JavaScript is required for this website to work.

Vergeten geschiedenis van Ierse oorlogsvrijwilligers in WOI

Pieter Bauwens8/7/2017Leestijd 5 minuten

In De Eerste Wereldoorlog vochten Ierse vrijwilligers in het Britse leger. Ze dachten daarmee de Ierse zaak te steunen, maar werden ingehaald door de geschiedenis. Jan Huijbrechts vertelt hun verhaal in een boek.

Geen land in de wereld waar je meer dan in Ierland bij de boekhandelaars werken over de eigen geschiedenis kan vinden. Niet alleen trouwens over wat zich in de loop der eeuwen op het groene eiland zelf heeft afgespeeld. Ook de lotgevallen van de talrijke Ierse gemeenschappen in de diaspora komen ruim aan bod. Zo is het er bij voorbeeld heus niet moeilijk om in de eerste de beste boekenwinkel een of andere uitgave te vinden die het wedervaren behandelt van de Ierse brigades die mee gevochten hebben in de Amerikaans burgeroorlog (er vochten Ieren aan beide kanten) of van het Ierse corps dat in Transvaal met de boeren tegen de Britten streed. Dit maakt het des te merkwaardiger dat het tragisch avontuur van de tienduizenden Ieren, die tijdens WO I aan de zijde van de Engelsen in Vlaanderen aan het front hebben gestaan, tot voor kort steeds in de schaduw is gebleven en zelfs min of meer dood gezwegen werd. De verklaring hiervoor moet gezocht worden in de Ierse geschiedenis van de tweede helft van de 19de en van het begin van de 20ste eeuw.

Parlement

De Ieren hadden tussen 1798 en 1867 tot vier maal toe de wapens tegen hun Engelse bezetters opgenomen. Telkens werden die opstanden op een zeer brutale wijze in de kiem gesmoord. Ze waren keer op keer ook de aanleiding tot bloedige repressies. Het valt dan ook best te begrijpen dat een aantal leidinggevende figuren stilaan gingen denken dat het hoogtijd werd om een andere weg naar de bevrijding in te slaan.

Ze vertrokken van de vaststelling dat er in het Westminster parlement slechts twee partijen zetelden die voor de vorming van een regering in aanmerking kwamen, de liberals en de Tories ( conservatieven) en dat die hiervoor aan een parlementaire meerderheid moesten kunnen geraken. De conclusie was vlug getrokken. Indien de Ieren in grote meerderheid voor een eigen politieke formatie zouden stemmen, zou het wel eens mogelijk zijn dat die, zoals dat heet, ‘op de wip’ kwam te zitten en haar steun aan een regering afhankelijk kon maken van het inwilligen van een aantal substantiële Ierse eisen.

Rond 1880 wordt van start gegaan met een nieuwe politieke formatie de IPP (Irish Parlementarian Partyvaak afgekort als Irish Party)die er in slaagt de Ierse kiezers in grote getallen rond zich te verenigen. In 1914 lijkt die constitutionele strategie geslaagd. Het Lagerhuis heeft de door de Ieren geëiste Home Rule(zelfbestuur) goedgekeurd. Alleen de handtekening van de koning ontbreekt nog. Het begin van de eerste wereldoorlog komt roet in het eten gooien. De Britse regering heeft plots dringender zorgen.

Vrijwilligers

Alle andere grote naties die bij het conflict betrokken zijn, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije, Rusland, kunnen miljoenen soldaten mobiliseren. Het Verenigd Koninkrijk kent geen dienstplicht en kan dus geen algemene mobilisatie afkondigen. Het Britse leger beschikt uitsluitend over enkele honderdduizenden beroepsoldaten  waarvan een behoorlijk deel weliswaar goed getraind is, maar in verhouding tot het aantal manschappen van de meeste andere oorlogvoerende legers is dat veel te weinig. Er moeten dringend vrijwilligers worden gerekruteerd. Niet alleen in Groot Brittannië, de kolonies, de ‘dominions’ ( Canada, Australië; Nieuw-Zeeland…) dienen aangesproken te worden en uiteraard ook… Ierland . Daar komt vrij snel een divisie tot stand die bijna uisluitend uit unionisten bestaat. Dat vormt geen enkel probleem. Ze kunnen rekenen op het vertrouwen van de Britse generale staf, ook al is hun inzet voornamelijk politiek gemotiveerd want als een vorm van verzet tegen Home Rule bedoeld.

Ierse nationalisten melden zich voor het Brits leger

Het verhaal van de Ierse nationalisten die zich als vrijwilliger gingen melden is best te vergelijken met dat van de jonge Vlamingen die in dat zelfde jaar 1914 het Belgisch leger gingen vervoegen omwille van ‘de gelijkheid in rechten en feiten’ die hen voor na de oorlog was beloofd.

John Redmond die op dat ogenblik aan het hoofd stond van de IPP had toegezegd dat zijn partij bij hun rekrutering een handje wou toesteken op voorwaarde de Ierse deelname aan de oorlog het bekomen van zelfbestuur voor Ierland zou garanderen. Er werd ook afgesproken dat de Ierse nationalistische vrijwilligers in een eigen eenheid zouden ingelijfd worden, de 16de divisie.

