JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

’t Kraaiennestje, een Vlaamse kribbe in Kraainem

Doorbraak redactie30/10/2011Leestijd 5 minuten

De strijd voor de Vlaamse zaak in de Rand rond Brussel, en zeker in de faciliteitengemeenten, wordt niet enkel bevochten met betogingen of bevlogen toespraken in het parlement. Het zit hem soms in de kleine dingen. Dat weet ook Ria Deweirdt, aan het hoofd van de enige Vlaamse kinderkribbe in Kraainem.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

’t Kraaiennestje, de kribbe die Ria Deweirdt mee uit de grond heeft gestampt, is een Vlaams succesverhaal in Kraainem. Op 15 oktober trokken de kinderen en het personeel in een splinternieuw gebouw. Tot nu moesten ze het rooien met containerklassen. Er is ook een lange wachtlijst voor inschrijvingen. Pas in 2013 komen de eerste plaatsen vrij. Toch heeft het heel wat voeten in de aarde gehad vooraleer er überhaupt een Nederlandstalig kinderdagverblijf in de faciliteitengemeente was.

Ria Deweirdt: ‘Tot 2000 was er enkel privéopvang en was alles in het Frans te doen. Vanuit de oppositie in de gemeenteraad – Ria Deweirdt zetelt nog steeds als onafhankelijke in de Vlaamse fractie OPEN, samen met Open Vld en CD&V – hebben wij dan de vraag gesteld of de gemeente een initiatief kon nemen en in Nederlandstalige opvang kon voorzien. Toenmalig FDF-burgemeester Léon Maricq vond dat het rijke Kraainem daar geen behoefte aan had. Elke burger was volgens hem welstellend genoeg om huispersoneel of (Franstalige) privéopvang te bekostigen. Wij wisten natuurlijk wel beter en hebben dan maar zelf de handen uit de mouwen gestoken.’

Doorbraak: Hoe hebt u het voor elkaar gekregen om voor Nederlandstalige opvang te zorgen?
‘De erkenningaanvraag bij Kind & Gezin hebben we snel gekregen, maar omdat de subsidiëringwetgeving zou veranderen in 2001, moest alles op een kleine zes maanden in orde zijn. We hebben daarom aangeklopt bij de provincie Vlaams-Brabant en konden gelukkig containers overnemen die hadden gediend voor de bouw van de nieuwe terminal op de luchthaven van Zaventem. Daarin hebben we acht jaar gezeten en nu, na elf jaar en met steun van de Vlaamse Gemeenschap, kunnen we eindelijk het gloednieuwe gebouw in gebruik nemen.’

Kreeg u dan absoluut geen steun vanuit de gemeente?
‘Kraainem is nog altijd een Vlaamse gemeente en dus moest het gemeentebestuur sowieso aankloppen bij Kind & Gezin voor een erkenning. Maar dat wou men niet en dat wil men trouwens nog altijd niet. Dus de eerste cent van de gemeente Kraainem zelf moet ik nog zien. Toch hebben we toen een eerste strijd gewonnen van burgemeester Maricq, want na veel onderhandelingen hebben we uiteindelijk de grond waarop de nieuwbouw staat in erfpacht gekregen. Maar dat is ook alles. Misschien is het wel beter zo. Ik moet aan niemand rekenschap afleggen en niemand bedanken. We hebben het allemaal zelf gerealiseerd met Vlaamse centen.’

Een Vlaamse kribbe in de meertalige realiteit van Kraainem lijkt niet evident.
‘Ik denk dat we op die elf jaar onze plaats hebben veroverd. Het lijkt misschien onwaarschijnlijk in deze context, maar mijn algemene ervaring is dat de jonge gezinnen  bewust kiezen voor een Vlaamse kribbe. Ze beseffen blijkbaar toch dat ze in een moeilijke situatie zijn terechtgekomen en willen dat hun kind van jongs af aan Nederlands leert. En het zijn zeker niet enkel Vlaamse gezinnen die bij ons aankloppen. Ons publiek is even gevarieerd als Kraainem zelf, dat meer dan tachtig nationaliteiten telt. Iedereen is welkom.’

Een bewuste keuze voor het Nederlands in Kraainem, dat klinkt positief.
Dat is het wonder van deze kribbe. Iedereen aanvaardt ons en de mensen, zelfs de anderstaligen willen ook komen naar een Nederlandstalige opvang. Ze willen dat hun kind van bij de start Nederlands hoort, om daarna de overstap te maken naar het Nederlandstalig kleuter- en basisonderwijs. Ik stel me wel de vraag hoe lang we die kinderen in ons systeem kunnen houden. Is dat hun hele schoolcarrière of kiezen ze uiteindelijk toch voor Franstalig secundair onderwijs? Daar heb ik geen cijfers over, dus daar kan ik niet over oordelen. Maar het zou wel interessant zijn om dat eens te meten.’

