Wat met Wallonië?
Titel | Wat met Wallonië? |
---|---|
Auteur | Vertaald en geredigeerd door Marc Vanfraechem |
Uitgever | Doorbraakboeken |
ISBN | 9789082567397 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 109 |
Prijs | € 17.5 |
Dit boekje gaat uit van een premisse die vatbaar is voor discussie. In zijn inleiding poneert auteur Jules Gheude dat Vlaanderen in 1999 de stap naar het confederalisme heeft gezet, met als uiteindelijke doel de verdere ontmanteling van de Belgische staat. Dat is slechts ten dele waar en op zijn minst voorbarig: zeker, de grootste partij blijft de Vlaamse onafhankelijkheid als haar ultieme doelstelling presenteren. Maar van de vijf resoluties over confederalisme in 1999 goedgekeurd door de toenmalige Vlaamse meerderheidspartijen (CVP, VLD, VU) blijft niet veel over.
Dit boekje gaat uit van een premisse die vatbaar is voor discussie. In zijn inleiding poneert auteur Jules Gheude dat Vlaanderen in 1999 de stap naar het confederalisme heeft gezet, met als uiteindelijke doel de verdere ontmanteling van de Belgische staat. Dat is slechts ten dele waar en op zijn minst voorbarig: zeker, de grootste partij blijft de Vlaamse onafhankelijkheid als haar ultieme doelstelling presenteren. Maar van de vijf resoluties over confederalisme in 1999 goedgekeurd door de toenmalige Vlaamse meerderheidspartijen (CVP, VLD, VU) blijft niet veel over. Het ligt er maar aan welke inhoud je aan het begrip confederalisme geeft. CD&V’er Beke zegt: we hébben na het doorvoeren van de zesde staatshervorming al een confederaal model, maar dat is iets heel anders dan Vlaamse onafhankelijkheid. De liberalen hoor je nauwelijks nog over confederalisme. Groen en sp.a zijn altijd tegen geweest en het Vlaams Belang wordt geweerd uit elke discussie. Om dan te zeggen dat Vlaanderen zonder meer opteert voor die eigen onafhankelijke staat gaat wel erg ver, zeker als je minister-president Geert Bourgeois hoort zeggen dat onafhankelijkheid niet meer hetzelfde betekent als in de 19e eeuw en we horen te kiezen voor een gedeelde hoofdstad en maximale autonomie voor Vlaanderen en Wallonië. Waarom zou confederalisme – een los staatsverband met goede buren – geen eindstation kunnen zijn? Tegenstanders noemen dat rest-België een lege dop, maar alles hangt af van de manier waarop je die rest invult: wat te denken van een confederatie met één staatshoofd, koning dan wel president, en bijvoorbeeld gemeenschappelijke defensie, buitenlandse zaken en posterijen, plus daarbij eventueel bepaalde bevoegdheden die dienen geherfederaliseerd (bijvoorbeeld verkeersregeling of milieunormen) in het belang van de efficiëntie? Maar natuurlijk géén grendels meer, geen bijzondere meerderheden én transparantie wat de fameuze transfers betreft. Confederatie geldt veelal als een samengaan van onafhankelijke entiteiten ter voorbereiding van de federalisering. Van een confederatie à la N-VA, die een bestaande federale staat grotendeels uitkleedt, bestaat nergens een precedent maar is ze daarom onmogelijk? Of er veel animo bestaat voor zulke hervorming in de drie of vier gewesten is voorlopig twijfelachtig. Evenmin als zijn leermeester François Perin heeft Gheude er veel fiducie in. Wallonië op zijn eentje, een semi-onafhankelijke Waalse staat, of een geamputeerd België waarvan alleen Brussel en Wallonië (WalloBrux) deel uitmaken ziet hij niet zitten. Met behulp van de bekende vergelijkende cijfers (totale bijdrage van Vlaanderen versus Wallonië inzake BBP, Vlaamse tegenover Waalse export, respectieve kosten ziekteverzekering en bijdragen aan de sociale zekerheid enzovoort) maakt Gheude brandhout van een halve eeuw socialistisch beleid: ongemakkelijke waarheden, inderdaad. Hij citeert met instemming de CD&V’er Hendrik Bogaert: ‘De Walen kunnen toch niet eeuwig de sluiting van de koolmijnen blijven inroepen, dat is intussen meer dan een halve eeuw geleden.’ Wie zal Gheude tegenspreken wanneer hij poneert: ‘De PS moet er eens mee stoppen te doen alsof zij het exclusieve monopolie op Wallonië heeft. Zij moet zich ook diepgaand hervormen, om met het vereiste pragmatisme de nieuwe uitdagingen van een veranderende wereld aan te kunnen. We leven niet meer in de 19e eeuw!’ en: ‘We kunnen alleen maar hopen dat er ook in Wallonië een Emmanuel Macron opstaat die niet rechts of links wil gaan, maar wel vooruit’. Het probleem van Wallonië is dat het, anders dan Vlaanderen, economisch niet op eigen benen kan staan (toch niet zonder Vlaamse assistentie) én geen identiteit heeft, vindt Gheude. Het is eigenlijk vooral op Frankrijk georiënteerd. Velen kijken er naar de Franse televisiezenders, lezen liever Franse kranten, volgen de Franse politiek. Voor hen is Frankrijk alvast dé culturele referentie. Al is tot op heden slechts een kleine Waalse minderheid gewonnen voor aanhechting bij Frankrijk, alles blijft mogelijk. Volgens Gheude zit er voor Wallonië ook niets anders op.
‘On n’est demandeur de rien’… de uitdrukking is van Bart Maddens, auteur van een vinnig voorwoord bij dit boekje, maar ze typeert wel de houding van de Franstaligen ten aanzien van de Vlaamse communautaire wensen. Maar wie zegt dat de Franstaligen het na de parlementsverkiezingen van 2019 niet over een heel andere boeg (moeten) gooien, iets waarop Bart De Wever trouwens hoopt? Dit geldt speciaal voor de PS, die haar machtspositie door de opkomst van de unitaire PTB van Raoul Hedebouw sterk bedreigd weet.
Een Wallonië dat opgaat in Frankrijk? Veel Fransen, overigens ook ‘demandeurs de rien’ maar traditioneel chauvinisten, zouden zo’n huwelijk, of beter zo’n adoptie wel zien zitten. Gheude citeert Charles De Gaulle, Jacques Chirac, Roger Peyrefitte, Jacques Attali, Jean-Luc Mélenchon, en hier en daar ook een Belg. Hun statements klinken goed maar zijn nogal vrijblijvend. Zou Frankrijk met al zijn problemen er nog een probleemgebied bij willen? ‘De bruid komt niet met lege handen’, zegt de auteur, mogelijk met een zweem van ironie: Wallonië heeft zijn strategische ligging, zijn natuurlijke rijkdommen, zijn waterwegen en autowegen, zijn spoorwegen en luchthavens, zijn spitsbedrijven, zijn bekwame arbeidskrachten…
Er zijn nog de Duitstaligen natuurlijk. Die moeten bij referendum over hun politieke lot kunnen beslissen, vindt de auteur. En Brussel? Dat de hoofdstad een Europees Washington DC zou worden zit er voorlopig niet in, maar ze heeft volgens Gheude wel een toekomst als stadstaat, met haar heterogeniteit als troef, een visie die hij in dit korte bestek niet verder uitwerkt.
Dit levendig geschreven Waalse testament biedt alvast discussiestof te over voor de komende Waalse feesten.
Waals testament is verkrijgbaar via de webwinkel van Doorbraak Boeken.
Paul Muys is Antwerpenaar, Germanist, oud-leraar, oud TV-journalist, oud communicatieman: heel oud kortom. Schrijft op Doorbraak over Frankrijk en af en toe over China en Japan. Besnuffelt en beoordeelt af en toe een boek.
Shinzo Abe had grote plannen voor Japan, maar ook grote problemen: vergrijzing, nucleaire energie, immigratie, dreigende Chinese dominantie.