JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Standpunten, korte bochtenwerk en code rood (V)

Wie is het aanhangwagentje van wie?

14/7/2011Leestijd 4 minuten

Om het levendige politieke debat dat we vandaag kennen wat te ordenen, ga ik op zoek naar standpunten, korte bochtenwerk en code rood. Standpunten verdienen respect, ook van wie ze niet deelt. Het korte bochtenwerk roept vragen op, die ik dan ook graag stel. Voor leugens of beledigingen trek ik ‘code rood’. Die moeten aan de kaak worden gesteld als inbreuken op de beginselen van de correcte debatvoering.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Net zoals na de afwijzing van de nota Vande Lanotte, wordt na het blokkeren van de gesprekken over de nota-Di Rupo de roede door de media vooral over de rug van CD&V gelegd. Daar zit een politiek standpunt achter. Voor de tweede keer mislukt (voorlopig?) de poging om N-VA op zo’n manier uit de onderhandelingen te stoten dat de anderen verder kunnen. Het ‘neen’ van N-VA stoort de meeste opiniehebbers niet, aangezien ze die liever kwijt dan rijk zijn. Maar CD&V verknoeit het spel.


framing


Zowat dagelijks vinden we voorbeelden van de gebruikte framing. (wikipedia: ‘een overtuigingstechniek in communicatie. De techniek bestaat eruit woorden en beelden zo te kiezen, dat daarbij impliciet een aantal aspecten van het beschrevene worden uitgelicht. Deze uitgelichte aspecten helpen om een bepaalde lezing van het beschrevene of een mening daarover te propageren. Zowel in de politiek als in de reclame wordt framing bewust ingezet.)


CD&V stelt zich zwak op en handelt als het aanhangwagentje van N-VA, zo klinkt het veelvuldig. Slechts enkele voorbeelden ter illustratie:


Bart Sturtewagen schrijft in zijn commentaar in De Standaard van 9 juli: ‘En CD&V is te getraumatiseerd door de verkiezingsnederlaag van 2010 om zich autonoom van de N-VA te kunnen of te durven opstellen.’ Politicoloog Marc Hooghe in dezelfde krant op 12 juli: ‘Als de CD&V afgelopen donderdag het had aangedurfd zowaar een eigen mening te hebben, dan waren de gesprekken nu al bezig.’


Of lees Yves Desmet in De Morgen van 8 juli: ‘Het afhaken van de N-VA hoeft op zich niet eens een probleem te zijn. Er blijven immers voldoende partijen over om een gewone meerderheid te leveren, er zijn er zelfs voldoende om zonder de N-VA een tweederdemeerderheid te vormen. Daar stelt zich het probleem dus niet, het stelt zich bij de CD&V, die weer monsterlijk slecht communiceerde. Want met de inhoud van de nota-Di Rupo heeft de partij geen probleem om onderhandelingen aan te vatten, alleen wil ze dat niet doen zonder de N-VA. Zelden heeft een partij zich slaafser aan de voeten gelegd van een andere. De interne partijlogica is daarbij duidelijk en zelfs begrijpelijk: zich minder Vlaams tonen dan de N-VA en tegelijk naar een akkoord moeten gaan met MR en FDF, zou dodelijk zijn voor de partij. Daar valt zelfs iets voor te zeggen.
Alleen is wat ze nu doet nog dodelijker. Wel willen onderhandelen, maar niet zonder N-VA, is tegelijk zeggen dat men wel degelijk minder ‘Vlaams’ is, maar niet langer minder ‘Vlaams’ durft te zijn. De houding van de CD&V wordt dus niet langer bepaald door een inhoudelijke overtuiging, maar door electorale angst. Dat is een puur zelfmoordscenario. Want bij de volgende verkiezingen zal het kiespubliek zich verdelen tussen de been-stijf-houders die in De Wever hun natuurlijke kopman zien, en zij die net hun buik vol hebben van die zuiverheid en een eerbaar compromis willen. In die tweedeling valt de christendemocratie pardoes tussen twee stoelen, wegens een slechte kopie van het ene en te laf voor het andere.’


Octopus


Over de communicatie van CD&V in de eerste dagen nadat Di Rupo zijn nota presenteerde, valt inderdaad wel wat te zeggen. Maar beetje journalist had wel snel kunnen achterhalen dat CD&V wel degelijk zware en ernstige inhoudelijke bezwaren had bij die nota. Waren dat bezwaren die ze uit het programma van N-VA hebben gehaald, zoals wordt beweerd?


