Regenboog-Frankrijk tegen Gele Hesjes: hoe loopt dat af?
Macron is ‘foutu’ (copyright Alexander van der Meer)
De gele hesjes extreem? En wat dan met de ultra-centrale president Macron? Het gewone volk, dat is tot last geworden, en Macron is ‘foutu’
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementGeweer van schouder veranderd
Franse media hebben in het kielzog van de overheid weken lang geprobeerd de gele hesjes weg te zetten als extreem rechts. ‘Bewijzen’ daarvoor waren allerminst overtuigend, de bevolking is er niet ingetuind en staat ondanks al het geweld nog altijd voor meer dan 70% achter de volksbeweging.
De grootschalige infiltratie van de demonstraties door extreem links — herkenbaar aan zwarte kledij, maskers en de rode A van anarchie op muren en ramen — was wel voor iedereen zichtbaar. Net als de aanwezigheid van getinte hordes uit de banlieues, die gewoontegetrouw van de gelegenheid gebruik maakten om winkels in hartje Parijs te plunderen, en verder alles kapot te slaan wat ze tegenkwamen. Dit keer in gele hesjes gehuld, voor zover ze die moeite al hadden genomen.
Regering en media lijken inmiddels voor een andere strategie te hebben gekozen: ze laten nu veelal zelfbenoemde woordvoerders van de volksbeweging naar believen aan het woord. Deze strategie lijkt vruchten af te werpen: op een hele enkele uitzondering na verliezen de gele hesjes aan glans zodra ze hun mond opendoen. Dat was niet moeilijk te voorspellen. In de talrijke discussie-programma’s op tv, waar altijd iedereen tegelijk praat, delven gele hesjes het onderspit tegen de gehaaide intellectuelen en journalisten die daar iedere avond zitten.
Ik zag het juist als een sterk punt van deze revolte, dat ze geen leiders heeft, of officiële woordvoerders, en aan geen politieke partij of richting gelieerd is. Het maakt haar ongrijpbaar en onderhandelingen moeilijker. Dan lijkt de enige manier om van de gele hesjes af te komen, helemaal maar toe te geven. Die kant leek het ook uit te gaan, tot ze zich lieten verleiden aan de onderhandelingstafel plaats te nemen.
Geen warm links hart
Van links zou je verwachten dat het een volksbeweging van de onderklassen voor meer koopkracht een warm hart toedraagt, maar dat is niet het geval. De Socialistische Partij, altijd zo machtig maar tegenwoordig min of meer kunstmatig in leven gehouden, liet bij monde van politiek leider Benoît Hamon — 5% van de stemmen bij de laatste presidentsverkiezingen — weten dat ze niet op straat naast nazi’s wenst te lopen.
En hoe zit het met de leider van extreem links, Jean Luc Mélenchon, aanzienlijk succesvoller dan Benoît Hamon bij genoemde verkiezingen? Als groot bewonderaar van Hugo Chavez en Fidel Castro is hij doorgaans niet vies van een revolutie. Probleem is dat het programma van zijn partij een hoop dingen bevat die een grote meerderheid van het volk niet wil. Zoals gedram over meer ruimte en vrijheid voor de islam, en over islamofobie, meer immigratie, allemaal bij elkaar op schoot in de bus of de trein, u kent het wel. Mélenchon wrong zich toch nog in allerlei bochten om in de slipstream van de gele-hesjes-beweging te blijven. Vooral vanuit het idee: wie tegen het establishment is, kan op mij rekenen. Maar van harte ging het niet.
Een volksbeweging kan niet meer op steun van links rekenen, links is er niet meer voor het volk. Het lijkt me nieuw. Hoe zit dat?
Verlate reactie
Filosoof Alain Finkielkraut van de Académie Française noemde op de televisie deze nieuwe volksopstand een verlate reactie op een rapport uit 2011, van Frankrijks belangrijkste sociaal-economische en politieke denk-tank: Terra Nova.
‘Le Think Tank Progressiste’ noemen ze zichzelf, opgezet in 2009 door een big shot van de Socialistische Partij, min of meer om toenmalig president Sarkozy tegen te werken, én om 17 jaar na Mitterand eindelijk weer een linkse president in het zadel te helpen. Met Hollande als zichtbaar resultaat.
Het rapport waar Finkielkraut op doelt, is ‘Gauche: quelle majorité électorale pour 2012?’. Hierin wordt de vraag gesteld en beantwoord met welke kiezers een kandidaat van links de presidentsverkiezingen van 2012 zou kunnen winnen. De auteurs constateren allereerst dat in de hele westerse wereld de klassieke band tussen links en de arbeider in verval is.
Maar geen nood, er groeit iets moois tussen links en ‘het Frankrijk van morgen’: jonger, beter opgeleid, vrouwelijker en meer divers. Dat laatste is newspeak voor meer allochtonen, en wie zich afvraagt wat ‘vrouwelijker’ in dit rijtje doet: vrouwen stemden vroeger met een paar procent verschil rechtser dan mannen, nu is dat omgekeerd.
Een nieuw electoraat voor links, aldus het rapport, ‘progressief op cultureel vlak’, dat tegenwicht kan bieden aan ‘een samenleving die vanwege een crisis heeft besloten nieuwkomers op te offeren’. Meer newspeak. Er wordt terecht geconstateerd dat met deze nieuwe, ‘van nature linkse’ kiezers nog geen meerderheid in zicht is, een probleem dat dit rapport belooft op te lossen. In Amerika was dat immers ook gelukt, met de verkiezing van Obama. Die naar Europese maatstaven niet echt links is te noemen, maar waar het rapport uitsluitend in juichende termen over rept.
