Waar men gaat langs Vlaamse wegen, worden we deze dagen overspoeld door driekleurige kitsch in alle vormen en maten. Tegelijk eist men met een beroep op de Verlichting als fundament van onze beschaving preambules voor de Belgische Grondwet om daarmee elke religie uit de staat en zelfs de politieke te bannen. Linkse Occupyers plaatsen het ‘Hart’ boven de harde ratio van een tering naar de nering zetten, maar scharen zich tegelijk achter modieuze ideologische spinsels die moeten aantonen hoe die flaminganten toch vooral ook mystieke identiteiten aanbidden. Enkele decennia reeds is het bon ton om de Vlaamse Beweging vooral af te schilderen als vendelzwaaiende romantici en dus per definitie oubollig, op zijn best dromerig en wereldvreemd, maar als het enigszins kan eerder doordrenkt van bloed en bodem. Kortom, hoewel in de sfeer van privéleven en vrijetijd wij gebombardeerd worden met alle variaties van romantiek om ons te verleiden, is romantisch in het publieke politieke en culturele leven steeds meer een scheldwoord geworden. Ernstige politici, schrijvers, wetenschappers doen niet aan romantiek, maar belijden de verlichting, de universele ratio die de mens emancipeert van zijn irrationele wortels en gevoelens.
Welnu, in onze samenleving is niet zozeer de romantiek een illusie, maar de verwerping ervan. De hedendaagse Westerse mens is door en door getekend door de romantiek, ten goede én ten kwade
[1].Wat we onszelf ook mogen voorspiegelen, niets is ons vreemder dan een geestesgesteldheid waarbij de invloed van de romantiek wordt weggedacht. De cultus van de authenticiteit, de natuur, de verbeelding zowel als het bovennatuurlijke beheerst onze samenleving, ook al kan het voorwerp van die cultus verschuiven en soms sterk verschillen. Proberen wij ons terug voor te stellen dat kinderen enkel maar kleine volwassenen zijn, zoals voor de romantiek: weg met de idee van aparte rechten van het kind, of de idee van onaanraakbaarheid van kinderen die per definitie de onschuld zelve zijn zoals in elk pedofilieschandaal. In onze opvattingen over huwelijk en relaties moet alles wijken voor de slogan van de liefde als enige norm. In de politiek heerst de cultus van het slachtoffer en is het betuigen van medeleven met slachtoffers de opperste politieke plicht. Publieke emotie en publieke biecht lijken zwaarder te wegen dan goed beleid.
Stilaan wordt duidelijk dat de klassieke romantiek van de Vlaamse Beweging, geboren uit de dynamiek van bewogen jeugd, misschien toch wat meer te bieden heeft dan de uitwassen van dat losgeslagen romanticisme vandaag. Zij draaide met name rond enkele idealen, zoals de volksverheffing, de emancipatie van de persoon door ‘Bildung’, de natie als culturele en historische gemeenschap, de verbondenheid met de natuur en een cultuur van waarachtigheid, naast het politieke ideaal van de volkssoevereiniteit: ‘dat volk moet herleven’. Daarbij hoort in de politiek het bestrijden van verduistering die met een beroep op realisme wordt gerechtvaardigd: het verhinderen van regionaal gesplitste statistieken in België omdat die letterlijk staatsgevaarlijk zijn, of het verbergen van waar men heen wil met Europese of internationale beslissingen omdat de bevolkingen ze andere niet zouden slikken.
Laten we het aloude idealisme niet vervangen door zogenaamd realisme alleen. Idealisme zonder realisme is blind, maar realisme zonder idealisme is en blijft volkomen leeg. En, naar Jan Engelman: hou de waarheid als een vuursteen in ons ogen, want leugen staat de Nederlander tegen.
[1] Voor een grondige uitwerking van deze gedachte, zie M. Doorman,
De romantische orde, Bert Bakker Amsterdam 2004.