Redmond zette zijn rekruteringscampagne in en kreeg een groot deel van de Ierse bevolking achter zich. De duizenden jonge mannen die zich lieten overtuigen gingen er net zoals hij zelf van uit dat zij de Ierse zaak dienden door samen met de Britten naar het front te trekken. Ze zouden echter snel gaan ervaren dat ze door heel wat Engelse officieren werden gewantrouwd en zelfs geminacht. Wat niet belette dat ze zeer, zeer zware offers brachten. Een voorbeeld: tijdens de door haar gewonnen slag bij Ginchy die tussen 3 en 9 september 1916 plaats vond, verloor de 16de divisie 224 van haar 435 officieren en 4090 van haar 10.410 soldaten.

De beslissende invloed van de Paasopstand

In Ierland waren de radicale nationalisten ondertussen alles behalve gelukkig met de door Redmond gevoerde politiek. Ze vonden het ongehoord dat Ieren een Brits uniform gingen dragen. Ze vormden echter slechts een kleine minderheid en hun anti rekruteringscampagnes kenden maar weinig succes. Ze gingen uit van het standpunt: England’s difficulty is Ireland’s opportunity en gingen koppig hun eigen weg, die van een gewapende revolutie.

Ondanks dat ze zeer goed beseften dat ze het militair niet konden halen, organiseerden ze op Paasmaandag 1916 een opstand om de Ierse onafhankelijkheid uit te roepen. Die ‘Paasopstand’ krijgt weinig of geen steun van de bevolking en wordt binnen de week neergeslagen. Maar dan gebeurt het Iers mirakel. De harde Britse repressie en vooral het fusilleren van de leiders van de opstand doet de bevolking van mening veranderen. De meeste Ieren kiezen nu partij voor de rebellen. Sterker nog, de terechtgestelde leiders van de Paasopstand worden vanaf dan als heiligen vereerd.

Door dit alles komen de soldaten van de 16de divisie ondertussen in een ware tragedie terecht. Ze beseffen dat ze het zelfde uniform dragen als de soldaten die in Dublin hun nationalistische kameraden hebben terechtgesteld en voelen zich daar alles behalve goed bij. Denkend aan de gefusilleerde rebellenleiders zal de academicus en dichter Tom Kettle het als volgt formuleren: deze mannen zullen de geschiedenis in gaan als helden en ik als een verdomd Brits officier.

Wanneer de frontvrijwilligers na de oorlog thuis komen, is Ierland totaal veranderd. De Irish Party heeft alle prestige verloren en word electoraal door het radicale Sinn Fein verpletterd, home rule is niet langer een issue, nu gaat het om onafhankelijkheid en zij zelf worden ei zo na als collaborateurs beschouwd. Ze dienden tenslotte in de wrong army. Heel wat onder hen zullen tijdens de bevrijdingsoorlog tegen Engeland hun militaire ervaring ten dienste van het IRA stellen, maar dat zal hier niets aan veranderen. Ierland is beschaamd over die Britse oorlogsvrijwilligers, ook al zijn die met de beste bedoelingen vertrokken. Het wil ze gewoon vergeten.

Een late erkenning

Maar zoals reeds in de aanvang van dit stuk werd gezegd, is er de laatste jaren op dat vlak toch een en ander veranderd en begint men te erkennen dat de soldaten van de 16de divisie toch ook hun leven voor de Ierse zaak veil hadden.

Zo liet de Ierse regering bijvoorbeeld in Mesen (W. Vlaanderen) een monument optrekken voor alle Ieren die tijdens WO I in Vlaanderen zijn gevallen. Er werd echter tot nu toe over dit zoveelste tragisch hoofdstuk van de geschiedenis van het groene eiland niet zo veel gepubliceerd. Het boek van Jan Huijbrechts is bijgevolg meer dan welgekomen en zou best in het Engels mogen vertaald worden. Er zou zeker zowel in Ierland als in Engeland een markt voor gevonden worden. Niet alleen omdat het een hiaat in de geschiedenis helpt opvullen maar ook omdat de auteur zich opvallend goed gedocumenteerd heeft. Dit heeft hem in de mogelijkheid gesteld zowel op militair als op politiek vlak zeer precies en bijzonder gedetailleerd te zijn. Ook de foto’s uit zijn eigen archief die hij ter illustratie in zijn boek gebruikt, zijn bijzonder interessant. Hij had naar mijn smaak misschien wat meer aandacht mogen besteden aan de bijzondere IRA prestaties van sommige van de teruggekeerde vrijwilligers. Hier denk ik bijvoorbeeld aan Tom Barry die in het graafschap Cork een legendarische guerrillaleider werd. Maar ik moet toegeven dat het Britse leger Barry niet bij de 16de divisie had ingedeeld.

Het boek verbergt ten slotte twee verrassingen voor de Vlaamse lezer. In het eerste hoofdstuk heeft de auteur het over de eeuwenoude bijzondere banden tussen Vlaanderen en Ierland en brengt hierbij heel wat weinig bekende of vergeten feiten naar boven die aantonen dat onze relaties met dat land veel dieper gaan dan het drinken van Guinness en het vieren van Saint Patrick’s Day. Het laatste hoofdstuk van het boek bevat ook een goed gedocumenteerde fiets- en autoroute tussen Wijtschate en Kemmel met vermelding van alles wat daar herinnert aan het bloedig offer van de Ieren die op dat deel van het front hebben gevochten. Een goede tip voor een zomerse zondag.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties