Trouw op De Afspraak
Het kransje van vaste ‘opiniemakers’ is er vooral om de pococratie te stofferen
foto © Reporters
In de cultuurstrijd die zich al een paar decennia afspeelt tussen de believers in een Europese leidcultuur en de aanhangers van het multiculturalisme, komt het principe van de vrijemeningsuiting steeds weer om het hoekje kijken. Ja, we zijn, van links tot rechts, als nazaten van de Verlichting voor een open debat. De vrijheid van spreken en schrijven staat tot nader …
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn de cultuurstrijd die zich al een paar decennia afspeelt tussen de believers in een Europese leidcultuur en de aanhangers van het multiculturalisme, komt het principe van de vrijemeningsuiting steeds weer om het hoekje kijken. Ja, we zijn, van links tot rechts, als nazaten van de Verlichting voor een open debat. De vrijheid van spreken en schrijven staat tot nader order in onze grondwet ingeschreven.
Maar in dit polyfone koor blijken sommigen voorzien van een megafoon, de meesten doen het op gewoon volume, fluisteren of zwijgen, en sommigen lopen zelfs met een muilkorf rond. Wie over die selectie beslist is niet de politieke wereld, en nog minder de wetgevende of rechterlijke macht, maar de zogenaamde vierde macht: de media. Wie zijn ze, waarom doen ze het?
Goed en kwaad
Donderdagavond, 8 november, mochten we in het Canvasprogramma De Afspraak filosofe Tinneke Beeckman een uiteenzetting horen geven over hoe de politiek-correcte dictatuur steeds meer oprukt, ook aan de universiteiten die toch het vrije debat zeer genegen zouden moeten zijn. In haar DS-column van 8 november had ze betoogd dat vooral academici uit de humane wetenschappen hun studenten in een soort cocon onderrichten. De teneur is dat binnen deze beschutte omgeving niemand mag ‘gekwetst’ of ‘beledigd’ worden, een pamperlogica die eindigt in een regelrechte censuursituatie. Met de slachtoffercultus als rode draad. De universiteiten worden, ook bij ons, steeds meer oorden van een zelfbevestigend, in hoofdzaak links gedachtegoed dat andere meningen het liefst uitsluit. Tot zover Voltaire en de Verlichtingsgeest.
In mijn boek ‘De Langste Mars’ analyseer ik dit fenomeen van intellectuele incest vanuit de Mei ’68-beweging en haar erfenis. Het feit dat, volgens de recepten van Antonio Gramsci, links de bovenbouw bezet omdat de massa toch geen oren heeft naar het revolutionaire marsorder, creëert een zwart-wit-logica van de goeden versus de slechten. De eersten zijn met minder, daarom is het een elite, letterlijk een groep van uitverkorenen. Het volk is in se noch goed noch slecht, maar het neigt wel naar het kwaad en is gevoelig voor Satanische invloeden, het geduchte populisme bijvoorbeeld. Dus moet het volk permanent opgevoed en “geherevangeliseerd’ worden. Via cultuur, media en onderwijs. Het woord evangelie betekent letterlijk ‘goede boodschap’, het begrip linkse kerk is méér dan een metafoor: notoire bezielers van de ’68 beweging zoals Rudi Dutschke waren zwaargelovige Christenen, onze eigen Paul Goossens studeerde zelfs voor priester alvorens hij zich tot het boekje van Mao bekende.
Nomenklatura
Weinig waarschijnlijk dat mevrouw Beeckman mijn boek gelezen heeft of zelfs maar de titel kent: ze verkeert zelf in kringen waar je alleen hoort te zeggen en te schrijven wat niemand ongemakkelijk maakt, verontrust of bruuskeert. En ironisch genoeg is dat VRT-programma Ter Zake zelf een cenakel van de politieke correctheid, waar je zomaar niet in komt zonder geloofsbrieven en het juiste profiel. De ironie is tevens dat Tinneke Beeckman haar stelling kwijt kon in De Standaard, een krant die bulkt van de pococensuur, met opiniechef Anni Van Landeghem, bijgenaamd rooie Anni, als waakhond die alle ingestuurde stukken besnuffelt. Moet Tinneke zich zorgen maken omdat zij net wel binnen de club van intellectuele oligarchen valt? En waarom knipperde Bart Schols zelfs niet met de ogen toen ze dat mechanisme van de politiek-correcte zelfcensuur uitlegde?
Het webmagazine Apache heeft eens uitgeteld wie hoe dikwijls in die talkshow De Afspraak mag komen. Het blijkt om een select clubje ‘opiniemakers’ te gaan die steeds weer hun zeg mogen doen over vanalles en nog wat. De lijst wordt aangevoerd door Rik Torfs, dan volgen vijf lui uit de journalistieke wereld die toch sowieso al hun kanalen hebben (Liesbeth Van Impe, Rik Van Cauwelaert, Mia Doornaert, Wouter Verschelden, Dirk Draulans), en verderop vinden we de vaste klanten als Noël Slangen, Ignaas Devisch, Bert Bultinck en de onvermijdelijke Kristien Hemmerechts.
Om de haverklap zitten ze daar, als opgeroepen orakels bij een treinramp, een gouverneursbenoeming, een missverkiezing, of als het over duivenpoep gaat(met Hemmerechts als geaccrediteerd experte). Is de mening van deze mensen intrinsiek belangrijk? Neen, natuurlijk niet. Ze behoren gewoon tot de nomenklatura, de fichebak van mensen met een voorspelbare, nette mening, waarmee Bart Schols zijn dagelijks kabbelend keuveluurtje vol maakt. Geeuw.
Maar terwijl ze het uurtje vol leuteren, worden andere, minder conveniente meningen van de tafel geweerd. Op die manier werkt ook de VRT actief mee aan de wit/zwart-logica waar Beeckman op alludeerde. Er is gewoon geen open debat, er is vooral een geruststellende consensus van ‘opiniemakers’ en journalisten die de meningenkoek verdelen. Voor de trollen is er Facebook en Twitter.
Alibi-intellectuelen
Het curieuze woord ‘opiniemaker’ is een nadere reflectie waard. Hoe kan het dat in een universum van vrije meningen sommigen de opinies ‘maken’, zodat anderen ze kunnen consumeren of herkauwen ? De hoofdredacteurs van De Standaard en De Morgen bombarderen zich zelfs tot opiniërend hoofdredacteur, aangevend dat ze letterlijk de wijsheid in pacht hebben.
Ik alludeerde al op het omfloerste cultuurmarxisme dat op de redacties heerst, en de ambitie om het volk te ‘belezen’. Maar het hoger vernoemde clubje van vaste De Afspraak-klanten en reguliere opinieschrijvers bestaat uit leden van het academische- en cultuuruniversum die al een filtering hebben ondergaan. Ze vertegenwoordigen het cultureel establishment en hebben daar carrière gemaakt, compromissen gesloten, de pensée unique omarmd. Vanuit die intellectuele en materiële comfortpositie hebben ze geen belang in het verkondigen van schokkende meningen, ze doen aan zelfcensuur. Hun functie is duidelijk: het zijn alibi-intellectuelen die een ‘vrijedebatcultuur’ ensceneren binnen een consensus. Daarom kabbelt het Schols-café zo genoeglijk, afgezien van het opvoeren van een clown als Redouane Ahrouch, het kopstuk van de Brusselse Islam-partij die geen vrouw wil aankijken.
Compleet analoog aan wat we bij voorbeeld in China aantreffen, tot nader order een communistische éénpartijstaat, of in de voormalige Sovjet-Unie, moeten intellectuelen opdraven om het regime te legitimeren. In wezen is het bij ons niet anders. De opiniemaker krijgt juist zijn statuut vanuit de logica dat niet iedereen zomaar opinies moet delen en uitbazuinen. Hij/zij behoort tot het filtermechanisme dat discreet censureert, helemaal buiten de overheid om, dat is opmerkelijk. Behalve dat we hier met een door ons betaalde overheidsomroep te maken hebben.
Ja, er zijn Twitter en Facebook, de zogenaamde sociale media die voor iedereen open staan maar die door de ‘kwaliteitsmedia’ als ranzige beerputten worden weggezet. Tegelijk solliciteren hoger vernoemde opiniemakers via datzelfde Twitter naar media-aandacht. Er ontstaat een hiërarchie die in het Apache-lijstje zichtbaar wordt. Rangverhoging krijgen ze, naarmate ze beter in het plaatje passen, het pocoformat dat bijvoorbeeld een krant wil aanhouden, vooral ook om commerciële redenen. Altijd weer blijken een goede multiculturele gezindheid, nadruk op ‘verbondenheid’ en het wegslijpen van tegenstellingen tot aanbeveling te strekken.
Een reclameman als Noël Slangen beseft dat heel goed, schrijft wat de redacties willen lezen, bouwt zijn gewicht puur op vanuit persoonlijke marketing en netwerking, evenals zijn collega Guillaume Van der Stichelen overigens. Dikwijls komt er ook eerst een krantencolumn, die dan ‘opgepikt wordt’ door de redacties van radio en TV (zoals trouwens bij Beeckman het geval was). Als sluitstuk mogen ze dan een boek schrijven, dat uiteraard ook weer in De Afspraak wordt gepromoot. Enzoverder.
‘Tegenzuil’ of struikgewas?
