Terughalen IS-ers verdeelt Nederlandse politiek
Hoe daders slachtoffers worden
Bouchra Abouallal, één van de door Rudi Vranckx geïnterviewde IS-vrouwen
foto © vrt
De roep om IS-ers terug te halen naar Nederland klinkt steeds luider. De aandacht voor hun daden verdwijnt steeds meer naar de achtergrond.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe roep om IS-ers terug te halen uit Syrië en Irak werd de afgelopen maanden in Nederland met steun van de media steeds luider.
Een groep van 23 IS-vrouwen en hun 56 kinderen spande op 1 november jongstleden een kortgeding aan tegen de Nederlandse staat, waarin ze eisten te worden gerepatrieerd naar Nederland. De rechter gaf hen gedeeltelijk gelijk, door te stellen dat de Nederlandse regering zich moest inspannen om de kinderen terug te halen. Wel ontzegde de rechter de vrouwen het recht op gezinshereniging. Dit laatste lijkt onhoudbaar in het licht van allerlei verdragen en wetten die verhinderen dat ouders en kinderen uit elkaar worden gehaald.
Zaak voor de politiek
In een door de staat aangespannen spoedappèl tegen deze uitsprak oordeelde het gerechtshof in Den Haag op 22 november jongstleden dat het wel of niet terughalen van deze groep vrouwen en kinderen niet aan de rechter is om te bepalen, maar een zaak voor de politiek. Een dergelijke uitspraak wordt zo langzamerhand een zeldzaamheid, aangezien rechters menen zich overal mee te moeten en kunnen bemoeien. De IS-vrouwen legden zich uiteraard niet neer bij deze uitspraak en besloten naar de Hoge Raad te stappen, met het verzoek om in januari aanstaande een voor hen positieve uitspraak te doen.
Intussen zijn de coalitiepartijen verdeeld. D66 en CU willen de kinderen ophalen; VVD en CDA willen dat niet. Beide laatstgenoemde partijen willen dat IS-ers daar berecht worden en dat is ook het kabinetsstandpunt. Het VVD-Kamerlid Dilan Yesilguz zei zelfs dat de VVD het opleggen van de doodstraf op de koop toe neemt, maar is teruggefloten door VVD-minister Blok van Buitenlandse Zaken. Om het nog gecompliceerder te maken: VVD en CDA stemden in het Europese Parlement dan weer wel voor de resolutie om IS-kinderen in Noord-Oost Syrië op te halen, hoewel ze dat zelf ontkenden. Deze resolutie is met grote meerderheid aangenomen.
Erbarmelijke omstandigheden
Op tv zien we in programma’s als Nieuwsuur bij de NPO de ‘erbarmelijke’ omstandigheden waarin IS-ers verkeren, en dan met name hun kinderen die vooral in beeld komen. Naar eigen zeggen hadden ze geen weet van wat zich allemaal in het kalifaat afspeelde. Ze waren afgereisd naar het Midden-Oosten om humanitaire hulp te verlenen in oorlogsomstandigheden of als kok. Het item sluit steevast af met de oproep om de IS-ers (uiteraard op staatskosten) te repatriëren. Vaak gedaan door hun advocaat, die fungeert als vaste studiegast. De voorstanders komen op tv en in de media uitgebreid aan het woord. Tegenstanders komen slechts summier of niet aan bod. Over de misdaden van IS zwijgt men.
De terugkeer van eerder naar Nederland gereisde Syriërs is dan weer onmogelijk, onder andere omdat er geen rechtstreekse vluchten zijn, en is in ieder geval geen thema voor de staatsomroep.
Executies
De Nederlandse veiligheidsdienst AIVD concludeerde in januari 2016 dat geweld inherent is aan IS: ‘Het wordt op dagelijkse basis toegepast, verheerlijkt en gepredikt.’ Geradicaliseerde moslims die afreizen naar het kalifaat zijn volgens de AIVD in ieder geval vanaf 2014 hiermee ‘zonder uitzondering bekend’.
Zij hebben beelden via bijvoorbeeld internet gezien van bloederige executies, waaronder van westerse journalisten als James Foley en Steven Sotloff in de zomer van 2014, en weten van door IS opgeëiste aanslagen in Europa, Afrika en Azië. Tienduizenden leden van minderheden als christenen en jezidi’s zijn verkracht, vermoord of tot slaaf gemaakt. Het geweld in het kalifaat was totaal, iedereen wist ervan en was op zijn minst medeplichtig volgens de AIVD.
Vanuit Nederland reisden volgens de AIVD 310 volwassen mensen af naar het kalifaat, waarvan er 85 omkwamen en 55 terugkeerden naar Nederland. De resterende 170 zitten waarschijnlijk vast in Syrië of Irak. Deze 170 gingen tot het eind door met vechten voor IS. Zij maken deel uit van een organisatie die een gevaar vormt voor de nationale veiligheid en moeten om die reden de Nederlandse nationaliteit verliezen. Zo staat het in de wet, maar de praktijk is anders. Het Openbaar Ministerie (OM) beijvert zich om hen in Nederland te berechten. Een vreemde zaak, daar de inzet van het kabinet juist is om dat ter plaatse te doen. Bovendien is het OM al chronisch overbelast, waardoor teveel misdrijven die in Nederland plaats vinden eindigen met een seponering.
Uitzettingen
Turkije stuurde vorige maand twee IS-vrouwen terug naar Nederland. Het vreemde is dat Nederland niet zomaar ongewenste vreemdelingen naar Turkije kan uitzetten, maar omgekeerd is het ondanks kennelijke protesten van Nederlandse kant geen probleem.
