Ten oorlog!
Is politiek een wedstrijd onder strategen, of waarover gaat dit eigenlijk?
Tom Lanoye: ‘Ten oorlog”, monoloog
foto ©
‘Briljante zet’, zo beoordelen de media en de politieke koffiedikkijkers unaniem het besluit van N-VA-voorzitter Bart De Wever om te gaan voor het Vlaamse minister-presidentschap, en onder luid getoeter weerom de oorlog te verklaren aan de oervijand, de PS van Elio Di Rupo. Kiezersbedrog in Antwerpen? Ja maar, stelde de verkozen burgemeester met trillende stem, ‘het gaat nu om een …
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Briljante zet’, zo beoordelen de media en de politieke koffiedikkijkers unaniem het besluit van N-VA-voorzitter Bart De Wever om te gaan voor het Vlaamse minister-presidentschap, en onder luid getoeter weerom de oorlog te verklaren aan de oervijand, de PS van Elio Di Rupo. Kiezersbedrog in Antwerpen? Ja maar, stelde de verkozen burgemeester met trillende stem, ‘het gaat nu om een hoger doel, we trekken naar de loopgraven, elke soldaat is gemobiliseerd: wie voor ons stemt, stemt tegen de PS !’.
A la guerre comme à la guerre. Daarmee is het marsorder voor elke militant duidelijk, en gelieve niet te pruttelen over leugens en bochten. Het was overigens Elio Di Rupo zelf die regel nr. 1 van het politiek handboek nog eens had bestudeerd: creëer een sterk vijandbeeld. Dat was uiteraard de staatsgevaarlijke N-VA… die de bal dankbaar in ontvangst nam en terug trapte. De rest van politiek België stond er naar te gapen: de twee antipoden hadden elkaar weer gevonden en zogen elk aan hun kant van de taalgrens alle media-aandacht op.
Regel nummer twee volgt daaruit: gooi als eerste de bom. Die eer komt Di Rupo toe, maar De Wever heeft in Vlaanderen de agenda gezet. Daarbij werd een zekere Erik Saelens van stal gehaald, de blitse marketeer, bedenker van de kaboutercampagne, eigenaar van het reclamebureau Brandhome en liefhebber van exclusieve autorally’s zoals Gumball 3000. Dat is een internationale wedstrijd voor Ferrari’s en Lamborghini’s, op de openbare weg gereden onder het motto ‘alles toegelaten’. Verkeersboetes worden gewoon geïncasseerd, champagne zuipen en sigaren aansteken met briefjes van 500 euro hoort er ook bij. Het verkeersreglement, dat is iets voor sukkels.
De partij als marketingmachine
Het motto om als eerste de bom te gooien is Saelens dan ook op het lijf geschreven, en gezien de tot aan het deksel gevulde oorlogskas van de N-VA (met dank aan de partijdotaties) mag daar een stevige factuur tegenover staan. Maar ondertussen is deze verkiezingsstrijd nu al een onderonsje geworden van strategen, communicatiespecialisten en reclamelui. En dat stoort me eigenlijk wel, zoals ook de felicitaties van de mainstreammedia over ‘slimme trucs’ en ‘briljante zetten’ misplaatst zijn. Want het versterkt alleen maar de Machiavellifactor in de politiek (ook voor deze Florentijnse strateeg gold het devies ‘alles is toegelaten’), het belang van sluwheid, niet in zijn kaarten laten kijken, A zeggen en B doen, enzovoort. In de reclame zijn dat gangbare praktijken, de figuur van Noël Slangen heeft bij ons grenzen verlegd. Maar als deze logica in de politiek domineert, zitten we met een probleem, en blijkt macht inderdaad samen te vallen met leugen.
Is het dat wat we willen als burger? Kan de doorsnee militant daarmee leven? De partij als marketingmachine? Ik vraag het me af. Eerlijkheid schijnt zo langzamerhand een belachelijke eigenschap te zijn geworden, iets voor idioten. Van de weeromstuit geeft dit ook aan de ‘gewone’ man en vrouw, aan jongeren, de boodschap dat het er toch op aan komt om de medemens een stap voor te blijven door als een sluwe haai door het leven te gaan, eerder dan als een empathische dolfijn. Anders gezegd: deze politique politicienne bederft niet alleen de Wetstraat en het Martelarenplein, maar tast ook de mentale integriteit aan van de kiezer die steeds maar weer de kaarten mag leggen. Vreselijk overigens, dit cliché-metafoor: wij schudden/verdelen de kaarten, zij zullen ermee spelen. Niemand staat er nog bij stil, maar dat op zich is al een belediging voor de burger als vierde macht waarvoor de drie andere machten überhaupt een dienende reden van bestaan hebben. Men kan dat inzicht ‘populistisch’ noemen, maar men moet vooral de thermometer niet met de ziekte verwarren.
Terug dikke vrienden
Zo blijken particratie, strategisch vernuft en ordinaire trukken-van-de-foor tot één universum te behoren, en worden wij als kiezer verzocht te applaudisseren telkens een politicus of een partij een bocht maakt. Dedecker zal scheep gaan met de partij die hem ooit aan de deur zette en waartegen hij jaren fulmineerde, omdat het hem een kamerzetel en wie weet een ministerpost oplevert. Goed gespeeld.
Bart De Wever en Tom Meeuws zijn terug dikke vrienden, onder de vlag van de verzoening, maar spoel de film even terug naar de voorbije zomer, de tranen van de Antwerpse burgemeester (‘Dat men mijn integriteit door het slijk haalt, maakt me bijzonder verdrietig’), en vraag u af: wat was er nu echt en wat niet? En staat het dan ook niet in de sterren geschreven dat Di Rupo en De Wever elkaar zullen vinden na mei 2019, onder het motto ‘het was maar om te lachen’?
Men kan het allemaal wel amusant en spannend vinden, en de media smullen ervan, maar dit theater speelt zich af met ons geld en gaat over ons (samen)leven, wat voor een soort maatschappij wij willen, en wie we daarvoor mandateren als bewindvoerder. In heel de tactisch-strategische speeltuin is vermoedelijk geen tiende van de acteurs nog begaan met waarvoor ze uiteindelijk door ons betaald worden. Daarom zal ik stemmen voor een politicus/a waarvan ik vermoed dat hij/zij niet aangetast is door de logica van ‘het doel heiligt de middelen’. Want dat is een dodelijke logica. De N-VA kan met Erik Saelens wel de verkiezingen winnen, maar op het einde van het verhaal zal de burger zich ontgoocheld verder van de politiek afkeren. En wat er dan in de plaats kan komen, daar durf ik zelfs niet aan denken.
Categorieën |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bereid u voor op een oorlog die overal en nergens is, zeggen experts. Misschien bestaat die al veel langer dan we dachten…
‘De papieren krant bestaat nog, maar je voelt aan alles dat dat niet zo lang meer gaat duren’, meent Jonathan Hendrickx.