Steegjesmoraal versus klimaatbeleid
foto © https://www.canva.com/freephotos
Ivan Van de Cloot (Itinera) over zin en onzin van het klimaatdebat in België.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Stel: je komt Trump tegen in een donker steegje en je hebt een Colt bij je met twee kogels erin, wat doe je? Ik ben er nog niet uit.’ De krant De Morgen had deze quote uitgelicht bij haar weekendartikel met Nic Balthazar. Die laatste is tv-maker en als Bekende Vlaming graag geziene gast in allerlei ‘lifestyle’ formats. Ondertussen zet hij zijn bekendheid bij het grote publiek in voor ‘het redden van het klimaat’. Dat is de terminologie die typisch gehanteerd wordt in wat we de ecologistische bubbel zouden kunnen noemen. Zoals we ondertussen goed weten, zorgen sociale media net voor meer van die filterbubbles dan ooit voorheen.
Activisten willen natuurlijk net de grote structuren zoals onderwijs en de openbare omroep inschakelen. Daarom dat het absoluut niet evident is dat de VRT ambassadeur is voor Sign for my Future. Hoe reageren op de kritiek dat het opleggen van de moraal via het onderwijs of openbare omroep typisch gebeurt in totalitaire regimes?Daarom dat het zo belangrijk is voor activisten om de onhoudbare stelling dat het klimaatdiscussie niet politiek is te laten slikken. De grote inzet is deactivistische agenda te profileren als van een hoger niveau dan die van de ‘loutere’ politiek. Dat is een belangrijk punt omdat anders in vraag gesteld kan worden of maatschappelijke instellingen daarvoor zomaar kunnen geïnstrumentaliseerdworden. Kijk naar de discussie over scholen die hun leerlingen verplicht laten deelnemen aan klimaatmarsen. Dat wringt uiteraard.
Dat kinderen zoals Anuna De Wever zich engageren voor het klimaatthema is inderdaad erg krachtig. Daarom dat critici er nog al eens een punt van maken dat die jongeren oorspronkelijk vertrokken vanuit hun allerpersoonlijkste initiatief maar dat dit gerecupereerd wordt door groepen die hun agenda daaraan kunnen koppelen. Er zijn activisten die het erg zouden vinden mocht het klimaat gered worden dankzij technologie zonder dat daarvoor niet eerst een mondiale klassenstrijdgestreden moet worden.
Steegjesmoraal
Als je tegenstander de duivel is, zijn onderhandelen en compromis zelf vormen van heiligschennis. Daarom dat spindokters die zichzelf geniaal vinden om een thema te agenderen via emoties op tijd hun plaats moeten kennen. Hun arsenaal kan dan wel handig zijn, zeker in een tijd dat de emocultuur hoogtij viert. Het kan echter evengoed werken als een brandversneller in zogenaamde cultuuroorlogen. Politiek discours wordt snel emotioneel geladen en verdeeld. We komen in de verleiding om diegenen te zien met wie we het niet eens zijn, als slecht te zien.
We kunnen daarvoor naar het befaamde debat verwijzenuit de jaren 1980 tussen cultureel antropoloog Richard Shweder van de universiteit van Chicago en de psycholoog Lawrence Kohlberg van Harvard. Kohlberg ging er vanuit dat alle morele systemen slechts een opstap zijn op een pad dat uiteindelijk de hele wereld tot de westerse humanistische waarden zal brengen. Shweder beschouwde dat als de meest pretentieuze overmoed en stelde dat een scala aan ethische systemen altijd naast elkaar hebben en zullen blijven bestaan. Vandaag treedt iemand als moraalpsycholoog JonathanHaidt in die voetsporen om de cultuur van demonisering van politieke tegenstanders in kaart te brengen.
Iemand demoniseren omdat hij met je van mening verschilt, getuigt vooral van totale mislukking van morele verbeeldingskracht. De klassieke deugden (prudentie, rechtvaardigheid, zelfbeheersing en moed) doen er ons alaan herinneren dat er minstens kan gesproken worden over meerdere morele dimensies. Links-liberalen plegen bijvoorbeeld visceraal te reageren op het idee van grenzen en muren. Lang geleden wist men echter al dat als je alle muren neerhaalt, we allemaal in de regen en kou zitten. Een maatschappij gemaakt enkel volgens de recepten van links-liberalen zou onleefbaar zijn. Uiteraard is er in Europa een grote gemene deler die Trump verwerpt. Je kan ongetwijfeld een fascinerend psychologisch portret van hem schetsen. Daaruit echter afleiden, zoals vele Amerikaanse democraten doen, dat arbeiders 100 procent bedrogen zijn toen ze hun stem voor hem uitbrachten, getuigt opnieuw van weinig inzicht. Politiek — dient het beklemtoond? — gaat over veel meer dan zuiver economische belangen.
