‘Historisch’ haast- en broddelwerk
Een foto van de Superministerraad zegt genoeg
Geert Bourgeois (N-VA) en Bart Tommelein (Open vld).
foto © Reporters
Nog even vóór het verlof 180 agendapunten via een marathonvergadering erdoor jagen, rond cruciale materies als milieu en mobiliteit: neemt de Vlaamse regering zichzelf wel ernstig?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Vlaamse regering heeft, net voor ze op vakantie ging, via een superministerraad nog een aantal knopen doorgehakt waaronder: geen statiegeld op blik en plastic, strengere recyclagenormen voor de industrie, een streefcijfer tegen 2030 van dubbel zoveel zonnepanelen én windmolens als vandaag, een betonstop, een boskaart, een slimme kilometerheffing, een nieuw vervoersplan voor De Lijn, de verkoop van mazoutbranders stilleggen tegen 2021 (ondertussen al weer ingetrokken), … enz enz, alles samen zo maar eventjes 180 agendapunten. Voor alle duidelijkheid: allemaal beslissingen die in feite door de volgende regering moeten uitgevoerd worden, waarvan, klein detail, uiteindelijk de kiezer nog moet beslissen hoe die eruit ziet.
De Belga-foto van dit cenakel stond in alle kranten, laten we haar eens grondig bekijken. Wat zien we behalve negen lachende excellenties, met enkele niet nader gedefinieerde potjes streekproduct voor hun neus?
Claustrofoob
Ten eerste dat de Vlaamse administratie nog altijd een papieren administratie is. Ik zie welgeteld één laptop staan voor de neus van een ambtenaar die de minister-president flankeert. De rest zit achter stapels dossiers en op de grond nog wat bakken vol kaften. In 2018 vind ik dat behoorlijk confronterend, want de Vlaamse regering gaat er prat op om ‘modern’ te zijn en spiegelt zich graag aan deelstaten zoals Beieren. Helaas, de digitalisering van het beleid is nog niet voor morgen, en het staat ook gewichtiger om met dikke bundels papier onder de arm binnen te komen, iets wat vooral bij Bart Tommelein bijna euforische gelaatstrekken ontlokt. Trots om de eigen gewichtigheid, het etaleren van tonnen dossierkennis waarbij men zelfs verstrooid een maquette omver struint, de macht die lacht en bestuurt met kracht, ja, zo kennen we dit college.
Andermaal helaas: iemand zei ooit dat de Vlaamse regering bestaat uit lieden die ’s morgens in de spiegel kijken en ontdekken dat ze minister zijn. En ook dat spreekt uit de foto: een totaal gebrek aan echte grandeur eigen aan het staatsmanschap. Want kijk eens hoe de mannen en vrouwen van deze ‘superministerraad’ zich in een ruimte hebben gewrongen die wij eerder als een bezemkot zouden kwalificeren. Wie zijn stoel eens flink achteruit zet, zit in het decor of erger nog,- voor Geert Bourgeois,- katapulteert zich door het raam en komt op de keien van het Martelarenplein terecht, what ’s in a name.
De bijna claustrobe krapte van de ruimte waarin deze excellenties zich bevinden, symboliseert een gebrek aan horizon, denk ik dan, het idee dat besturen vooral ploeteren betekent en het hoofd boven water houden, lastige voetangels vooruitschuiven en knelpunten reserveren tot aan de vakantietijd wanneer niemand nog oplet en die ‘slimme kilometerheffing’ de op het strand liggende Vlaming worst zal wezen.
Restmateries op de Superministerraad
‘Het is al langer traditie dat de federale regering alle hangende dossiers er in een marathonzitting op de valreep nog probeert door te jagen. Die slechte Belgische gewoonte is overgenomen door de Vlaamse regering’ schrijft Wim Van de Velden vandaag in De Tijd. Dat brengt ons op de derde en zeker niet laatste bedenking bij het groepsportret van negen stralende ministers: het feit dat levensbelangrijke kwesties rond milieu, gezondheid en mobiliteit even worden ‘afgewerkt’ in een marathonvergadering van 20 uur (!) waar op het einde wellicht met kleine oogjes wordt afgeklopt, omdat het gewoon lang genoeg heeft geduurd. Milieu en mobiliteit worden blijkbaar als restmateries beschouwd, af te haspelen in een nachtelijk conclaaf alvorens men op het vliegtuig springt richting Costa Brava. Wat is dat voor politiek? Zijn die punten, die gaan over een langetermijnperspectief waar onze kinderen en kleinkinderen nog mee te maken zullen hebben, dan stuk voor stuk geen serene discussie waard binnen het normale tijdskader, overdag en liefst niet alreeds besprenkeld met de goede wijnen van het huisrestaurant?
En waar zit het Vlaams Parlement overigens, dat wij verkozen hebben? Moeten die hun zeg niet hebben over een en ander? Neen, want die hadden hun laatste plenaire zitting vóór het reces op 4 juli, weet ik uit goede familiale bron. Overigens hebben de partijen het zo beslist en heeft dat Parlement sowieso maar een protocollaire functie in de bananendeelstaat Vlaanderen. De debatten van de plenaire zitting, te volgen op TV voor wie werkelijk geen enkele zin meer heeft in het leven, zijn berucht voor hun slaapverwekkend gehalte.
Om zes uur ’s morgens kwam er dus witte rook uit de schouw, stapten de leden van de Superministerraad naar buiten, en gewaagde minister-president Bourgeois van een historisch akkoord. Dat vind ik ook, en de foto bevestigt het: historisch broddel- en haastwerk, waarmee nog maar eens bewezen is dat alles wat we zelf doen niét automatisch beter is.
Plus est en vous, zal ik Bourgeois en C° maar in de taal van Molière zeggen, en een volk heeft natuurlijk ook wel de leiders die het verdient. Nog een prettige vakantie.
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Het tumult na de lokale verkiezingen legt een aanslepend democratisch deficit in Vlaanderen bloot. Het cordon blijft het grote pijnpunt.
Waterramp in Spanje gebeurde in gebied waar meer dan 50 dammen gesloopt zijn.