In heel dit gesloten circuit van mensen die elkaar dikwijls ook persoonlijk kennen, wordt het voor een buitenstaander, iemand die externe kritiek zou kunnen formuleren, heel moeilijk om zijn/haar punt te maken. Zelfs een betrekkelijk bekend iemand als Thierry Baudet moest die logica ondergaan, toen hij in De Afspraak terecht kwam als een rariteit met een foute signatuur. Met een Bart Schols die er duidelijk op uit was om hem te ‘pakken’ zoals dat heet. De geaccrediteerde opiniemakers daarentegen worden met veel égards behandeld en geven mekaar ook feedback. Door de herhaling –het feit dat steeds weer dezelfde namen en gezichten opduiken- ontstaat bij de kijker een gewenningseffect dat deel uitmaakt van de bredere BV-cultuur. Hoe meer we Kristien Hemmerechts zien verschijnen om haar gedacht te zeggen, hoe minder belangrijk het onze wordt. Quod erat demonstrandum.
Dat u zich dood ergert aan de saaiheid van dit poco-kransje, stoort de betrokkenen overigens maar weinig. Ik denk zelfs dat iemand als Kristien Hemmerechts heimelijk geniet van de afkeer die ze opwekt bij het Vlaamse klootjesvolk: des te meer voelt dat soort mensen zich gesterkt in hun morele superioriteit.
Heel af en toe wordt het wat genant voor de vaste Afspraak-klanten en willen ze een gebaar stellen. In een Knack-column van drie jaar geleden deed een aantal van hen de lichtjes surrealistische oefening om het beladen woord ‘opiniemaker’ te vervangen door meer omfloerste termen als luidopdenker, stellingbouwer, opinionier, gedachtenprikkelaar, enz. Alsof dat wat aan de essentie en het systeem verandert. Het is gewoon een stap in de verdere ontmanteling van een democratisch bestel dat door de regie van de mainstreammedia helemaal niet democratisch is, en het open debat zelfs afremt. Stellingbouwers aller landen, verenigt u.
Laat de externe kritiek dan maar extern blijven, leve de handel onder de toonbank. Het spreekt vanzelf dat bijvoorbeeld een mediakritisch boek als ‘Media en Journalistiek in Vlaanderen’ (Van Halewyck, 2009) door die mainstreammedia niét belicht wordt. Het tegendeel zou onrustwekkend zijn. Hetzelfde geldt voor het vervolg dat op stapel staat, ‘Na het journaal volgt het weerbericht’ (Doorbraak, 2019), waarmee ik volgend jaar weer via een lezingtoernee Vlaanderen onveilig maak.
Tot slot hadden Sid Lukassen en ikzelf vrijdagnamiddag 9 november een boeiend tweegesprek op de Antwerpse Boekenbeurs. De discussie ging o.m. over de vraag of wij een ‘tegenzuil’ zouden moeten oprichten, eigen structuren, eigen media waarbinnen de pococratische censuur niet geldt (de optie van Sid), dan wel een soort postmoderne sluwheid ontwikkelen, een guerilla van individuele rebellen, ‘hackers van het systeem’ die in het struikgewas en in verspreide slagorde speldenprikken toedienen aan de pocobubbel (mijn keuze). Het is misschien ook wel een kwestie van temperament.
Alleszins vormt het mediaverhaal de sleutel tot een onderzoek naar de kwaliteit van onze democratie. Mediakritiek is geen zaak van experten maar iets voor elk van ons, elke dag, elk uur, telkens we de krant openslaan of de TV aanzetten. Alle knoppen dichtdraaien en alle abonnementen opzeggen kan natuurlijk ook, als verzetsdaad. Maar moeten we dan als doven en blinden door het leven gaan? Voor de rest is er Doorbraak, niet op De Afspraak.
Lezingtoernee voor 2019: ‘Na het journaal volgt het nieuws’
Bovenstaand artikel is een voorpublicatie tot ‘Na het journaal volgt het nieuws‘, een mediakritisch essay dat in 2019 bij Doorbraak verschijnt. Sanctorum fileert er op zijn gekende wijze de Vlaamse media, de geschreven pers, de openbare omroep. Scherp, geanimeerd, met de nodige humor.
Zoals bij zijn mei ’68-publicatie ‘De Langste Mars’ en de succesvolle toernee daarrond, gaat ook deze publicatie in 2019 met een lezing gepaard. Organisatoren, kringen, verenigingen, cultuurcentra: meer info en boeking op
https://sanctorumblog.wordpress.com/lezingen-2019/
Categorieën |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Ook na een afgekocht proces over omkoperij en valsheid in geschrifte, is er kans op een schepenambt in Vlaanderens grootste stad.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.