theorie op de kaart gezet die, zo valt te voorspellen, zal uitgroeien tot het nieuwe paradigma over Stonehenge. In de bijbehorende catalogus wordt dit jammer genoeg niet als een hypothese voorgesteld. Op de boeiende tentoonstelling in Tongeren, is het wachten tot het laatste paneel waar er omzichtig wordt omgesprongen met het verhaal dat tijdens de hele tentoonstelling wordt opgebouwd. Het is en blijft voorlopig ‘maar’ een theorie. Een boeiende theorie, gestaafd door duizenden artefacten, menselijke en dierlijke resten en gebouwd op het inzicht dat doden monumenten in steen kregen, waar levenden woonden in huizen van hout. Het houdt steek, en dat Stonehenge een onlosmakelijk deel is van een groter landschappelijk geheel, lijkt nu wel heel plausibel. Maar het blijft een theorie. Er zijn immers geen geschreven bronnen…
Tentoonstelling
Het is meteen de zwakte van de tentoonstelling. Geen ‘mits’, geen ‘maar’, geen ’tenzij’. Het team wetenschappers en makers van de tentoonstelling doen heel erg hun best hun theorie als bewijs van de werkelijkheid naar voor te schuiven. We begrijpen Stonehenge nu beter, dat zeker. Maar we zullen het nooit helemaal begrijpen. Maar laat dat u niet tegenhouden om (1) naar Tongeren af te zakken en deze prachtige tentoonstelling te bezoeken, met honderden artefacten en goede educatieve en multimediale omkadering. En volgend jaar (2) in de auto te springen en naar de Salisbury Plains te rijden. Ga er Stonehenge met eigen ogen bekijken, maar doe dan meteen Winchester, Salisbury en Old Sarum of Avebury bij. En ietsje verderop ligt Stratford-upon-Avon, waar Shakespeare zou geleefd hebben. Zou, want Shakespeares leven is al evenzeer één groot mysterie waarover nog druk gespeculeerd wordt. Rare jongens, die Britten.
De tentoonstelling is te bezoeken tot en met 21 april 2019 in het Galloromeins museum in Tongeren.
Het uitvoerige verhaal van het Stonehenge Riverside Project en het nieuwe paradigma kan u lezen in: Mike Parker Pearson, Stonehenge: A New Understanding.
Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.
Naar goede traditie vindt vandaag voor de tiende keer een grote manifestatie voor meer autonomie plaats in Catalonië. Wat zal de impact zijn?