Op 22 december verscheen het 845 pagina’s dikke rapport van de commissie die de gebeurtenissen rond de bestorming van het Capitool in de Amerikaanse hoofdstad Washington op 6 januari 2021 heeft onderzocht. De belangrijkste conclusie stond echter niet in het rapport maar in The Wall Street Journal: de Amerikaanse instituties hebben prima gefunctioneerd en de democratie is nooit in gevaar geweest. Neutraal is het rapport van de commissie, die bestond uit zeven Democraten en twee Republikeinen, niet. De beide Republikeinen…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Op 22 december verscheen het 845 pagina’s dikke rapport van de commissie die de gebeurtenissen rond de bestorming van het Capitool in de Amerikaanse hoofdstad Washington op 6 januari 2021 heeft onderzocht. De belangrijkste conclusie stond echter niet in het rapport maar in The Wall Street Journal: de Amerikaanse instituties hebben prima gefunctioneerd en de democratie is nooit in gevaar geweest.
Neutraal is het rapport van de commissie, die bestond uit zeven Democraten en twee Republikeinen, niet. De beide Republikeinen zijn buitenbeentjes in hun partij. Voor de inhoud van het rapport zijn dan ook de Democraten verantwoordelijk.
Het rapport beschuldigt Trump van drie misdrijven: het teniet willen doen van de uitslag van de presidentsverkiezingen op 3 november 2020, het vervalsen van de lijsten met kiesmannen van staten waarvan de uitslag door hem werd betwist en het ophitsen van een menigte aanhangers om het Capitool te bestormen. Het paradoxale resultaat van het door de commissie opgestelde rapport, dat niet veel toevoegt aan wat al bekend was, is dat het bewijsmateriaal de beschuldigingen aan het adres van voormalig president Trump ook (deels) ontkracht.
Toen de eerste uitslagen op 3 november 2020 binnen kwamen, leek Trump aanvankelijk op een overwinning af te stevenen. Dat veranderde toen alle stemmen waren geteld, waarbij bleek dat de stemmen via de post massaal naar Biden waren gegaan en de opkomst in Democratische bolwerken in swing states heel hoog was. Volgens Trump kon dit alleen maar door verkiezingsfraude komen.
Nu is fraude bij de Amerikaanse verkiezingen nooit ver weg. De verklaring hiervoor is dat er legio mogelijkheden zijn, door het ontbreken van een bevolkingsadministratie en kiesprocedures die het vaak zonder veel moeite mogelijk maken meerdere keren te stemmen of namens anderen te stemmen. Vanwege corona werd de mogelijkheid om per post te stemmen sterk gepromoot, waardoor het risico op fraude groter is. Het aandeel poststemmen steeg van 25 procent in 2016 naar 43 procent in 2020. Van deze mogelijkheid zouden vooral Democratische kiezers gebruik hebben gemaakt.
Stemmen ronselen
De commissie houdt zich enigszins op de vlakte door te stellen dat er van fraude die een doorslaggevende invloed in één van de betwiste staten zou hebben gehad, geen sprake was. Onderzoek laat zien dat, als sprake was van fraude, deze niet plaats vond door te knoeien met stemmentellen, maar door stemmen te ronselen. De commissie stelt dat Trump in de periode na 3 november tientallen zaken heeft aangespannen en onderzoeken heeft ingesteld naar verkiezingsfraude. Deze hebben, ook in de ogen van door Trump benoemde rechters, geen overtuigend bewijs geleverd dat de uitslag zou hebben veranderd.
Desalniettemin bleef Trump volharden in het fraudeverhaal. Daaraan zal hebben bijgedragen dat Trump tijdens zijn presidentschap werd geconfronteerd met diverse zaken die achteraf niet waar bleken te zijn, zoals de beïnvloeding door Rusland van de presidentsverkiezingen in 2016 en het daaromheen gefabriceerde bewijs van de FBI. Of feiten die werden verdoezeld, zoals de laptop van Hunter Biden. Trump is niet ondervraagd en een aantal van zijn naaste medewerkers weigerde in te gaan op hun conversaties met de president vanwege het vertrouwelijke karakter daarvan.
