Regering Michel-De Wever zorgt voor achteruitgang op taalgebied
foto © Reporters
Communautair wordt er nog geen deuk in een pakje boter geslagen. Erger, deze regering bewerkstelligt zelf de achteruitgang op taalgebied, stelt Barbara Pas. De taalwetgeving in gerechtszaken wordt vanaf 9 juni uitgehold.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDat de zogenaamde ‘communautaire stilstand’ bij de Vlaamse excellenties in de federale regering wel heel ruim wordt geïnterpreteerd, heb ik al tot in den treure moeten ondervinden wanneer ik hen daarover ondervraag. Zelfs de gewone, simpele toepassing van bestaande wetgeving is teveel gevraagd.
Of het nu gaat over het niet naleven van taalkaders, de razendsnelle achteruitgang van de kennis van het Nederlands de jongste jaren bij de Brusselse postbodes – momenteel is nog 31% van de Brusselse postbodes tweetalig, in plaats van de volgens de taalwet vereiste 100% – het steeds groter gebrek aan tweetaligheid bij de Brusselse politie, de massale onwettige benoemingen van personeelsleden door de Brusselse plaatselijke besturen,… Telkens opnieuw weigeren de bevoegde ministers fundamenteel in te grijpen.
Dat een zogenaamde ‘Vlaams-nationalistische’ partij als de N-VA deze situaties laat verergeren en zelfs rotten, is zorgwekkend en toont nog maar eens aan dat de communautaire meerwaarde van deze partij in de federale regering nul komma nul is. Maar veel erger is het dat deze regering in haar wetgeving zelf de achteruitgang op taalgebied bewerkstelligt.
Taalwetgeving in gerechtszaken uitgehold
Vanaf 9 juni treedt de ‘wet tot wijziging van het Gerechtelijk wetboek, van het Burgerlijk wetboek en van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken’ in werking. Vlaams Belang en ook Vuye & Wouters hebben op 17 mei tegen deze wet gestemd omdat het de taalwetgeving in gerechtszaken uitholt. De ambtshalve nietigheid verdwijnt. Nu was deze ambtshalve nietigheid juist één van de sterke punten van de taalwetgeving in gerechtszaken, die ervoor zorgde dat zij zo goed als nooit werd overtreden.
Wij vrezen dan ook dat het nu dezelfde richting zal uitgaan als bij de taalwetgeving in bestuurszaken: massale overtredingen waar geen enkele sanctie tegenover staat. Een sanctie tegen de taalwetgeving in gerechtszaken is vanaf nu slechts mogelijk wanneer belangenschade wordt aangetoond. Gelooft men nu werkelijk dat bijvoorbeeld een Franstalige die in Vlaams-Brabant woont en die in het Frans gedagvaard wordt, dat die belangenschade gaat aantonen? De taalwetgeving in gerechtszaken wordt gewoon uitgekleed.
Op de vingers getikt door VCT
Daar blijft het niet bij. De aanval op het Nederlands is een constante. Zo heeft minister Steven Vandeput een stevige voorliefde voor de verengelsing van het leger en de legerdiensten in het algemeen. En hij is wat dat betreft maar nauwelijks voor rede vatbaar. Eerder liet hij zich in dit verband al opmerken door de verregaande verengelsing van het onderwijs in de Koninklijke Militaire School. Maar ook op andere vlakken liet hij zich in dat verband onderscheiden.
Zo werd het Legermuseum dat werd samengevoegd met enkele andere instellingen omgedoopt tot het ‘War Heritage Institute’. Dit instituut lanceerde enige tijd geleden een webstek met betrekking tot de gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. Deze webstek werd door de diensten van Vandeput uitvoerig voorzien van Belgische driekleuren, ook voor de Vlaamse gesneuvelden. Nochtans hadden deze destijds van hun strijdmakkers een Vlaamse heldenhuldezerk op hun graf gekregen. Daarbovenop kreeg deze webstek ook de eentalig Engelstalige benaming ‘wardeadregister’.
Toen ik de minister erop wees dat deze webstek geen Nederlandstalige domeinnaam heeft en hem vroeg om dat aan te passen, weigerde hij dat hooghartig. Omdat dit indruist tegen de taalwetgeving in bestuurszaken, zag ik mij genoodzaakt hiertegen een klacht bij de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) in te dienen. En die gaf me ondertussen gelijk. Steven Vandeput, Vlaams-nationalist in hart en nieren, om er in zijn hoofd geen last van te hebben…
Meerwaarde van deze Vlaams-nationalisten?
Het gaat hier natuurlijk om een pietluttigheid in vergelijking met de uitholling van taalwetgeving in gerechtszaken, maar het is wel erg tekenend voor de manier waarop een partij door de verlokkingen van de Belgische macht van haar doelstellingen en haar historische achtergrond kan vervreemden. Het is dus zover gekomen dat een N-VA-minister door een officiële Belgische toezichtinstantie moet worden terechtgewezen voor de overtreding van de taalwetgeving ten nadele van… het Nederlands. Begrijpe wie kan!
Het is de wereld op zijn kop. Ik vind het zelf hoogst gênant om klacht te moeten neerleggen tegen andere Vlaams-nationalisten. Maar tegelijk begrijp ik niet dat zij van de unieke gelegenheid die ze hebben – hun deelname aan de macht dus – geen gebruik maken om zaken waartegen zij zelf in hun oppositietijd – terecht – tekeer gingen ten goede te keren. Daar is geen staatshervorming voor nodig. Voor een wijziging of aanpassing van de taalwetgeving volstaat doorgaans slechts een gewone meerderheid in de Kamer. Men smeedt duidelijk het ijzer niet wanneer het heet is, waardoor de regering Michel echt niet voor een vooruitgang, laat staan een consolidering en punctuele toepassing van de taalwetgeving zorgt. Als dit dus niet kan, rest mij maar één vraag: Wat is de meerwaarde van deze ‘Vlaams-nationalisten’ in deze regering? De vraag stellen is haar beantwoorden.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Barpara Pas is nationaal ondervoorzitter en Kamerfractievoorzitter van Vlaams Belang en mama van twee dochters. Ze studeerde voor handelsingenieur aan de KU Leuven.
De federale regering engageerde zich om asymmetrisch te besturen. Wat is daar drie jaar later van terecht gekomen? Barbara Pas maakt de balans op.
Net voor Kerstmis verwent de redactie van Doorbraak u met een nieuw Doorbraak Magazine, dat ligt vanaf vandaag in de (betere) krantenwinkel.