Iemand voor u laten werken: het is een oer-ambitie van elk menselijk wezen, die zelfs los staat van elk politiek systeem. Rangordes bestaan uiteraard al in de dierlijke roedel, en naar het schijnt houden zelfs mieren er slaven op na, maar de echte verknechting begon toen de mens zich vestigde en aan landbouw begon te doen, een goeie 10.000 jaar geleden. Het grondbezit vergde onderaannemers en werkvolk, tot en met de slavernij. De stad en uiteindelijk de staat zijn voortgekomen…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Iemand voor u laten werken: het is een oer-ambitie van elk menselijk wezen, die zelfs los staat van elk politiek systeem. Rangordes bestaan uiteraard al in de dierlijke roedel, en naar het schijnt houden zelfs mieren er slaven op na, maar de echte verknechting begon toen de mens zich vestigde en aan landbouw begon te doen, een goeie 10.000 jaar geleden. Het grondbezit vergde onderaannemers en werkvolk, tot en met de slavernij. De stad en uiteindelijk de staat zijn voortgekomen uit deze hiërarchische landbouwgemeenschappen met bijbehorend repressie-apparaat.
De tijden zijn veranderd, de hiërarchieën gebleven. Iemand moet het vuile werk opknappen. Vandaag heten de ondergeschikten human resources, wat toch al weer wijst op dezelfde objectivering. Het is domineren of gedomineerd worden. Mishandeling en vernedering van ondergeschikten probeert men te bannen, maar ook die excessen lijken een constante, zie de zaken rond ‘grensoverschrijdend gedrag’, pesten op het werk, directeurs die hun ondergeschikten terroriseren, etcetera.
Theater en bordeel

U wil niet weten wat die ober in uw soep doet als u hem slecht behandelt (Manuel in ‘Fawlty Towers’)
Om den brode naar de pijpen dansen van de baas, het is de frustratie van 90% van de actieve bevolking. Gelukkig brengt de vrije markt soelaas en kan iedereen op tijd en stond wel eens meestertje spelen, dat lucht op. De manier waarop de Franse restaurantkeuken is ontstaan, typeert deze behoefte: na de Franse Revolutie had elke citoyen maar één droom, namelijk ook eens kunnen tafelen met personeel rond hem, zoals de aristocraten voorheen. Als alle heren de guillotine gepasseerd zijn, willen de knechten hen na-apen, zo werkt dat. De kelner is een substituut-lakei die je met een vingerknip kan roepen (‘garçon!’) waarmee je eens kan lachen (niet teveel, ongemerkt spuwen in de soep blijft een dreiging), en die nadien bedelt om een fooi, die je wel of niet kan geven.
Vermoedelijk draait ‘eens gaan eten’ minstens evenveel om dit meester-knecht-spelletje als om het eten zelf. Het is een heilzaam neveneffect van de Verlichting en ook nog goed voor de horeca: kleinburgers die in het normale leven vooral moeten gehoorzamen, en een restaurant bezoeken om een paar uur ook eens voor heer te spelen, ten koste van een gelegenheidsknecht. Het restaurant is theater én bordeel. Voor de rest moeten we het stellen met een poetsvrouw – de tweeverdieners dan toch – en het zorgpersoneel, als we oud of ziekjes zijn. In het ziekenhuis komt de verpleegster uw eten brengen, uw kussen schikken en u zelfs wassen, maar ze gedraagt zich duidelijk als ziekenhuis-werkneemster en niét als uw bediende, dus pas daarmee op.
De meest elegante, verfijnde vorm van ondergeschikte die men in huis kan hebben, is de Engelse variant, genaamd butler. Iemand die geboren lijkt om te dienen, altijd met twee woorden spreekt, meestal James heet, en u kan zeggen welk weer het morgen zal zijn maar ook moeiteloos Sartre kan citeren indien gewenst. Noteer dat het woord ‘butler’ ook weer van Franse oorsprong is, en komt van het woord boteillier, wijnschenker ofte keldermeester. In vino veritas.
Slimme huizen, domme eigenaars