Nog één saillant detail uit het rapport: etnische minderheden worden onder het ’tolerante, open, solidaire en progressieve Frankrijk van morgen’ geschaard. Stel je voor dat je Marokkaanse en Turkse Nederlanders of Belgen als groep progressief en tolerant noemt, omdat ze overwegend links stemmen. Wat overigens alweer voorbij is, met de opkomst van Denk en andere islamistische partijen.
Regenboog-Frankrijk
Finkielkraut noemt het nieuwe linkse electoraat van Terra Nova, ‘la France arc-en-ciel’, het regenboog-Frankrijk. Een minderheid, tegenover de tot voor kort zwijgende, witte meerderheid, de vroeger-was-het-beter, altijd maar klagende arbeidersklasse, meer in het algemeen: het gewone volk. Dat is tot last geworden, ze hinderen de vooruitgang, vervuilen de boel, eten ongezond en roken, en zijn conservatief, zo niet fascistisch. Van al die geweldige etnische en religieuze import moeten ze ook al niks hebben.
En het belangrijkste van alles: ze willen niet meer links stemmen.
De filosoof spreekt over een treinwagon die niks bijdraagt, waar men zich niet mee bezig wil houden, en die zelfs maar beter afgekoppeld kan worden.
Electoraal gezien heeft dat gewerkt in 2012, en vooral in 2017: dat het nieuwe electoraat in de minderheid was, werd de ene keer goedgemaakt door de weerzin tegen Sarkozy, de andere keer door de angst voor Le Pen. In beide gevallen speelden de kwaliteiten van de winnaars een ondergeschikte rol. Ik blijf het zeggen: Macron is feitelijk met zo’n 20% van de stemmen president geworden, te weten het percentage dat hij in de eerste ronde haalde, toen men nog keus had. In de tweede ronde stemden 3 miljoen Fransen blanco, en bleef een recordaantal thuis.
Bij de parlementsverkiezingen, gewoontegetrouw kort daarna, kwamen bijna alleen nog maar mensen opdagen die enthousiast waren over Macron, zodat zijn nieuw opgerichte partij met een overweldigende meerderheid in de Assemblée kwam. Die daarmee een trekpop van de president werd. De Assemblée is overigens het enige instrument waarmee onder extreme omstandigheden een president kan worden afgezet, daar hoeft Macron dus niet voor te vrezen.
Ultra-centraal
Wat Terra Nova heeft gedaan, is aan het begrip ‘links’ een nieuwe inhoud geven. In 2012 werd met Hollande nog voor een linkse president gekozen, niet heel links, maar toch een socialist. In 2017 zijn we met Macron politiek in het midden beland. Hij was wel ooit lid van de socialistische partij, maar vaart al lang een koers van D66 in het kwadraat.
We spraken al over extreem links en rechts, maar wat mij betreft, is de president ook behoorlijk extreem, in zijn woorden, zijn daden en in zijn politieke agenda. Extreem liberaal, centrum-extremistisch, ultra-centraal, hoe zullen we het noemen.
Is Macron extremistisch in zijn woorden? Hij heeft bijvoorbeeld meer dan eens gezegd dat de ‘Franse cultuur’ niet bestaat, in redevoeringen waar hij de loftrompet stak over de multiculturele samenleving en de Europese eenwording. En nooit eerder sprak een Franse president zoveel kwaad over zijn eigen volk, laat staan dat hij dat in het buitenland deed: dat ze ouderwets zijn, conservatief, dat ze niet kunnen wennen aan de vooruitgang, dat ze alleen maar aan het eind van de maand denken, maar niet aan het eind van de wereld, enzovoort. Om nog maar te zwijgen over wat Macron heeft gezegd over populistische leiders van sommige landen, zoals Italië: hij noemde ze lepralijders.
Ook zijn ministers gingen zichzelf verbaal te buiten in de huidige crisis. Zoals Castaner van Binnenlandse Zaken, die voortdurend verdachtmakingen en valse beschuldigingen uit aan het adres van de gele hesjes, en minister Darmanin van ‘Budget’ die het nog bonter maakte, door ze een ‘bruine pest’ te noemen… Extreem extremistisch, zou ik zeggen.
Let them eat cake
Macron is uiterst ambitieus in zijn agenda van verregaande Europese integratie, ongeremde immigratie, en zijn fameuze ‘ecologische transitie’. Dat hij deze zaken boven zijn zorgplicht voor het Franse volk stelt, lijdt weinig twijfel. Laat ze maar een electrische auto kopen, liet hij via weer een andere minister weten. Zoals die Franse prinses — nee, niet Marie-Antoinette —, die ooit zei dat het volk maar cake moest kopen als ze geen geld hadden voor brood.
Macron wil van Frankrijk een ‘start-up nation’ maken, een begrip dat minstens 90% van de Fransen niks zegt. Is dat niet extreem? De man heeft nooit één stap terug willen doen. Ik vermoed dat hij op dit moment in een staat van voortdurende razernij verkeert, omdat het volk hem meer dan één stap terug heeft gedrongen. En belangrijker nog, omdat het zand heeft gestrooid in de machine die zijn ultieme ambitie moest verwezenlijken: de grote roerganger van Europa worden.
Dat zit er niet meer in. Zelfs een tweede termijn lijkt al te hoog gegrepen. Macron is ‘foutu‘ hoor je veel in Frankrijk: hij is er geweest.
Tags |
---|
Mathematicus, documentairemaker (oa VPRO, KRO, NCRV, AVRO), schrijver van één roman ('De Knapste Man van Nederland', Augustus), laatstelijk chroniqueur.
Eindelijk vindt het proces plaats over de moord op Samuel Paty. Er komt een ecosysteem tevoorschijn van moslimterrorisme, dat niet tot optimisme stemt.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.