Is het dan alleen maar rozengeur en maneschijn?
‘Ik vind het vooral een heel boeiend proces, maar het verhaal is natuurlijk niet rechtlijnig en eenduidig positief. Vorige week nog bijvoorbeeld meldde een Franstalig gezin, waarvan de oudste zoon bij ons heeft gezeten, dat het zijn tweede kind toch naar een Franstalige opvang gaat sturen. De oudste kon blijkbaar niet volgen in de kleuterklas en daarom haken ze vroegtijdig af. Veel ouders willen een basis in het Nederlands voor hun kinderen en meestal kunnen die daarop voortbouwen in hun verdere schoolcarrière, maar soms loopt het niet perfect. Ik kan alleen maar zeggen, mochten zoveel ouders in eerste instantie hun kinderen niet naar een Nederlandstalige opvang willen brengen, dan zouden we niet meer bestaan. ‘

Hoe reageert de Franstalige meerderheid op het succes van ’t Kraaiennestje?
‘De Franstaligen zijn eigenlijk stikjaloers, vooral dan nog onze schepen van Onderwijs. (FDF-politica Véronique Caprasse, ook niet-benoemd kandidaat-burgemeester van Kraainem – red.) Nu wij uit onze containers trekken en verhuizen naar de nieuwbouw hadden wij voorgesteld om die klassen te laten gebruiken door de Nederlandstalige kleuter- en basisschool die naast ons ligt. Zij kampen met plaatsgebrek en dat leek ons een goede voorlopige oplossing. Maar Caprasse vond het welletjes zo en stelde dat de Vlamingen al zoveel centen kregen. Nu moeten wij extra betalen om de containers te laten afbreken.’

Is dat tekenend voor hoe het er hier politiek aan toe gaat?
‘Toch wel. Het zijn vaak de kleine dingen die het politieke klimaat scheppen. Wij staan hier in Kraainem niet met getrokken messen tegenover de Franstaligen. Ik ken zelf enkele gezinnen en in de omgang zijn die mensen heel aangenaam. Zij spreken zelfs nooit Frans tegen mij, ook al weten ze dat ze dat mogen volgens het charter van Kind & Gezin. Dat is een teken van respect en dat apprecieer ik. Maar in de politiek gaat het er vaak anders aan toe.’

Voelt u zich een Vlaamse Beweger?
‘Ja. Sinds wij hier in Kraainem zijn komen binnenwaaien in 1972, hebben mijn echtgenoot (oud-VRT-journalist en oud-hoofdredacteur van het Belang van Limburg Marc Platel – red.) en ik heel actief deelgenomen aan allerlei Vlaamse initiatieven, vooral via de cultuurraad en wat later in het gemeenschapscentrum De Lijsterbes. Ik ben altijd heel betrokken geweest, dus misschien is deze kribbe wel een beetje een late roeping geweest. Praten kan iedereen, maar ik wilde ook echt iets doen aan de problematiek van de verfransing. Je zou kunnen zeggen dat ik aan Vlaamse beweging doe op de kleinste schaal, via het kind de taalsituatie in Kraainem aanpakken. Op die manier houden we Kraainem een klein stukje Vlaams.’

Hoe hebt u de verfransing van Kraainem zien evolueren?
‘Toen wij hier aankwamen was dat proces natuurlijk al bezig. Maar de toestand van vandaag is niet enkel een verfransing, maar veeleer een internationalisering. We hebben Europa letterlijk zien binnenvallen. Dat zie je nu ook aan het publiek in de kribbe. Ik heb bijvoorbeeld enkele stellen die voor de Europese Commissie werken. Het gekke is dat de buitenlandse mensen veel beter lijken te beseffen in wat voor een situatie ze zijn terechtgekomen. Ik heb bijvoorbeeld een Iranees en een Indiaas gezin die perfect Nederlands spreken omdat ze hier gestudeerd hebben en in Vlaanderen werken. Ook  Europese gezinnen lijken het normaal te vinden dat zij en hun kinderen Nederlands moeten kennen. Bij Franstalige landgenoten is dat minder vaak het geval. Dat vind ik toch wel merkwaardig.‘

Is dat een kans voor de Vlamingen in Kraainem om hun electorale positie te versterken?
‘Voorlopig niet, neen. Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen hebben we geprobeerd om de Europeanen te betrekken bij de lijst OPEN, maar dat is toen niet gelukt. Het probleem is dat ze dikwijls wel moeite doen om de taal te leren, maar echt betrokken bij het gemeenschapsleven zijn ze niet. Neem nu bijvoorbeeld de Ierse inwijkelingen, de grootste groep. Ze hebben hun eigen kerk, bibliotheek, bars. Ze leven veeleer wat teruggetrokken in hun eigen gemeenschap. Ook bij de Italianen en de Grieken vinden we meestal hetzelfde verhaal. Daarom blijven we het via de kinderen proberen.’

Wat mag de toekomst brengen voor ’t Kraaiennestje?
‘We zijn met het comité voor Vlaamse mandatarissen uit de randgemeenten al verschillende keren gaan aankloppen bij het kabinet van Vlaams minister voor de Rand Geert Bourgeois. We hebben nu een groter gebouw en zouden, mits de middelen, aan meer kinderen opvang kunnen geven. De minister belooft ons elke keer dat we onze capaciteit zullen kunnen verhogen. Zoals ik al zei, we hebben in ’t Kraaiennestje een lange wachtlijst en ik hoop dat we dat in de nabije toekomst kunnen realiseren. Maar goed, ik denk dat we op onze eigen, bescheiden manier goed bezig zijn. Hopelijk kunnen we daarop voortbouwen.’

De redactieploeg van Doorbraak bestaat uit een grote groep redacteuren. Standpunten en andere artikelen kunnen verschijnen als "De Redactie". Uiteraard betekent dit niet dat al onze redacteuren per definitie aan deze standpunten gebonden zijn.

Commentaren en reacties