JavaScript is required for this website to work.
post

Tijd voor een inclusief nationalisme

Geert Bourgeois, voorvechter van een inclusief nationalisme.

Geert Bourgeois, voorvechter van een inclusief nationalisme.

foto © Reporters

Identitaire politiek wakkert haat tussen groepen aan en moet worden bestreden. Inclusief nationalisme is dringend aan een herwaardering toe.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Haat is weer aan een opmars bezig in Europa. Sinds enkele jaren zien we een sterke en alarmerende toename van antisemitische incidenten. Bijna negen op de tien Europese joden meent dat jodenhaat de afgelopen vijf jaar is toegenomen in de EU. Dit is soms het gevolg van aanvallen door een radicale minderheid van moslims, maar tevens van een heropleving van extreemrechtse sentimenten en bewegingen. Ook moslimhaat kent een gevaarlijke groei onder de bevolking, zeker na de recente aanslagen in Europa en het ontstaan van IS. Maar terwijl dergelijke afkeer voor moslims tot voor kort nog beperkt was tot extreemrechtse partijen zoals het Vlaams Belang, wordt dit islamitisch vijandbeeld nu ook steeds dominanter bij de N-VA. Het wordt dus dringend tijd om te pleiten voor een herwaardering van inclusief nationalisme.

Identiteit

Politieke diversiteit is belangrijk. Een verscheidenheid aan meningen aan bod laten komen en respecteren, vormt de hoeksteen van de liberale democratie. De complexiteit van morele afwegingen en de ambiguïteit van de feiten creëren een ruimte waarin rationele, goed bedoelende mensen het met elkaar oneens kunnen zijn zonder elkaar te beledigen of naar het leven te staan. In een beschaafde samenleving leiden gelaagde identiteiten tot een gezonde concurrentie tussen individuen en groepen, maar ook tussen naties onderling. De drang om ‘de ander’ voorbij te streven, op cultureel, economisch, technologisch, wetenschappelijk dan wel sportief vlak leidt al eeuwenlang tot grote vooruitgang in elk van die domeinen.

Het wereldkampioenschap voetbal is bijvoorbeeld zo’n beschaafde, vredevolle uitlaatklep voor de identitaire stoom. Al kan het ook ontsporen, zoals bij vechtpartijen tussen hooligans. De menselijke geschiedenis leert ons ook dat er een latent gevaar schuilt in het concept van identiteit: wanneer het op de spits gedreven wordt, leidt het onvermijdelijk tot gewelddadige conflicten. Om die reden beschouwen progressieve intellectuelen de Vlaamse identiteit als een relikwie van het verleden, een primitief instinct, een vorm van tribalisme, dat uitgewist kan en moet worden.

Tegenover zo’n kosmopolitisme zullen conservatieven betogen dat identiteit een niet vernietigbaar deel vormt van de menselijke natuur en als zodanig niet genegeerd kan worden. Identiteit is volgens hen een nood, even dwingend als voedsel en onderdak. Er moet dus aan tegemoet gekomen worden, maar wel op een manier die het binnen zekere perken houdt en vermijdt dat het ontspoort. De verschillen tussen individuele of culturele identiteiten moeten niet genegeerd maar begrepen worden, steeds met de nodige aandacht voor wat ons bindt. Daarin dragen politici, intellectuelen en publieke figuren een fundamentele en leidende voorbeeldfunctie.

Inclusief nationalisme

Onder druk van de electorale comeback van het Vlaams Belang wordt het discours van de N-VA ten opzichte van moslims de laatste jaren steeds agressiever en meer discriminerend. In plaats van moedig een inclusief nationalisme te verdedigen, en manieren te zoeken om het kostbare weefsel te versterken, volgt men vandaag klaarblijkelijk liever slaafs het anti-islamitisch buikgevoel van een deel van het beoogde electoraat. Voor de opkomst van de N-VA als politiek relevante kracht, monopoliseerde het toenmalige Vlaams Blok, en daarna het Vlaams Belang, de Vlaams-nationale identiteit bijna volledig met haar xenofobe discours. Marokkaanse en Turkse arbeidsmigranten en hun nakomelingen waren ‘de ander’, deze categorische vijandigheid blokkeert elk debat over integratie en migratie.

Behalve het raciale element, dat de maatschappij terecht zonder meer verwerpt, kwam de laatste twee decennia steeds meer de nadruk te liggen op het religieuze aspect. Het discours verschoof van ‘vreemdeling’ naar ‘moslim’.

Selectieve kritiek

Onder het mom van ‘kritiek’ en de ‘waarden van de Verlichting’ probeert men de individuele vrijheid van moslims steeds meer in te perken, waarbij echter ook andere religies regelmatig in de klappen mogen delen. Zo spraken verschillende N-VA-kopstukken zich op sociale media na het advies van Raadgevend Comité voor Bio-ethiek uit tegen de besnijdenis van jongens, en stemde men voor een verbod op onverdoofd slachten. Michael Freilich vergeleek dit laatste later met de pestwetten tegen de joden tijdens het nazisme. De vraag is of hij na het krijgen van zijn verkiesbare plaats op de N-VA-lijst daar nog steeds zo over denkt.

