JavaScript is required for this website to work.
post

Uitroeiing van het mensenras als bekoring voor het ecologisme

Drieu Godefridi10/12/2018Leestijd 3 minuten
Wetenschap of ideologie?

Wetenschap of ideologie?

foto © screenshot

Ecologisme (ecologie als ideologie en politiek) staat vijandig tegenover de mens en vermomt zich als wetenschap.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In de loop der eeuwen is de menselijke geest wonderlijk vruchtbaar geweest bij het uitvinden van steeds weer nieuwe theorieën en ideologieën, de ene nog duidelijker uit de lucht gegrepen dan de andere. Uit de lucht gegrepen en vaak ook gevaarlijk, de geschiedenis van de twintigste eeuw geeft er overvloedig blijk van.

Het wordt wel eens vergeten, maar oorspronkelijk diende het marxisme zich als wetenschappelijke theorie aan. Marx pretendeerde de werking van de geschiedenis te beschrijven. Revolutie, dictatuur van het proletariaat, de komst van een klasseloze en tenslotte zelfs staatloze maatschappij waren geen zaken die hij bepleitte: hij voorspelde die. Dat het marxisme een wetenschap is, werd na het werk van de kritische socialist Eduard Bernstein honderd keer weerlegd, en duizend keer door de feiten, en op een paar kleine plaatselijke sekten na houdt niemand dit nog vol.

Ideologie

De grote ideologie van onze tijd is het ecologisme, in de zin van milieupolitiek. Echt nieuw is dat niet. Het nationaalsocialisme, dat ook aanspraak maakte op wetenschappelijkheid, beriep zich erop dicht bij de natuur te staan. Zo ging de ‘Arische bruut’ voor natuurlijker en gezonder door dan zijn tegenpool, de koopman, de bourgeois, de jood. Deze pseudowetenschappelijke rotzooi werd snel weggeblazen door de wind van de geschiedenis, het grote ontsmettingsmiddel voor het oordeelsvermogen.

In zijn hedendaagse versie is komt het ecologisme voort uit een onwaarschijnlijke theoretische gietvorm, waarin afkeer voor de techniek (Jünger, Heidegger, Habermas) gemengd wordt met malthusianisme, en wat men noemt ‘deep ecology’ (Hans Jonas, Paul Ehrlich). Het is de overtuiging dat de mens niet enkel voor zichzelf een gevaar is, maar dat hij tegenover de natuur zelf een grondig antagonistische houding aanneemt.

De hedendaagse ecologie is in strikte zin een antihumanisme. Op zijn best wordt de mens beschouwd als een gevaar, een overlast die binnen de perken moet worden gehouden; in het slechtste geval als een woekerend virus dat uitgeroeid dient te worden. Op die manier breekt het ecologisme radicaal met de joods-christelijke traditie die de mens ziet als de zetel van rede en moraal. De Thora, de vijf boeken van Mozes, gelastte de mens niet langer bomen te aanbidden, zoals de heidenen doen, maar aan te nemen dat zingeving en betekenis enkel te vinden zijn in de mens en de transcendentie.

Al sinds de jaren zestig laat zich in kringen van Amerikaanse ecologisten de idee gelden dat we uit de ‘ecologische crisis’ enkel wegkomen als we het joods-christelijke dogma van het meesterschap over de natuur laten varen. Het verloop van deze polemiek gaat Samuele Furfari na in zijn opmerkenswaardige boek, Dieu, l’Homme et la Nature: L’écologie, nouvel opium du peuple?

Maar we behoeven ons niet in theoretische bespiegelingen te verliezen want onze stelling laat zich heel eenvoudig bewijzen door de aanspraken van hedendaagse ecologisten. Geven we twee voorbeelden:

Ideologische wetenschap

— In een conferentie gehouden in september 2018 heeft de astrofysicus Aurélien Barrau – onder meer lid van het Directiecomité van het Centrum voor theoretische fysica van de universiteit van Grenoble – uitgelegd dat de mens schadelijk is voor de natuur, en dat ons destructief gedrag (voor de macrofauna) helaas niet enkel inherent is aan wat we uitrichten, maar aan wat we zijn. Een probleem van ontologische orde dus volgens Barrau. De mens, zo legt hij uit, is een zwak schepsel, niet in staat om te denken ‘op de schaal van de totaliteit’, kortom een ziekelijk wezen. ‘Bijgevolg dringen zich concrete, dwingende en impopulaire politieke maatregelen op, die ingaan tegen onze individuele vrijheden. Er is geen andere weg meer.’

Een verschrikkelijke uitspraak! Een regime dat de individuele vrijheden afschaft – zich verplaatsen, zich verwarmen, zich kleden, ondernemen, scheppen, een gezin stichten – zo’n regime is niet zomaar ‘autoritair’. Het is autoritair in de strikte zin, en bedoelt baas te spelen over het leven en overleven zelf van de mensen, tot in de kleinste details van hun doen en laten.

— In een interview in Libération legt klimatoloog François-Marie Bréon uit dat we zonder pardon moeten afzien van verwarming en toerisme, dat we hele stukken van onze economie zonder meer moeten sluiten, en finaal ook afstand doen van onze individuele vrijheden en van de democratie, allemaal zaken die onverenigbaar zijn met de strijd tegen de CO2-uitstoot. Dan nog zullen die maatregelen niet volstaan, voegt deze eminente klimatoloog hieraan toe, want de enige maatregel die het milieu kan bewaren zou zijn de mensheid door tien te delen, te decimeren dus. Bréon laat na ons te vertellen hoe we van die andere negen tienden afkomen.

Dat is wat ik noem de bekoring in het ecologisme om het mensenras uit te roeien: een bekoring die helemaal strookt met de theoretische uitgangspunten ervan. Men moet het ecologisme ernstig nemen. Niet als wetenschap, want dat is de politieke ecologie evenmin als het marxisme of het nationaalsocialisme dat waren. Men moet het ecologisme ernstig nemen omdat die ideologie totalitaire en moordzuchtige aanspraken maakt, radicaler nog dan om het even welke van haar voorgangsters.

vertaling Marc Vanfraechem

Drieu Godefridi (1972) is een Brusselse ondernemer, filosoof en (liberaal) publicist met aandacht voor internationale politiek en klimaatopwarming. Hij is de oprichter van het 'Institut Hayek', een liberale denktank. Hij is een veel gepubliceerd gastauteur in de Franstalige media.

Commentaren en reacties