Door neerbuigend te kijken naar mensen die anders denken dan jezelf, toont men vooral tot welk narcisme de mens in staat is. Haidt dacht ooit als overtuigde Democraat zijn diensten aan die partij te moeten aanbieden maar vandaag zegt hij beide partijen te willen helpen de ander te begrijpen. Ondertussen ziet hij liberalisme en conservatisme als tegengestelde principes die goed werken als ze in balans zijn, waarbij autoriteit zowel moet worden gehandhaafd (zoals conservatieven stellen) als worden uitgedaagd (zoals links-liberalen beweren). Het minste wat gezegd kan worden is dat dit een veel vruchtbaardere manier is om het maatschappelijk debat te bekijken over vraagstukken als klimaat,maar ook migratie,dan zomaar mee te stappen in de emocultuur.
Klimaatbeleid
Emoties kunnen nuttige brandstof zijn om problemen te agenderen. Dat is echter nog iets anders dan kritiekloos messiascomplexen te cultiveren waarbij nogal eens ingebeelde morele superioriteit centraal staat. Oplossingen kunnen er alleen maar komen door ook rationele analyse en tegensprekelijk debat hun plaats te geven. Een grote plicht zit uiteraard bij de media om opiniebubbels te vermijden.
Ook in het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) wordt fors over communicatie gedebatteerd. Te veel doemberichten lijken contraproductief, maar het kan evengoed jongeren, doordrongen van het (absurde) idee dat de planeet het geen decennia meer volhoudt, aanzetten om op straat te komen. Economen becijferen de kostprijs van de opwarming met een onzekerheidsmarge die volgt uit de natuurwetenschappelijke onzekerheden. Die kostprijs kanaanzienlijkzijn, maar als economen stellen dat de cijfers ook niet direct wijzen op het omvangrijkste probleem voor de mensheid wordt daar hysterisch op gereageerd.
De complexiteit van het klimaatdossier overtreft vele malen dat van de meeste andere thema’s waar de Belgische politiek zich te vaak in vastrijdt. Terwijl we nog opgezadeld zitten met zowel klimaatnegationisten als klimaathysterici, moeten we de maatschappij vooral leren omgaan met een combinatie van grote onzekerheid en de nood aan een langetermijnvisie.De politici beseffen dat veel van hun kiezers niet geloven dat de mens in staat is tot zo’n grote transformatie. Wie zich nu al ergert aan het niveau van het klimaatdebat, kan zich best bedenken dat het nog erger kan worden tot aan de verkiezingen. Een echt klimaatbeleid moet lang worden volgehouden en dat botst met electorale druk. Het goede nieuws is dat er ook een tijd komt dat de verkiezingen weer voorbij zijn.
Evengoed speelt het beleidsmakers parten dat de Belgische inspanningen maar een druppel op een hete plaat zijn als de rest van de wereld tegelijkertijd geen grote inspanningen doet. China bouwt vandaag nog steenkoolcentrales met de bedoeling die 60 jaar lang te gebruiken. In de klimaatscenario’s werken we tot 2060 met de afbouw van fossiele brandstoffen. Voor het hele omschakelproces rekenen we al snel op een eeuw.
De complexiteit van het thema impliceert ook dat experten van veel disciplines moeten samenwerken. We lopen het risico dat er zowel te weinig als te veel technologische experten aan bod komen. We kunnen de kranten jarenlang vullen met allerlei pistes, zoals uranium winnen uit zeewater of ijzerbemesting in de oceaan. Dat moet allemaal onderzocht worden, maar als geen rekening wordt gehouden met de kostprijs van decarbonisatiepistes, doen we aan bezigheidstherapie. Alleen als we de technologische en natuurwetenschappelijke kennis kruisen met kostprijsdiscussies maken we kans om een heel systeem om te buigen.
We moeten ook valkuilen vermijden die ons kostbare tijd doen verliezen. Eigenlijk hebben we al 25 jaar een klimaatbeleid en -debat, maar zonder veel succes. Ons beleid steunde te vaak op technologiefavoritisme. De denktank Itinera toonde aan dat de oversubsidiëring van zonnepanelen waar het al sinds 2007 voor waarschuwde, tot 10 miljard euro onnodig heeft opgebruikt. We hebben een open geest nodig voor alternatieve werkwijzen en technologieën. En er is meer eerlijkheid nodig. We zijn begonnen, maar niet op de beste manier. Daar moeten we van leren.
Tags |
---|
Personen |
---|
Ivan Van de Cloot is hoofdeconoom van Stichting Merito. Hij publiceerde eerder o.a. 'Overheid + Markt', 'Taxshift', 'Roekeloos' en 'De rekening moet kloppen'. Merito site: https://www.stichting-merito.be/
Herinnert u zich nog de Britse lege winkelrekken in 2020. Allemaal door de Brexit, werd beweerd… Ondertussen lijden truckers nu minder onder dumping.
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.