Uitspraken tussen neus en lippen 17bis
Sprokkels uit de pers van juni (tweede helft)
Zijn praktijktesten juridisch wel haalbaar?
foto © REPORTERS ©stag/Evy Raes.
Nog maar eens een bloemlezing van terloopse uitspraken die in onze pers te lezen vielen tijdens de voorbije twee weken.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementJa, onze vaderlandse kranten munten soms uit in het debiteren van onverhoedse uitlatingen die meer verbergen dan ze blootgeven. Hieronder enkele staaltjes.
Een loopje met het twintigste-eeuwse concept van staatsorganisatie
De voorpagina van De Standaard van woensdag 8 juli slingerde recht in het gezicht van de lezer: ‘Tientallen asielzoekers dwingen via rechter opvang af’. De krant maakte van dit feit terecht een probleem. Jammer dat haar boodschap ‘Fedasil is de voorbije weken al tientallen keren veroordeeld tot het opvangen van asielzoekers’ (in totaal zou het gaan om meer dan twintig vonnissen ingespannen door migranten die niet in aanmerking kwamen voor opvang in een van instellingen die de organisatie beheert) zo weinig omkadering kreeg. Want waarover gaat het ten gronde?
Een hoeksteen van onze Westerse maatschappijordening, gebaseerd op de principes van de verlichting, verwijst naar de scheiding der machten, zoals eerst geformuleerd door de Franse filosoof Charles de Montesquieu (1689-1775). De uitvoerende macht (de koning en de regering) moet zo weinig mogelijk interfereren met de wetgevende (het parlement) en de rechterlijke macht (meer bepaald de hoven (het Arbeidshof en het Hof van Beroep) en de verschillende types van rechtbanken).
Activistische rechters
Het probleem hier is dat de rechterlijke macht traditioneel (terecht) bijzonder zwaar tilt aan haar onafhankelijkheid en autonomie, maar het zelf moeilijk heeft om met haar vingers uit de andere machtscompartimenten te blijven. Vandaar dat de pers het regelmatig heeft over ‘activistische’ rechters. Het onderhavige dossier is hiervan een schoolvoorbeeld. Fedasil werd door de uitvoerende macht aangewezen om de verzoekschriften van asielzoekers te beoordelen, en daarvoor werden wettelijk bepaalde criteria aangelegd (zoals geen meervoudige aanvragen mogen indienen, geen misbruik te maken van de asielprocedure).
De verantwoordelijke minister, Maggie De Block, kreeg hierover het woord in de krant en stelde: ‘De huidige aanmeldingsprocedure was en is de enige manier om asielaanvragen veilig te registreren. De procedure is tijdelijk, zolang voorzorgsmaatregelen voor de volksgezondheid gelden (deze uitspraak verwees naar de coronaproblematiek). Ondertussen zetten we alles in het werk om meer afspraken per dag te kunnen organiseren en de achterstand in te halen.’
Nu ben ik geen staatshuishoudkundige, maar mij lijkt het dat het definiëren van een procedure in het kader van een asielaanvraag behoort tot de typische prerogatieven van een uitvoerende macht (in casu: de bevoegde minister). Dan heeft een rechter niet de bevoegdheid om de (vermeend hoge) drempels voor asiel te slechten, al dan niet vanuit een menslievende of politiek correcte insteek. Een rechter moet zich beperken tot het geven van uitsluitsel of een rechtsregel in een bepaald dossier al dan niet correct werd nageleefd. Dat hij/zij bedenkingen heeft over de inhoud van die rechtsregel doet niet ter zake – daarover heeft hij/zij niet te oordelen…
Het zoveelste PS-gerelateerde probleem…
Geen details te vernemen in het artikel dat op 7 juli verscheen in de Waalse regionale krant La Dernière Heure. Die krant bracht onder de schreeuwerige kop ‘Verviers: de plaatselijke PS onder voogdij” het nieuws dat er blijkbaar ernstige problemen gerezen zijn tussen de PS-mandatarissen uit de stad Verviers, de vijfde grootste stedelijke agglomeratie in het zuiden des lands, in betere tijden het jachtterrein van de christelijk geïnspireerde PSC (de huidige CDH, vandaar de generatie ministers uit die partij die de naam Wathelet droegen). Het zou nu blijkbaar gaan om een conflict tussen de PS-leden van het gemeentebestuur, functionerend onder het burgemeesterschap van mevr. Muriel Targnion (PS) en de schepen bevoegd voor het OCMW, behorende tot dezelfde politieke fractie. De problemen moeten blijkbaar ernstig geweest zijn, want het geschil werd beslecht op een nationaal partijbureau van de PS.
