JavaScript is required for this website to work.
Religie

Salafisme in Nederlandse scholen: NOS-reportage veroorzaakt schokgolf

Televisiereportage toont kwalijke invloed salafisme

Wouter Roorda27/9/2019Leestijd 5 minuten
Een screenshot uit de NOS-reportage

Een screenshot uit de NOS-reportage

foto © NOS Nieuwsuur

NOS-reportage en NRC-artikel over oprukkend salafisme op islamitische scholen in Nederland stelt de vrijheid van onderwijs ter discussie

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Kamerleden van bijna alle politieke partijen reageerden geschokt op de inhoud van de reportage van NOS-televisieprogramma Nieuwsuur  en NRC Handelsblad  over het oprukkende salafisme op islamitische scholen in Nederland.

De reportage identificeert 50 plaatsen, verspreid over heel Nederland, waar het salafisme voet aan de grond heeft. Saoedi Arabië fungeert als voornaamste financier voor de verspreiding van dit soort fundamentalistische ideeën. Op de betreffende scholen is veel lesmateriaal door de Saoedi’s betaald en tal van docenten genoten hun opleiding in dat land. Een ex-katholieke bekeerlinge van autochtone komaf schreef mee aan de boeken, maar kruipt na alle ophef graag in de slachtofferrol.

In deze boeken leren de kinderen, het zou gaan om meer dan 1000, dat wie afvallig is de doodstraf verdient, Allah niet van homoseksuelen houdt en jongens en meisjes vanaf de pubertijd strikt gescheiden moeten leven en elkaar niet meer mogen aankijken. Ook roept een docent dat Nederland niet hun land kan zijn. Het lesmateriaal werd vergaard doordat veel scholen hun lesstof op internet zetten en bijeenkomsten streamen. Ook deden onderzoekers zich voor als ouders die voor hun kind op zoek waren naar islamitisch onderwijs. Een samenvattend filmpje met de resultaten valt hieronder te bekijken, de volledige reportage vindt u hier. (lees verder onder de video)

Niets nieuws

Het voorgaande is allemaal niet nieuw. Het is al jaren bekend. Maarten Zeegers publiceerde in 2016 een leerzaam boek, Ik was een van hen, waarin hij zich begeeft in moslimkringen in Den Haag en met tal van dergelijke scholen in aanraking komt. Geert Wilders wijst op niet mis te verstane wijze al vijftien jaar op de problematische kanten van de islam en wordt daarom ook al vijftien jaar lang beveiligd.

De boodschap landt pas in bepaalde progressieve kringen als die komt van een ‘onverdacht’ persoon en via een ‘onverdacht’ medium. In weldenkende kringen werden de problematische kanten van integratie en migratie pas gezien toen PvdA-er Paul Scheffer er in 2000 een stuk met de titel Het multiculturele drama  over schreef in NRC Handelsblad. Wetenschapper en islamonderzoeker Ruud Koopmans twitterde dan ook na de uitzending: ‘Wie nu geschokt en verbaasd is, geeft blijk van grote onwetendheid (of nietwillenwetendheid) over de islamitische wereld. De islam van vandaag is door decennia van fundamentalistische propaganda en met oliegeld gefinancierd missiewerk doodziek.’

 

 

Onderwijsinspectie

Het onderzoek van Nieuwsuur en NRC richtte zich met name op het islamitisch onderwijs dat kinderen ontvangen naast het reguliere onderwijs. Dit is vaak in de avonduren of in het weekend. Aangezien het volledig losstaat van het reguliere onderwijs is de overheid niet bevoegd tot toezicht, maar kan wel ingrijpen als het b.v. om het welzijn van kinderen gaat. Uit het onderzoek blijkt echter dat in afgezwakte vorm dit soort denkbeelden ook doorsijpelt naar het lesmateriaal in het reguliere onderwijs op islamitische scholen. De onderwijsinspectie wil niet reageren op deze bevindingen en verschuilt zich achter de verklaring niet al het onderwijsmateriaal gedetailleerd te kunnen doornemen. Van de minister moet de inspectie dat laatste nu wel gaan doen bij islamitische scholen.

Eerder dit jaar waren er al problemen met het islamitische Haga Lyceum in Amsterdam, waar volgens de veiligheidsdienst AIVD belangrijke figuren contacten zouden onderhouden met een terroristische organisatie. De onderwijsinspectie kwam in tweede instantie, na de signalen van de AIVD, met een negatief rapport. Begin dit jaar had men nog geconcludeerd dat de kwaliteit van het onderwijs voldoende was. In het nieuwe rapport, dat met forse tegenwerking van de school tot stand kwam, wordt de schoolleiding onder meer beticht van ‘wanbeheer, zelfverrijking en belangenverstrengeling’. Minister Slob van Onderwijs wil nu dat binnen een maand het bestuur opstapt. Het bestuur verklaarde meteen dat niet te doen. Ondanks alle negatieve publiciteit stijgt het aantal aanmeldingen bij de school. Uitbreiding is dan ook noodzakelijk, maar leidt tot nieuwe problemen met in dit geval de gemeente.

‘Een beetje salafist’

Salafisme wordt niet door iedereen gezien als problematisch. De Rotterdamse burgemeester Aboutaleb noemt zichzelf een beetje salafist. De gemeente Amsterdam etaleert vooral onmacht om iets te doen en voert liever gesprekken. Zoals het dat ook gaat doen met door de gemeente gesubsidieerde organisaties die sinterklaasvieren met een echte zwarte piet. De Amsterdamse PvdA-wethouder Moorman wijst een door Forum voor Democratie ingediende motie, die vraagt om toch iets meer te doen en die letterlijk overeenkomt met een motie van PvdA-kamerlid Marcouch van enige jaren geleden, fel van de hand zo blijkt uit dit filmpje. Onderzoekster Marietje Beemsterboer meent nog steeds dat deze scholen bijdragen aan de integratie. En volgens ‘integratie-expert’ Walter Palm is Nederland bevangen door ‘massa-hysterie’ inzake de islam en ook haalt hij de jaren dertig er maar weer eens bij. Moslimbekeerling en ex-PVV-er Arnoud van Doorn twittert ook na het uitbrengen van dit onderzoek rustig in dezelfde trant verder.

