JavaScript is required for this website to work.
post

TTIP bedreigt nationale soevereiniteit

Christophe Bostyn7/5/2016Leestijd 5 minuten

Het trans-Atlantische handelsverdrag gaat niet zozeer over meer handel, maar over meer soevereiniteit afstaan.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag, of TTIP volgens het Engelse acroniem, gaat veel minder over handelsbarrières verminderen dan we denken, en des te meer over controle over nationale en Europese wet- en regelgeving. Vooral de betwiste arbitrageregeling tussen staat en investeerder (ISDS) staat ter discussie als een excessief instrument dat de nationale soevereiniteit bedreigt.

Handel is al vrij

De gemiddelde importheffingen tussen de VS en de EU zijn al zeer laag: gemiddeld een 2%. Vooral de landbouwsector steekt daar echter bovenuit: niet alleen voeren zowel de VS als de EU een behoorlijk protectionistisch landbouwbeleid met hoge importtarieven, ze houden er ook een totaal andere filosofie op na wat betreft landbouw en voedselproductie. In de VS is zo het gebruik van genetisch gemanipuleerde organismes (GGO’s) en hormonen veralgemeend, in tegenstelling tot de EU. In de VS geldt dat wanneer onderzoek aantoont dat – nog – niet bewezen kan worden dat een product of procedure schadelijk is voor mens of milieu en er kan aangenomen worden dat er geen risico bestaat, men vrij is om te doen wat men wil. Europa is op dat gebied voorzichtiger en hanteert een wetenschappelijk principe van preventie.

Het gaat dus over verschillen in regelgeving over voedsel, milieu, gezondheidszorg, hygiëne enz. De VS heeft daarom duidelijk te winnen bij een deregulering of regelgeving met lagere standaarden, een van de doelstellingen van TTIP als het van de Amerikanen afhangt. Niet alleen heeft de VS een meer mercantiele aanpak over landbouw dan de EU, de VS volgt niet de Europese regelgeving over producten met beschermde oorsprongsbenaming of met traditionele productiewijzen. Denk aan champagne, camembert, mozzarella of geuze. In de VS mag schuimwijn uit Californië zonder meer champagne genoemd worden en hoeven bepaalde productiemethoden, typisch voor bepaalde regionale producten in Europa, niet te voldoen aan de standaarden waaraan ze hier moeten voldoen.

Soevereiniteit

De laatste decennia hebben we in Europa een grote overheveling gekend van politieke en wetgevende macht, en dus soevereiniteit, naar de EU-instellingen. De laatste jaren is de EU hier ook zwaar onder vuur voor komen te liggen: een weinig transparante besluitvorming met een hoge invloed van lobbyisten (zoals ook nu opnieuw met de geheimhouding van TTIP-documenten), teveel macht voor niet verkozen en rijkelijk betaalde mandarijnen… Een gevolg van TTIP kan nu zijn dat die soevereiniteit, die we al in grote mate afstonden aan de EU, nu voor een deel overgeheveld kan worden naar de private tribunalen van de Wereldbank in Washington, via de beruchte ISDS-clausule. ISDS staat voor Investor-State Dispute Settlement. Deze Staat-Investeerder Arbitrageregeling is zonder twijfel het meest aangevochten element binnen TTIP.

ISDS: een machtsgevecht

Nationale en Europese overheden en parlementen vaardigen wetten en regels uit, nationale en Europese rechtbanken zorgen dat deze nagekomen worden. Op deze manier wordt onze samenleving vorm gegeven. Europa stelt productnormen vast, minimale milieunormen, overheden doen hetzelfde voor sociale rechten, arbeidsregels, hygiënenormen enz. Ook belastingstelsels worden door onze overheden uitgewerkt. De laatste jaren zijn net hierover heel wat schandalen over uitgekomen.

Het speculatieve wanbeleid in de financiële wereld, Lux-Leaks, de Panama Papers, er lijkt geen einde aan te komen. Duidelijk is dat grote internationale ondernemingen, de multinationals, schimmige constructies opzetten via verschillende landen om belastingen te ontwijken. Dikwijls gaat het zelfs niet over Panama, de Kaaimaneilanden of Zwitserland. Nederland, Ierland, Luxemburg en België staan bekend voor hun fiscaal ‘business friendly’ beleid. Wie kan daar tegen zijn? Helaas zorgt de som van dergelijke belastingontwijkende constructies ervoor dat zowel in binnen- als buitenland grote multinationals nauwelijks of geen belastingen betalen.

