JavaScript is required for this website to work.
post

Turkse regering mobiliseert de ‘hele natie’ tegen doodsvijand PKK

Dirk Rochtus19/2/2016Leestijd 2 minuten

Weer een bomaanslag in Ankara. Laat de Turkse regering zich verder meezuigen in het Syrische moeras?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Bomaanslagen teisteren Turkije. De meest recente werden nog niet opgeëist. Het blijft tasten in het duister naar de daders en hun motieven. Naargelang hoe de Turkse regering wil terugslaan, schuift ze de schuld in de schoenen van of de Koerdische afscheidingsbeweging PKK, of de fundamentalisten van Islamitische Staat (IS), of zelfs linkse extremisten. Premier Ahmet Davutoglu ziet in de aanslag op een militair konvooi in Ankara de hand van de PKK en de ideologisch met haar verbonden Syrische Koerden van de PYD. Dat lijkt logisch, omdat het Turkse leger in verschillende steden in het zuidoosten van het land al enkele weken een bloedige strijd levert tegen de PKK en afgelopen week ook stellingen van de PYD net over de Turks-Syrische grens heeft bestookt. De Turkse regering verzet zich in eigen land tegen Koerdische autonomie zoals de PKK die voorstaat in Zuidoost-Anatolië, maar ook tegen het teveel aan macht dat de PYD in Noord-Syrië aan het verwerven is. Daarom zou de aanslag een vergeldingsactie van PKK en PYD kunnen zijn. Ook viseert de PKK traditioneel instellingen of organen van de Turkse staat, zoals het leger. Tot nu toe vormde Zuidoost-Anatolië echter het toneel van aanslagen en gevechten. Als de PKK inderdaad achter de aanslag in Ankara zit, zou dat een nieuw gegeven zijn. De organisatie zelf ontkende gisteren elke betrokkenheid.

Symbolisch

De dader heeft plaats en tijdstip alvast goed uitgekozen. De aanslag treft Turkije in het hart, in het centrum van de macht, niet ver van het parlement als symbool van de volkssoevereiniteit. Het lijkt alsof de dader wil zeggen dat de Turkse democratie op wankele benen staat en dat zelfs het leger, de trots van de natie, haar niet kan beschermen.Aan de vooravond van de Europese top gooit de aanslag ook internationaal roet in het eten. Davutoglu zegde zijn reis naar Brussel af. Een minitop van de zogenaamde coalition of the willing over de vluchtelingencrisis, met onder meer de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Griekse premier Alexis Tsipras, ging daarom niet door.Ook hiermee lijkt de dader te willen zeggen dat er geen oplossing mag komen voor de Syrische crisis waarmee Turkije en de Europese Unie opgezadeld zitten. Het ‘symbolische’ karakter van de aanslag in acht genomen zou dus ook IS met de vinger kunnen worden gewezen, als vijand van de democratie en als profiteur van de Syrische chaos. De Turkse regering houdt het bij de PKK als schuldige. Zo kan ze de ‘hele natie’ mobiliseren tegen de PKK als doodsvijand van de staat en meer algemeen tegen de Koerdische beweging.

Escalatie

De verstandhouding tussen Turken en Turken van Koerdische origine wordt geofferd op het altaar van escalerend geweld. Zelfs in Zweden gingen gewone Turken en Koerden al met elkaar op de vuist. De pro-Koerdische partij HDP, die in het Turkse parlement zetelt, veroordeelde de aanslag. Dat doet ze vanuit haar geloof dat een oplossing van de Koerdische kwestie en de versterking van de democratie in Turkije hand in hand gaan. Haar verklaring geeft een vonk van hoop in deze donkere tijden.

Artikel eerder verschenen in De Morgen.

Foto: (c) Reporters

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties