Tradities kunnen onderwijs weer grote toekomst geven
Bedrijfsmatige 'targets' gaan het niet redden
Homeros
foto © Romaine, CC BY-SA 4.0
Tradities kunnen een rijke voedingsbodem zijn voor wie wil leren en werken.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementTradita tradenda, zoals de Romeinen zo ronkend konden zeggen. Dat tradities dienden om doorgegeven te worden, zat namelijk in het DNA van dat ambitieuze volk uit de oudheid. De school waar ik mag lesgeven, koestert ook enkele van die mooie relicten uit het verleden. Geen gsm’s zichtbaar of hoorbaar in de klas, de gangen of op de speelplaats, bijvoorbeeld. Of respectvol gekleed naar de les komen. Geen vrijetijdskledij of uitgaanstenues graag, want hier wordt gewerkt en geleerd. Liefst tegelijkertijd.
Minder evidente tradities
Toch zijn enkele tradities minder evident te noemen. Neem nu het ochtendgebed waar elke lesdag in mijn school mee begint. De leerlingen vormen rijen, blijven staan en luisteren naar een gebed of bezinnende tekst door een luidspreker. My God, is wat vele eerstejaars en nieuwe leerlingen de ochtend van 1 september prevelen. Tradities zijn per definitie echo’s uit een (soms) ver verleden en staan daarom vaker wel dan niet ter discussie. Jonge beeldenstormers die graag komaf maken met oubolligheden van vroeger liepen in elk tijdvak rond. En werden ouder om dan tot hun grote onthutsing te constateren dat uitgerekend zij behoeders van een grijs verleden geworden waren. Jong geweld wordt oude rust.
Toch kunnen we uit die botsing van verleden en toekomst heel wat leren over het heden. Gebruiken zoals etiquette, normen en waarden zijn dikwijls geworteld in gebeurtenissen die letterlijk bloed, zweet en tranen gekost hebben. Het snijpunt van traditie en toekomst is met andere woorden bepalend voor het heden en omgekeerd. Conservatieve Vlamingen halen graag een rustig en eenvoudig verleden aan als tegengif voor de opgelegde complexiteit waarin we tegenwoordig leven. Net zoals progressief Vlaanderen vooruitkijkt en zo snel mogelijk de voorouderlijke ketens wil verbreken. Een stelletje clichés bij elkaar, toegegeven, maar dikwijls komt het toch hierop neer.
Onderwijs als snijpunt van verleden en toekomst
Onderwijs is een sector die zich bij uitstek op dat snijpunt bevindt. Alleen al in de leraarskamer botsen progressieve collega’s regelmatig met behoudsgezindere exemplaren. Die laatste exemplaren voelen zich miskend omdat niemand lijkt rekening te houden met hun jarenlange ervaring terwijl de eerste groep lijkt te trappelen van ongeduld om erin te vliegen. Toch lijkt het progressieve denkkader aan zijn laatste adem toe. Er is werkelijk niemand meer die ervan overtuigd is dat de output van ons onderwijs nog tot de wereldtop behoort. Zelfs zonder internationale onderzoeken is dat het aanvoelen van iedereen die al enkele jaren lesgeeft. De klemtoon is genadeloos verschoven van kennis naar vaardigheden, vakkennis is van voetstuk geduikeld en empathie heeft die plaats ingenomen.
Met als resultaat een sector die onze politici benaderen zoals een bedrijf. Verwoord de te behalen targets scherper en heel het boeltje zal wel beter draaien. Quod non. Leerlingen die kiezen voor een uitdagende, algemeen vormende richting zijn slechter af nu dan voor die vermaledijde onderwijshervorming. De eindtermen zijn effectief ambitieuzer verwoord voor alle leerlingen in ons Vlaamse landje, maar alle uitbreidingsstof waaruit een leerkracht tot voor kort kon uit kiezen om zijn of haar leerlingen uit te dagen, werd geschrapt. Resultaat is, zoals zo vaak, heel perfide en totaal anders dan oorspronkelijk bedoeld. Taalzwakke of wiskundig niet onderlegde leerlingen krijgen het water nóg meer aan de lippen terwijl wie mee is en meer wil, op zijn honger blijft zitten.
Mogelijke oplossingen
Mogelijke remedies zijn al uitentreuren aangeboden en herhaald. Weg met die vaste benoeming, zodat je de juiste mensen voor de klas krijgt. Weg met de lerarenopleidingen die enkel inzetten op een werkelijkheid van papier en administratie. Weg met de ondermaatse leerwerkboeken die uitgeverijen vooral op de markt brengen om de eigen kassa te spijzen. Liefst van al ook weg met voluntaristische politici die van verkiezing naar verkiezing leven en werken. Hun ambitie staat haaks op wat cruciale sectoren als zorg en onderwijs nodig hebben: een visie op lange termijn.
Dat wisten ze in het oude Rome ook al. Elke ambitieuze Romein begon zijn carrière op de schoolbank met het uit het hoofd leren van de dichter der dichters: Homeros. Hele lappen tekst moest hij in zijn hoofd stampen om daarna luidop voor te dragen. Om daarna ondergedompeld te worden in allerlei abstracte theorieën over astronomie, muziek en literatuur. Wat uitmondde in het koninginnenstuk: zelf leren schrijven en spreken. Gevolg is wereldliteratuur die na meer dan twee millennia nog steeds gelezen en besproken wordt. Benieuwd of ons dat ooit zal lukken.
Pieter Van den Bossche is vader, leraar en classicus. In die volgorde. Als leraar geeft hij Latijn, Grieks en filosofie in het Sint-Vincentiusinstituut te Gijzegem, maar in zijn vrije tijd experimenteert hij met hout, baksteen en metaal.
Openstaan voor kennis en vaardigheden die aangereikt worden op school, lukt enkel wanneer ouders aan hetzelfde touw trekken.
Het belang van de industrie voor de tewerkstelling neemt af. Maar dat betekent niet dat er geen nood is aan een industrieel beleid.