In het Amerikaanse kiesstelsel wordt de president gekozen door kiesmannen. Elke staat stuurt zijn kiesmannen naar Washington, waar in een ceremoniële bijeenkomst van het Electoral College de stemmen worden geteld. Uit de getuigenverhoren van mensen uit de omgeving van Trump en binnen de Republikeinse partij blijkt dat de kiesmannen rond de eerste bijeenkomst van dit Electoral College, op 14 december 2020, unisono druk uitoefenden op Trump om de uitslag te accepteren.
Mike Pence
Het officieel tellen van de stemmen door het Electoral College vond plaats op 6 januari 2021. Dit gebeurde onder toezicht van de voorzitter van de senaat, vicepresident Mike Pence. De voorzitter heeft geen rol in het beoordelen van de stemmen, noch hebben de aanwezige leden van de Senaat en het Huis van Afgevaardigden die. Bij de verkiezing van Trump vier jaar eerder dichtten sommige Democratische leden zich een dergelijke rol overigens wel toe, net zoals in 2021 een aantal Republikeinen. De beoordeling of de verkiezingen eerlijk zijn verlopen en wie op basis van de uitslag de kiesmannen van een staat zijn, is een bevoegdheid van de individuele staten.
Trump had echter een hoogleraar rechten bereid gevonden een stuk op te stellen waarin stond dat de vicepresident deze rol wel heeft, hoewel deze John Eastman enige maanden daarvoor nog het tegenovergestelde had opgeschreven. Het rapport maakt duidelijk dat Trump met deze opvatting alleen stond. Zijn eigen juridische staf in het Witte Huis stond diametraal tegenover hem, net als Mike Pence die dit in verschillende persoonlijke gesprekken aan Trump kenbaar maakte.
Hoewel verklaarbaar uit de opvatting van Trump dat fraude alle regels opzij zet, is dit een overtreding van de verkiezingsregels waarvan de betrokkenen volgens de commissie ook zelf wisten dat dit zo was.
Tweede beschuldiging
De tweede beschuldiging over het vervalsen van de lijst met kiesmannen hangt met het voorgaande samen. Als fraude zou zijn aangetoond, dan dienden er nieuwe kiesmannen te komen. Hierin voorzagen de door Trump en de Republikeinen opgestelde lijsten. Deze lijsten hadden echter geen waarde, omdat in één oogopslag duidelijk was dat deze niet waren gevalideerd door de gouverneur van de betreffende staat. De tweede beschuldiging snijdt dan ook weinig hout.
De derde beschuldiging over het ophitsen van aanhangers om het Capitool te bestormen, is bij een nadere beschouwing ook weinig steekhoudend. Het vooropgezette plan om geweld te gebruiken zou volgens het rapport blijken uit deze Tweet en dan met name uit het gebruik van het woord ‘wild’.
Voorafgaand aan de gebeurtenissen op 6 januari waren er volgens de commissie talrijke indicaties dat het protest zou worden gekaapt door extremistische groeperingen die niet terugschrokken voor geweld. In dat licht, en gegeven de verwachte omvang van het protest, is het onbegrijpelijk dat de politie in Washington niet op voorhand versterking kreeg of dat geen extra eenheden standby werden gehouden. De commissie schrijft zelf dat pas drie uren na het begin van de rellen de politie versterking kreeg.
Speech
Rond het middaguur op 6 januari hield Trump een speech, waarna hij om 13.10 uur aankondigde om samen met de demonstranten naar Capitol Hill te gaan. Zijn beveiliging wist te voorkomen dat Trump mee ging, waarna Trump zich terugtrok in het Witte Huis. Hij bracht de middag bellend door om (tevergeefs) partijgenoten te overtuigen om zich in het Electoral College te verzetten tegen het goedkeuren van de stemmen van kiesmannen uit de betwiste staten. Toen dat niet gebeurde verstuurde hij om 14.24 uur deze tweet, die van Twitter is verdwenen. Die leidde volgens de commissie tot een escalatie van het geweld.