G.W.F Hegel (1770-1831), bedenker van de meester-knecht-dialectiek.
Genoeg geschiedenis. Men kan vandaag voor butler studeren, en er bestaan bedrijven die butlers verhuren, voor communiefeesten, om indruk te maken bij het eerste bezoek van een aanminnige, maar ook voor langere tijd als u zich dat kunt permitteren. Voor de middenklasse is het automatisch huispersoneel uitgevonden, zijnde de domotica. Klapklap, en er galmen zoetgevooisde klanken uit de muziekboxen, en nog wel uw favorieten. Het is begonnen met een banale poort-met-afstandsbediening, maar geleidelijk aan werd de heer des huizes helemaal ingebed in een ambiënte bubbel vol elektronische snufjes die de indruk geven van acht man huispersoneel te bezitten.
De indruk. Want uiteraard houdt dat comfort een valstrik in: de houses worden smart houses, slimme huizen, dus wordt u ook evenredig dommer en gedraagt zich op de duur als een baby. De infantilisering leidt ertoe dat u werkelijk niet meer in staat bent om die radio – mét zelfgenererende playlist – manueel te bedienen. U weet niks, u kunt niks, zelfs de handleiding is Chinees. Vanaf dan is het al te laat.
Vanaf dan ook is het nuttig Hegel te herlezen, als u zelf nog tot aan de boekenkast geraakt… de wat? De Duitse filosoof G.W.F. Hegel dus, die heel de geschiedenis opvat als een lang uitgesponnen meester-knecht-dialectiek. Hij vertrekt van het standpunt, zie hoger, dat ‘willen domineren over de andere’ een oeroude behoefte is, maar ook tot dubbelzinnige situaties leidt. Want de baas heeft twee linkerhanden en is afhankelijk van zijn ondergeschikte. Dus is de knecht eigenlijk meester? En wat zegt dat over al die huiselijke snufjes? Wie domineert wie?
Zelfmoord op advies

Breder beschouwd is dat de valstrik van alle techniek, en Google is uitermate ambitieus op dat vlak. Elke morgen probeert die behulpzame Google Assistant opnieuw mijn leven binnen te dringen: ‘Wat kan ik voor u betekenen?’ Niks dus. Voorlopig toch. Binnenkort heeft elke nieuwe wagen zo’n steward(ess), die u al bij het instappen begroet en uw zetel in de juiste stand zet. Net dat hoffelijke, die opdringerige behulpzaamheid, alleen de slechtste karakters en meest aftandse reptielen zoeken dan naar de uit-knop.
Met de Artificiële Intelligentie komen we in een nieuwe fase van de uitlevering van onze autonomie, en kan de internetbutler reeds een liefdesbrief op maat verzinnen, een thesis schrijven, het plan van uw tuin tekenen, uitleggen wie Johan Sanctorum is (‘een Belgische patriot’, er is nog werk aan), maar ook existentiële vragen beantwoorden en voor morele coach spelen. Iemand heeft zich al het leven benomen omdat een chatbot hem dat aanraadde, en het is helaas geen grap.
Natuurlijk verdient iemand daar veel geld aan, zoals in de vrije markt betaamt. Achter de algoritmes zit een zakenmodel van mensen die rijk willen worden of nóg rijker, maar die ook Google Assistant nodig hebben om zich zelfs maar hun eigen verjaardag te herinneren. Het is dus een slang die in haar eigen staart bijt, niemand ontsnapt aan de verknechting, ook de superrijken niet. Het idee dat dit monster naar Hegeliaanse geplogenheden een soort ‘bewustzijn’ zou kunnen krijgen, of dat misschien al heeft, geeft me bijna goesting om de bijl in mijn pc te zetten. Belachelijk, want dan zou u dit ook niet kunnen lezen. Toch blijft de uit-knop een te koesteren onderdeel, neem dat zeer breed op. Bye-bye, Google.