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans kondigde vorige week aan dat ze de komende vijf jaar geen enkele moskee meer wil erkennen. De proefperiode geldt ook voor protestantse en orthodox-joodse geloofsgemeenschappen, kwestie van wat collateral damage te creëren zodat het niet té doorzichtig zou zijn dat ze moslims viseren. Zuhal Demir, Darya Safai en andere Nieuw-Vlaamse ‘feministen’ willen dan weer de hoofddoek niet alleen bannen uit het zwembad of de school, maar uit de openbare ruimte tout court.  Over de joods-orthodoxe sjeitel, de pruik die religieuze joodse vrouwen na hun huwelijk dragen, of de keppel blijft het dan weer muisstil bij de N-VA. Terwijl een recente studie aantoont dat het nationale hoofddoekenverbod in scholen in Frankrijk leidde tot minder emancipatie bij moslima’s, blijft men zich hardnekkig verzetten tegen religieuze keuzevrijheid.

Halal versus koosjer

Toen de bekende Zwitserse chocolade Toblerone liet weten dat het een halalcertificaat had bemachtigd, riepen diverse N-VA-mandatarissen op tot een boycot. Zouden ze weten dat er ook zoiets bestaat als koosjer? N-VA-kopstukken bestempelen vaak letterlijk orthodoxe gelovigen als ‘achterlijk’ en noemen sociaal-conservatieve moslims met het grootste gemak islamisten. Ook weigerde men reeds meermaals het recht om te vergaderen in openbare ruimtes te respecteren omdat de boodschap niet in de smaak viel. Zo zijn religieuze bijeenkomsten in gebouwen van de stad Antwerpen blijkbaar verboden volgens de bevoegde N-VA-schepen.

Zo zijn er nog honderden voorbeelden te vinden van de anti-islamitische houding van de partij, waarbij religie steevast synoniem staat voor islam, en het ‘seculiere’ discours eigenlijk het anti-moslimsentiment van de partij moet verbloemen. De degoutante campagne tegen het Marrakesh-pact, uitgedacht en goedgekeurd door de partijtop, was het trieste hoogtepunt van een poging om de afkeer van moslims bij veel Vlamingen electoraal te verzilveren. Blijkbaar denkt men bij de N-VA het Vlaams Belang te kunnen bestrijden door de xenofobe maatschappijvisie over te nemen.

Actieve integratie

Men kan zich dan ook oprecht afvragen of de motieven van de N-VA inderdaad geïnspireerd zijn door de Verlichting, of eerder door een mix van anti-islamsentimenten en plat electoraal opportunisme. Het seculiere en rationalistische fundamentalisme van de Jacobijnen, eveneens vertegenwoordigers van deze ‘Verlichting’, eindigde trouwens in een gewelddadig antagonisme, waarbij elke tegenstander onder de guillotine belandde in naam van de ‘rede’. De scheiding tussen kerk en staat is een peiler van de democratische rechtsstaat, het laïcisme waar sommige N-VA’ers voor pleiten niet.

In tegenstelling tot bij de meeste niet-moslims speelt religie in het leven van vele moslims nog altijd een hoofdrol. De islam vormt een essentiële laag van hun identiteit. Wie Vlaanderen en de Vlaamse identiteit eenzijdig seculier wil invullen, zoals bij N-VA steeds meer het geval is, sluit niet alleen de deur voor de integratie en participatie van deze bevolkingsgroepen, maar ook voor onze joods-christelijke traditie. Het recht religie te bekritiseren is fundamenteel en noodzakelijk in een liberale democratie; het terugdringen van religie naar de privésfeer is dat niet. Wanneer gelovige medeburgers de facto uit de publieke sfeer worden verbannen, zullen ze zich steeds minder in de samenleving herkennen, en steeds exclusiever in de eigen religieuze identiteit. Een evolutie die men bezwaarlijk als positief kan bestempelen. Daarenboven is het hypocriet om te pleiten tegen religieuze symbolen in openbare gebouwen, maar anderzijds zoals Theo Francken fulmineren wanneer kerststalletjes uit het stadhuis verdwijnen.

Willen we?

Inclusief nationalisme vraagt geen assimilatie, maar actieve integratie. Een cultuur mag en moet haar eigenheid bewaren, maar heeft ook de plicht mensen te inspireren er deel van te willen uitmaken en zo te verrijken. Een samenleving die openstaat voor de contributies van nieuwe Vlamingen zonder in een politiek correcte kramp te schieten of zoals identitaire bewegingen in stigmatisatie te vervallen, vormt de beste garantie voor sociale vrede. Niet het inperken van de individuele keuzevrijheid via de wetgeving moet de norm zijn, maar het garanderen van die keuzevrijheid in de praktijk. In plaats van het Vlaams Belang achterna te lopen met anti-islamitische slogans en campagnes, moet de N-VA in samenwerking met Vlaamse moslims de bestaande problemen aanpakken. Eén keer per jaar deelnemen aan een iftar zal het kostbare weefsel niet in stand houden. Nil volentibus arduum.

Philip Roose (1979) studeerde geschiedenis in Leuven en Granada en marketing en management in Parma. Hij woont in Catania (Sicilië) en exporteert Italiaanse wijnen. Othman El Hammouchi is een jonge, conservatieve opiniemaker. Beiden zijn medewerker van Doorbraak.

Commentaren en reacties