Na te zijn bewerkt door familie en medewerkers volgden er twee Tweets, verstuurd om 14.38 uur en 15.13 uur, waarin Trump zijn aanhang opriep geen geweld te gebruiken, en uiteindelijk om 18.01 uur de oproep om naar huis te gaan. Een veroordeling van de gebeurtenissen en een erkenning van zijn nederlaag volgen pas een dag later.
De commissie neemt het Trump kwalijk dat hij niet eerder een oproep deed aan de demonstranten om naar huis te gaan. Ze maakt Trump verantwoordelijk voor alles wat mensen deden die zeiden Trump te steunen. Dat is niet consequent. Als Trump verantwoordelijk is voor het doen en laten van zijn aanhangers, dan zijn andere politici dat ook voor hun aanhangers. De VS werden toen al maandenlang geteisterd door rellen van BLM-activisten, waarbij vele doden vielen en voor miljarden aan schade werd aangericht. Politici en media bleven beweren dat deze protesten gerechtvaardigd waren en ‘mostly peaceful’, wat geen consequenties voor hen had (en meestal ook niet voor de daders).
Geen bewijs
De commissie heeft geen enkel bewijs kunnen vinden dat er vooraf of tijdens de rellen contact is geweest tussen de relschoppers en de entourage van de president. De enige link liep via Twitter.
Om het Capitool te bereiken moesten demonstranten door poortjes met metaaldetectoren. Volgens de commissie werden daar veel wapens in beslag genomen. Het bleek voornamelijk te gaan om knuppels, messen en pepperspray. Kortom, het soort wapens dat je meeneemt om te rellen, niet om een staatsgreep te plegen. Ook uit de tv-beelden was al duidelijk dat degenen die doordrongen in het Capitool niet bewapend waren. Bezetting van de parlementaire vergaderzalen is overigens vaker voorgekomen, zoals in 2018 tijdens de hoorzittingen met kandidaat-opperrechter Kavenaugh, of werd met de inzet van voldoende mankracht voorkomen.
Lang bleven de media volhouden dat er bij de bestorming vijf doden vielen, zoals de NOS nog steeds deed in een terugblik op 23 december. Het rapport erkent impliciet dat het enige dodelijke slachtoffer een Trump-aanhanger was die door de beveiliging werd doodgeschoten.
Van de zwaar aangezette beschuldigingen door de commissie blijft alleen die over van het willens en wetens op valse gronden willen tenietdoen van de verkiezingsuitslag. Het onderzoeksrapport maakt duidelijk dat Trump zelfs in zijn naaste omgeving geen steun genoot voor zijn plannen, op een handvol vertrouwelingen na. Ook met de media en met politie en leger heeft geen contact plaatsgevonden. Dit laatste neemt het rapport Trump zelfs kwalijk in het licht van de indicaties dat er op 6 januari geweld zou plaats vinden. Dat dit Trump ook vrij pleit van het beramen van een staatsgreep ontgaat de commissie blijkbaar.
Slechte verliezer
Het beeld van Trump dat overblijft na lezing van het rapport is dat van een slechte verliezer, wiens gedrag op 6 januari 2021 moreel laakbaar was. Hij droeg voor de rellen echter geen verantwoordelijkheid.
Op basis van het rapport beslist de minister van Justitie of Trump wordt vervolgd. Of de beschuldigingen uit het rapport voldoende zijn voor een strafrechtelijke veroordeling wordt betwijfeld door serieuze nieuwsmedia als de eerdergenoemde Wall Street Journal.
Daarmee wordt een ander patroon bevestigd dat zowel politieke tegenstanders als tal van media tegen Trump laten zien: groteske beschuldigingen die vervolgens niet resulteren in concrete bewijzen van strafbare gedragingen, laat staan in een veroordeling.