Wat de zaak Panama Papers aanduidt, is dat het dikwijls gaat over volkomen legale constructies. Het is een systeem dat er automatisch voor zorgt dat de fiscale druk voor de rest van de bevolking en de lokale KMO’s toeneemt. In Vlaanderen is bijna 99% van de ondernemingen KMO en heeft 90% enkel een vestiging in Vlaanderen. Zij kunnen zich zo’n fiscale spitstechnologie niet veroorloven.

Overheden als speelbal van multinationals?

Fiscaal gezien doen grote internationale ondernemingen al hun zin. Ze bewegen zich via postbusbedrijven en verhuizen hun officiële hoofdzetels naar het land dat hen de beste belastingakkoorden kan geven. Herinner u zo de geheime ’tax rulings’ waarvoor België onlangs teruggefloten werd door de Europese Commissie, die het bestempelde als illegale staatssteun.

Wat met ISDS nu betracht wordt, is het controleren en beperken van de wetgevende functie van overheden en parlementen. Zo zullen overheden vervolgd kunnen worden door multinationals die van mening zijn dat een bepaald beleid of een wet schadelijk is voor hun investeringen. Je kan aannemen dat niemand graag zijn geld verliest door wispelturige regeringen die de rechtszekerheid niet ter harte nemen. Maar gaat het wel daarover?

Een voorbeeld is Québec. De Canadese provincie stond legaal schaliegasboringen toe, maar voor deze wet toegepast werd, kwam er protest. Wetenschappelijke testen werden uitgevoerd en toonden aan dat die schaliegasboringen een negatieve en aantoonbare impact zouden hebben op mens en milieu. Het parlement van Québec besloot unaniem om schaliegasboringen te verbieden. Een Canadees bedrijf, dat haar officiële zetel hier speciaal naar de VS voor verhuisde, maakte gebruik van het handels- en investeringsverdrag tussen Canada en de VS om de Canadese overheid een schade-eis van honderden miljoenen dollars aan de laars te lappen. Nog voor het ook maar één werkzaamheid had uitgevoerd. Dergelijke cultuur van juridische veldslagen met schadeclaims als inzet is kenmerkend voor de VS.

Landen wil af van ISDS

We zien dat Canada, een beschaafd Westers land, het meeste ISDS-zaken telt. Is het dan zo rechtsonzeker? Neen. Een van de problemen is dat speculatieve investeringsfondsen ISDS net gaan gebruiken om overheden aan te vallen om er financieel voordeel uit te halen, waar het ook om mag gaan. Dat is dan ook de reden waarom verschillende landen af willen van ISDS. Australië wil zo geen handels- en investeringsverdragen sluiten met ISDS erin: het wil de soevereiniteit behouden om zelf haar milieuregels, sociale normen en wetten allerhande te bepalen.

In Europa is het opvallend dat de grote voorstanders van TTIP vooral in Centraal- en Oost-Europa te vinden zijn. Dat is logisch: zij sloten handels- en investeringsverdragen af met de VS na de Val van het IJzeren Gordijn. Die verdragen, met hun ISDS-clausules, zien zij nu achteraf als nadelig. Via TTIP hopen ze dus een voordeliger regeling uit de brand te slepen die hen van de oude verdragen afhelpt.

In ruil voor het overhevelen van deze soevereiniteit werd ons 0,5% groei van het BBP beloofd, zoals onderzocht in studies uitgevoerd voor de Europese Commissie. Later bleek dat dit zeer optimistische schattingen zijn, in het geval dat alle importheffingen verdwijnen en de helft van de regelgeving geüniformeerd wordt. De kernvraag, meer politiek dan economisch relevant, is dan ook: willen we een belangrijk deel van onze soevereiniteit uit handen geven voor een appel en een ei die ons beloofd worden voor de toekomst?

 

Leestip: Ferdi De Ville & Gabriel Siles-Brügge; De waarheid over het Trans-Atlantisch Handels- en Investeringsverdrag, Gent, Academia Press, 2016.

Dit artikel kadert in het project ‘Soevereiniteitsbewegingen in Europa’ dat tot stand komt met de steun van de Vlaamse overheid.


Bronnen: Europese Commissie; Flanders Investment and Trade; FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie; ING; Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving, KU Leuven; Süddeutsche Zeitung, The Transnational Institute, VPRO.

Foto: Europees Parlement (2015)

Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.

Commentaren en reacties