Op 1 september legde de Schotse First Minister, Nicola Sturgeon, haar regeerverklaring voor aan het Schotse parlement in Holyrood. De verklaring bevatte coronamaatregelen met onder meer een fikse financiële ondersteuning van Schotse bedrijven. Maar de meest opgemerkte woorden van Sturgeon gingen niet over CoViD-19 en de crisis die erdoor heerst. Haar woorden over het voornemen van een tweede Schots onafhankelijkheidsreferendum eisten alle aandacht op. Groeiend vertrouwen De Schotse regeringspartij, de SNP, heeft al meermaals aangekondigd dat het een tweede volksraadpleging…
Plus artikel - gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Op 1 september legde de Schotse First Minister, Nicola Sturgeon, haar regeerverklaring voor aan het Schotse parlement in Holyrood.
De verklaring bevatte coronamaatregelen met onder meer een fikse financiële ondersteuning van Schotse bedrijven. Maar de meest opgemerkte woorden van Sturgeon gingen niet over CoViD-19 en de crisis die erdoor heerst. Haar woorden over het voornemen van een tweede Schots onafhankelijkheidsreferendum eisten alle aandacht op.
Groeiend vertrouwen
De Schotse regeringspartij, de SNP, heeft al meermaals aangekondigd dat het een tweede volksraadpleging wil over de Schotse onafhankelijkheid. Al klonk het ten tijde van het eerste referendum — in 2014 — dat dit een kwestie is die ‘once in a generation’ in een kieshokje beslecht wordt. De brexit veranderde dit helemaal. Schotland, met de SNP op kop, verzette zich in 2016 tegen het vooruitzicht van de brexit. Toen de Britse kiezer op 23 juni van dat jaar besliste uit de EU te willen stappen, voelden vele Schotten zich geschoffeerd. ‘Scotland voted Remain!’ klonk het verontwaardigd. Sturgeon haalde dit verongelijkte gevoel ook in haar rede aan.
Sinds geruime tijd doet de partij van Sturgeon het bijzonder goed in de kiespeilingen. Keer op keer geven die aan dat de SNP volgend jaar in mei een volstrekte meerderheid zal halen in de Schotse verkiezingen. Daarnaast lijkt ook het onafhankelijkheidsstreven te ‘boomen’. Lange tijd hielden de Schotse nationalisten de boot van een tweede referendum af, omdat peilingen bleven aantonen dat een kleine meerderheid van de Schotten nog niet klaar waren voor de onafhankelijkheid. De SNP was op basis hiervan bang om nog eens een referendumblauwtje te lopen. ‘We willen geen tweede Québec worden’, luidde de redenering bij de SNP. In het Franssprekende deel van Canada vonden er in 1980 en 1995 referenda over zelfstandigheid plaats. Twee keer draaiden die — in 1995 bijzonder nipt — uit op een nederlaag van het separatistische kamp. Het was nefast voor de onafhankelijkheidsbeweging van Québec.
Bange Boris
Het kabinet Johnson gedraagt zich sinds de uitbraak van CoViD-19 als een stuurloos schip. De premier en zijn ministers veranderen om de haverklap van koers, of het nu over toelages in de ziekteverzekering gaat, goedkope schoolmaaltijden, de resultaten van de schoolexamens, de termijn van huisuitzettingen of het dragen van mondmaskers. Boris Johnson en de zijnen zeggen eerst wit, om dan voor zwart te gaan. De regering van Nicola Sturgeon lijkt daarentegen een stabiele koers te varen. Vele Britten zeggen dat ze haar meer vertrouwen dan Boris Johnson of de belangrijkste oppositieleider, Keir Starmer.
In Londen weet de Tory-regering van Boris Johnson niet hoe het moet reageren op het Schotse verlangen. Het is nog steeds de afspraak dat het aan de Britse regering is om Edinburgh een referendum toe staan. En de Britse verantwoordelijken zijn als de dood voor ‘Spaans gedoe’ zoals we dat zagen in Catalonië. De Britten — of ze zich nu Schots voelen of niet — voeren op dat vlak ‘fair play’ nog altijd hoog in het vaandel.
De premier, het boegbeeld van de Conservative and Unionist Party, wordt als hij niet uitkijkt de man wie Schotland ontglipte. De regering is zich hiervan bewust en probeert nu een strategie te ontwikkelen om dit te voorkomen. Een van de vreemdere zetten is de tentenvakantie van de premier en zijn gezin in de hooglanden. Ministers kregen ook expliciet de opdracht om meer tijd door te brengen in Schotland. En de Schotse verkiezingen mogen voor de tegenstanders niet gaan over de onafhankelijkheid. Een minister vertrouwde aan een Brits weekblad toe: ‘Als we de campagne over de Britse unie laten gaan, en het ziet ernaar uit dat de SNP sterk zal winnen, dan zitten we met dat referendum.’
Zwakke economie
Daarom dat de Schotse oppositie wil hameren op de zwaktes van de SNP. De beleidsdomeinen waarin de partij faalt terwijl het al dertien jaar aan de macht is. Daarbij gaat het over lange wachttijden in de zorg, de Schotse schoolresultaten of onrustwekkend hoog aantal overlijdens door drugsgebruik. En dan is er nog de vaststelling dat de Schotse regering £2000 per Schot ontving van Londen om het Schotse regeringstekort bij te passen. Wordt de Britse economie door de coronacrisis het hardste getroffen van alle westerse landen, dan blijkt dat Schotland het nog slechter doet. Het land met vijf miljoen inwoners kampt met een groot economisch probleem. Dat is meteen de belangrijkste angel in het onafhankelijkheidsstreven van de SNP.
Schotland dient dringend een economisch verhaal op te bouwen. Niet het radeloze Londen, maar de eigen schaduw vormt het grootste gevaar voor het onafhankelijkheidskamp.