Op 13 juli 2010 vertelde Wouter Beke op de radio: “Ik vind het alleen belangrijk dat de positie van CD&V klaar en duidelijk is. De Octopusnota is de basis en we zullen het resultaat van de onderhandelingen daaraan toetsen.”


Waar in het programma van N-VA vinden we die Octopusnota? Nergens.


Op http://analyse.deredactie.be/2011/03/28/de-octopusnota/(28 maart 2011) vinden we een uitstekende tekst daarover van radio-journalist Marc Van de Looverbosch. Enkele citaten daar uit:


‘Het gaat in feite om een update van de 5 “Heilige Resoluties” van het Vlaams Parlement uit 1999. In die 5 resoluties zijn de grote principes vastgelegd van een toekomstige staatshervorming. Met als uitgangspunt coherente bevoegdheidspakketten om versnippering tegen te gaan. Sommige bevoegdheden zitten zowel op niveau van de deelstaten als op federale niveau en dat is onhandig. Ander uitgangspunt is het behoud van de solidariteit op basis van objectieve en doorzichtige mechanismen, om een betere verdeling van de geldstromen in dit land te garanderen.‘


Welk statuut heeft die nota? ‘De Octopusnota zelf is een toespraak van Vlaams minister-president Peeters voor het Vlaams Parlement op 1/2/2008, voor hij aan het Octopusoverleg begint. Het zijn de Vlaamse krachtlijnen die iedereen bindt. Toen ondertekend door CD&V, N-VA, SP.A en Open VLD en in juli 2009 herbevestigd in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord (mét N-VA en zonder Open VLD).


Het is een soort van bijbel geworden waarop alle partijen trouw hebben gezworen, het alfa en omega van Kris Peeters, de toetssteen waaraan hij elk communautair akkoord zal afmeten. Dat heeft hij al verschillende keren herhaald in het Vlaams Parlement.’


Zelfde maatstaf


Lees het stuk van Van de Looverbosch over de inhoud van de Octopusnota en beoordeel zelf of Di Rupo in de buurt van dat Vlaamse ijkpunt is gekomen.


Het is uiteraard logisch dat N-VA en CD&V in hun oordeel steeds dicht bij elkaar uit komen, aangezien ze dezelfde maatstaf gebruiken. Wat wel vreemd moet genoemd worden is dat SP.a en Open VLD zich van de gemaakte afspraak weinig blijken aan te trekken. Nochtans vinden we in de media geen sneren naar die partijen omdat ze ‘hun aanhangwagentje vastklikken aan de PS’.


CD&V rijdt tot nu een parcours dat perfect past bij hun eigen inhoudelijke standpunten. Wie dus beweert dat CD&V zich louter afstemt op N-VA verdient een ‘code rood’ en heeft andere bedoelingen dan het publiek voor te lichten. Van politieke tegenstrevers kan zoiets nog begrepen worden, journalisten en politicologen die uit dat vaatje tappen laten hun politieke voorkeur voorgaan op hun beroepsdeontologie.


P.S.: Marc Hooghe verdient nog een ‘code rood’ (hij verzamelt die driftig). Marc Deweerdt deelt ze uit in een lezersbrief in De Standaard van vandaag. We tikken over: ‘Marc Hooghe, hoogeraar politieke wetenschappen aan de KULeuven, laat zijn licht schijnen over de politieke toestand (DS 12 juni). In zijn doorwrochte analyse waagt hij het “eens een verkiezingsslogan van vier jaar geleden te recycleren: al wat we nodig hebben is vijf minuten politieke moed.” Ik meen mij niet te herinneren dat een politieke partij met die slogan naar de verkiezingen van 10 juni 2007 is getrokken. Blijkbaar verwijst Hooghe naar een verkiezingstelevisiedebat van 11 juni 2004, waarin toenmalig CD&V-voorzitter tot premier Guy Verhofstadt zei dat “vijf minuten jullie uw woord houden in het federaal parlement” hadden volstaan om de kieskring BHV te splitsen. Let wel: “vijf minuten woord houden”, niet: vijf minuten politieke moed. Beginnen wetenschappen, ook politieke, niet met correcte basisgegevens?’ Ach Hooghe, wie gelooft die mens nog?

Commentaren en reacties