Een van de twee, Xaviera S., bedreigde vanuit het kalifaat via sociale media onder andere journaliste Brenda Stoter Boscolo, die zich inzet voor het lot van Jezidi’s, met de woorden: ‘Het is dat je niet om de hoek bent, anders kwam ik wel even met mijn AK-47 op je af lopen.’ De andere vrouw heeft alleen nog de Marokkaanse nationaliteit, maar werd toch naar Nederland op het vliegtuig gezet (en door de luchtvaartmaatschappij meegenomen, wat geen usance is). Het OM stuurde haar niet door naar Marokko, maar wenst haar in Nederland te vervolgen.
Collateral damage
En dan is er nog de kwestie van de 70 burgerdoden bij het bombardement door de Nederlandse luchtmacht op 15 juni 2015 op een autobommenfabriek in Irak. Door de aanwezigheid van een groter dan op basis van inlichtingen verwachte hoeveelheid explosieven ging niet alleen de fabriek de lucht in, maar liepen ook omliggende gebouwen forse schade op. De aanval is onderzocht door het OM en die kwam tot de conclusie dat de procedures correct zijn gevolgd. Iedereen snapt dat een fabriek die bommen produceert voor het uitvoeren van aanslagen, een legitiem oorlogsdoelwit is en dat daardoor veel ellende is voorkomen.
De linkse oppositie kon dit legitieme gebruik van geweld moeilijk verkroppen en richtte zich, toen bleek dat de luchtmacht geen verwijt trof, knarsetandend op het naar boven halen wie wanneer en door wie was geïnformeerd. Ook riep zij meteen om schadevergoeding voor de nabestaanden, welke het kabinet niet van plan is te geven.
Stennis door Hennis
Toenmalig minister Hennis van Defensie berichtte de Tweede Kamer op 22 juni 2015 dat er geen sprake was van burgerdoden bij de aanval. Huidig minister Bijleveld moest toegeven bij het debat hierover in november jongstleden dat dit niet correct was en ook dat volgens haar informatie premier Rutte en de PvdA-ministers Koenders en Ploumen van Buitenlandse Zaken waren geïnformeerd over burgerslachtoffers. Beide laatstgenoemden ontkenden dat meteen. Rutte zei het zich niet te kunnen herinneren, wat weer veel ophef veroorzaakte.
Zelf zei Hennis (inmiddels VN-gezant in Irak) hierover in Elsevier Weekblad vorige week: ‘Had toen het aantal van zeventig burgerdoden vastgestaan, dan had ik dat heus wel onthouden.’
Inmiddels had het Tweede Kamerlid Öztürk (DENK) de piloot van de F16 uitgemaakt voor moordenaar. Hij bond in toen 250 (oud-)militairen dreigden aangifte tegen hem te doen.
Dubbele moraal
Wat al deze voorvallen laten zien is dat de politiek en de mainstream media vooral aandacht besteden aan mogelijke Nederlandse wandaden in Irak, waar bij een op zich correcte aanval helaas zeventig burgerslachtoffers zijn gevallen, en aan het lot van IS-ers in gevangenschap, waar ze thuishoren. Dat contrasteert sterk met de geringe aandacht die er de afgelopen jaren is geweest voor de slachtoffers van IS.
De lobby voor terugkeer is veelomvattend. Van de (nogal linkse) kinderombudsman tot de door George Soros gefinancierde actiegroep European Council on Foreign Relations die zich in een open brief sterk maakt voor het terughalen van IS-ers. Inmiddels wordt ook de racisme- en discriminatiekaart gespeeld door een mevrouw die de IS-kinderen vergelijkt met relschoppende kinderen in Duindorp en pro-Zwarte Pietactivisten (maar niet met kopschoppers in Gorinchem).
Deradicalisering
Ook tal van ogenschijnlijk neutrale wetenschappers doen hun zegje in de media. Volgens hen heeft Nederland niet alleen de morele plicht om de kinderen op te halen, maar zijn dit over tien jaar wandelende tijdbommen. Ook zouden er pleeggezinnen en uitstekende deradicaliseringsprogramma’s voor hen beschikbaar zijn, als ze hier naar toekomen.
Volgens Jason Walters, die eerder radicaliseerde maar tijdens zijn gevangenschap tot inkeer kwam, is er wat deze programma’s betreft ‘wetenschappelijk nul bewijs dat zoiets werkt’. Naast de effectiviteit zijn er nog wel wat andere zaken aan te merken. Een veroordeelde toonde zich een recidivist door als jongerenwerker van de gemeente Amsterdam opnieuw de jihad aan te prijzen. Een ‘radicaliseringsadviseur’ van diezelfde gemeente gunde opdrachten aan iemand met wie ze een relatie had.
Reageerders trokken op Twitter parallellen met Nederlandse Oostfrontstrijders die de Nederlandse regering in 1945 toch ook niet repatrieerde. Hoewel men de Tweede Wereldoorlog er bij tal van zaken onterecht bijhaalt, is dit nu eens een terechte vergelijking.
Wouter Roorda is econoom. Hij werkte 20 jaar bij verschillende Nederlandse ministeries, vooral op het terrein van arbeidsmarkt en sociale zekerheid. Tegenwoordig is hij actief als onafhankelijk columnist, investeerder en rentmeester.
Amerikaanse miljardairs doneren elk jaar tientallen miljoenen euro aan organisaties die ons een radicaal klimaatbeleid willen opdringen.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.