De vraag rijst waarom linkse media als NRC en NOS de islam aanpakken. De verborgen agenda komt gaandeweg de documentaire tevoorschijn als de vergelijking wordt gemaakt met streng-christelijke zondagscholen. Ook die onttrekken zich aan het oog van de almachtige staat. Het reguliere christelijke onderwijs staat weliswaar onder toezicht van de onderwijsinspectie, maar het bestaansrecht wordt al sinds de invoering van de gelijke bekostiging in 1917 door socialisten en liberalen betwist. Zij menen dat het onderwijs voor iedereen gelijk moet zijn en de overheid maar één soort opvatting moet overdragen via het onderwijs.

Schoolstrijd

In Nederland is de vrijheid van onderwijs geregeld in artikel 23 van de grondwet. Artikel 23 kwam moeizaam tot stand na een jarenlange schoolstrijd. Praktisch betekent dit artikel dat iedereen een school kan beginnen met financiering door de overheid, mits er voldoende leerlingen en gekwalificeerd personeel zijn en bepaalde door de overheid gestelde leerdoelen op een deugdelijke manier worden gehaald. Het gaat hierbij niet alleen om verschillen in levensbeschouwelijke inzichten, maar ook in onderwijsmethode (Montessori, Dalton). Meer dan zeventig procent van de scholen heeft een bijzonder karakter en ze presteren over het algemeen beter dan het openbaar onderwijs. De greep van de overheid op het onderwijs neemt evenwel gestaag toe, aangezien er met name vanuit de Tweede Kamer de wens bestaat jongeren al zo vroeg mogelijk te indoctrineren met de ‘waarden’ waar Nederland voor staat. Zo zijn basisscholen sinds 2012 verplicht om als kinderen een jaar of tien zijn aandacht te besteden aan seksuele diversiteit, om zo de tolerantie voor homoseksualiteit te bevorderen. De ouders wordt niets gevraagd.

Het signaal dat het onderzoek van NRC en NOS gaf, werd meteen opgepikt. Prompt kwam de PvdA met een initiatief om het bijzonder onderwijs af te schaffen, waarvoor steun is bij de VVD. Hetzelfde patroon was eerder zichtbaar. Toen de segregatie tussen mannen en vrouwen in de islam als problematisch werd gezien, moest hieraan iets worden gedaan. In de praktijk betekende dit dat alleen de streng-christelijke partij SGP werd aangepakt. Na de via de rechter afgedwongen intrekking van de partijfinanciering was de partij wel gedwongen om ook aan vrouwen het actief kiesrecht toe te kennen.

Het boerkaverbod is een papieren maatregel gebleken nu progressieve bestuurders het vertikken deze te handhaven. In dit geval zijn de belangen van de vrouw wel ondergeschikt aan die van een godsdienst. Orthodoxe christenen moeten het ook kunnen ontgelden, maar die vrouwen dragen alleen op zondag een hoedje waarbij de rest van hun gezicht wel zichtbaar is. Maatregelen uitsluitend gericht tegen islamitische uitwassen zijn discriminerend en stigmatiserend. Het zal dan ook geen toeval zijn dat tegelijk met het Haga Lyceum ook de orthodox-joodse Cheiderschool in Amsterdam door de minister werd aangepakt.

Verkeerde prioriteiten

Als het onderzoek van NRC en NOS één ding aantoont, dan is dat het onvermogen om voldoende toezicht op het reguliere onderwijs te houden en om bij gebleken tekortkomingen in te grijpen. Het aantal zuiver islamitische scholen is in Nederland nog steeds vrij beperkt, maar de inspectie wil blijkbaar daaraan geen extra aandacht geven en ondervindt bij die scholen vaak ook de nodige tegenwerking bij het uitvoeren van haar werk. Waarom de inspectie het onderwijs aan het Haga Lyceum in eerste instantie wel als voldoende beoordeelde, blijft vooralsnog duister.

Ook is meteen duidelijk dat het pleidooi van sommige politici, om het toezicht van de onderwijsinspectie uit te breiden naar buitenschoolse vormen van onderwijs, niet gaat werken. De reflex om dan maar alles te verbieden zien we vaker. Zo wil GroenLinks alle vuurwerk voor particulieren verbieden, omdat er mensen zijn die dit niet alleen op Oudejaarsdag afsteken. Legaliseren van bijvoorbeeld verdovende middelen is een loot aan dezelfde stam. Vaak ligt er een ideologische voorkeur ten grondslag aan de (schijnbare) onmogelijkheid om een bepaald gebod of verbod te handhaven.

Een andere reflex is dat steeds meer bevoegdheden of budget voor de overheid de oplossing is voor alle maatschappelijke problemen. Een overheid die salafisme laat woekeren als Japanse duizendknoop, maar de uitingen van Geert Wilders ondanks alle ophef over ongewenste inmenging vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid wel te vuur en te zwaard blijft aanpakken, etaleert geen onvermogen of gebrek aan bevoegdheden, maar stelt de verkeerde prioriteiten.

Wouter Roorda is econoom. Hij werkte 20 jaar bij verschillende Nederlandse ministeries, vooral op het terrein van arbeidsmarkt en sociale zekerheid. Tegenwoordig is hij actief als onafhankelijk columnist, investeerder en rentmeester.

Commentaren en reacties