Rood en mysterieus
Sahra Wagenknecht van Die Linke wekt controverse op. Merkel heeft het nakijken.
Wagenknecht valt het vluchtelingenbeleid van Merkel aan. Dat doet ze vanuit een antikapitalistische opstelling.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEr zijn van die uitspraken waarmee politici een steen in de kikkerpoel werpen. Bijvoorbeeld degene die Sahra Wagenknecht, de mysterieuze fractievoorzitter van de links-radicale Die Linke, deed naar aanleiding van wat er in Keulen tijdens oudejaarsavond was gebeurd: ‘Wer sein Gastrecht missbraucht, der hat sein Gastrecht eben auch verwirkt.’ (Wie zijn recht op gastvrijheid misbruikt, die heeft het nu eenmaal ook verspeeld). De partijkopstukken waren verbijsterd. Hoe kon het dat iemand als Wagenknecht, die toch de uiterst linkse flank van de partij bewaakt, dingen zei die je alleen maar van een rechts politicus zou verwachten? Zelfs Alexander Gauland, vicevoorzitter van de rechts-populistische Alternative für Deutschland (AfD), verheugde zich over zoveel Realpolitik bij de Linke, in de persoon van Wagenknecht welteverstaan. Maar de filosofe Wagenknecht weet wat er in de achterban leeft.
Angst
Die Linke gaat terug op de fusie van de Partei des Demokratischen Sozialismus (PDS) met West-Duitse gauchisten. De PDS was op haar beurt de opvolgerpartij van de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED), ooit de führende Partei van de DDR, de Oost-Duitse socialistische staat. Na de eenmaking stemden vele ontgoochelde ex-DDR-burgers en vele kaders van de SED voor de ‘democratische socialisten’ van de PDS. Dat de Linke in de Bondsdag zetelt, dus dat ze de kiesdrempel van vijf procent ook federaal heeft gehaald, dankt ze aan haar Oost-Duitse vleugel. Haar politieke ontplooiing is in de Oost-Duitse deelstaten een succesverhaal. Bij de deelstaatverkiezingen in Thüringen in 2014 bijvoorbeeld scoorde ze 28,2 procent, bij die in Brandenburg in hetzelfde jaar 18,6 procent. Vele Oost-Duitse gepensioneerden die op Die Linke stemmen, vrezen voor hun pensioentje, nu het vluchtelingenbeleid van bondskanselier Angela Merkel weleens de fundamenten van de sociale welvaartsstaat zou kunnen aantasten. Dezelfde angst is te bespeuren bij West-Duitse kiezers van Die Linke die het moeten hebben van een leefloon of een uitkering als Hartz-IV. Ook in de West-Duitse deelstaat Saarland scoort de partij met 16,1 procent uitermate goed. Dat heeft te maken met de figuur van Oskar Lafontaine (°1943), de echtgenoot van Wagenknecht.
Verzet
Sahra Wagenknecht werd als dochter van een Iraniër, die in West-Berlijn studeerde, en een vrouw uit de DDR op 16 juli 1969 in de beroemde universiteitsstad Jena geboren. Zelf mocht ze niet in de DDR studeren, ze had het ietwat te bont gemaakt in haar verzet tegen de autoritaire communistenstaat. Daarom studeerde ze na de Wende filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze behaalde de graad van Magister Artium met een studie over de receptie van Hegel bij de jonge Marx. Vanaf de jaren ’90 engageerde ze zich bij de PDS. Tussen 1991 en 2010 was ze lid van de Kommunistische Plattform, het verzamelbekken van de extreemlinkse krachten binnen de partij. Sinds oktober 2015 bekleedt ze samen met Dietmar Bartsch het covoorzitterschap van de fractie van Die Linke in de Bondsdag.
Pineut
Wagenknecht is niet voor één gat te vangen. Ze bekritiseert het repressieve systeem van de DDR, maar weigert deze als ‘Unrechtsstaat‘ te bestempelen omdat dit de DDR op één lijn zou stellen met het Derde Rijk. Ze valt het kapitalisme aan, maar bewondert Ludwig Erhard, de geestelijke vader van de soziale Marktwirtschaft (sociale markteconomie). Diens streven, Wohlstand für alle te scheppen, noemt ze links. Ze gelooft niet dat een zuivere planeconomie kan bestaan, maar pleit voor een markteconomie zonder privéconcerns, waarbij de staat zich bekommert om wonen, onderwijs, gezondheid en energie, en waarbij banken en sleutelindustrieën zich in publieke hand bevinden. Haar kritiek op het vluchtelingenbeleid van de Duitse regering is ook door die opvatting over de relatie staat-economie beïnvloed. In plaats van de rijken te belasten zou de staat overal bezuinigd hebben, in het onderwijs, bij de politie, in de pensioenen. In een opiniestuk in Tagesspiegel (20 januari 2016) schrijft ze dan ook: ‘So kann eine Gesellschaft eine historische Flüchtlingskrise auf Dauer nicht bewältigen. ‘(Zo kan een maatschappij een historische vluchtelingencrisis op den duur niet bolwerken). De armere mensen in de maatschappij zijn er de dupe van dat de regering de kosten van de vluchtelingencrisis probeert te dekken door besparingen in de sociale zekerheid. Wagenknecht waarschuwt er ook voor dat de vluchtelingen op de arbeidsmarkt voor loondumping zouden zorgen. Ook hier zou de kleine man weer de pineut van Merkels vluchtelingenbeleid kunnen zijn. Wagenknecht weet dat vele kiezers van de Linke – meer bepaald 15 procent volgens enquêtes – niet ongevoelig zijn voor de acties van de islamkritische beweging Pegida, maar haar kritiek op Merkels vluchtelingenbeleid spijst zich nog altijd uit haar antikapitalistische instelling.
Fascinatie
In de Duitse politiek neemt Sahra Wagenknecht nog altijd een bijzondere rol in. Ze wekt controverse binnen en buiten haar eigen partij op, en ze fascineert door haar belezenheid en haar onverschrokkenheid. Vaak wordt ze – ook qua uiterlijke verschijning – vergeleken met Rosa Luxemburg (1871-1919), de legendarische Poolse marxiste, revolutionaire en vriendin van Lenin, die een sleutelrol binnen de sociaaldemocratie van het Wilhelminische Duitsland speelde. Hopelijk vergaat het Wagenknecht niet zoals Luxemburg. Die werd op 15 januari 1919 in Berlijn samen met Karl Liebknecht vermoord door extreemrechtse militairen.
© www.web.de
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.