De Vlaamse pers, met uitzondering van De Standaard van 9 juli, vond het niet de moeite om dieper in te gaan op de reden van dit conflict – allicht omdat men in het noorden van het land van mening was dat het (eens te meer – de geplogenheden in de PS kennende) zou gaan om het zoveelste dossier over zelfverrijking van PS-mandatarissen, in de eerste plaats door zij die een bevoegdheid uitoefenen over de sociale zaken. Dat blijkt evenwel niet het geval, hoewel De Standaard gewag maakte van de ‘creatieve budgettaire technieken’ van de gewezen OCMW-voorzitter, doorgaans een eufemisme voor financiële malversaties. Het conflict zou draaien om persoonlijke wrijvingen tussen de burgemeester en de voorzitter van het plaatselijke OCMW. Een en ander zou in de eerste plaats om macht en zeggenschap gaan.
De roep om praktijktesten
De Standaard van 13 & 14 juni had het, zoals vele Vlaamse kranten, uitgebreid over de plannen van minister Somers om op gemeentelijk vlak eigenhandig praktijktesten op te zetten om racistische praktijken bloot te leggen. ‘Soloslim’, ‘Somers heeft al een trackrecord in het oprekken van zijn bevoegdheden’, was nog de minst onvriendelijke commentaar. Rationele beschouwingen over praktijktesten als beleidsinstrument waren helaas moeilijker te vinden, want die blijken een inherent onderdeel van het progressieve gedachtengoed. Onze kranten, en al zeker De Standaard niet, gaan daar liever niet tegen in. Aangezien schrijver dezes niet gebukt door het leven gaat onder de loden last van de politieke correctheid: laten we de vinger leggen op eventuele pragmatische bedenkingen over het actief de vinger willen leggen op discriminatoire gedragingen door het uitvoeren van steekproeven.
Ik heb geen enkel principieel bezwaar tegen gelijk welke lakmoestest die moet aantonen wie in ons land buiten de lijntjes kleurt, maar zie twee fundamentele obstakels. Vooreerst lijkt het me logistiek vrij moeilijk om uit te maken of een weigering positief in te gaan op een openstaande vacature, of het wel of niet willen afsluiten van een mogelijk huurcontract met een migrant in een bepaald dossier gegrond is op withuidige oogkleppen, en in welke mate er ook andere (niet-racistische) bekommernissen meespelen. Dat is belangrijk, want het is niet strafbaar om bepaalde niet-racistisch geïnspireerde bedenkingen in te roepen om een huurovereenkomst of een arbeidscontract te weigeren te ondertekenen.
Juridisch probleem
De academici die eventueel zouden geroepen worden om daarover een methodiek te ontwikkelen gaan een zware tijd tegemoet. Om op basis van praktijktesten, die nogal wat kenmerken vertonen van het in de val lokken van mensen, een valabele dagvaarding te formuleren, is alvast geen eenvoudige klus.
En er rijst ook een juridisch probleem: ons rechtsstelsel verbiedt het uitlokken van een wetsovertreding – hetgeen in vele andere landen wel degelijk toegelaten is. Een val spannen voor een verhuurder of een selectiebureau door een gefingeerde identiteit aan te nemen, lijkt me onverkort te vallen onder het begrip uitlokken van een misdrijf door overheidsagenten belast met opsporingstaken – ‘hetgeen absoluut verboden is en de onontvankelijkheid van de strafvordering zelfs tot gevolg heeft’.
Samenvattend: er kunnen heel wat pragmatische bedenkingen worden geformuleerd ten aanzien van het opzetten van een systeem van praktijktesten om racisme te bestrijden – hoe nobel die doelstelling in de grond ook is. Ideologische argumenten zijn hier onnodig. De pragmatiek brengt je in deze discussie al waar je wil geraken, in het verlengde van een tegelwijsheid waarop ik lang geleden in een Nederlands winkeltje stootte: ‘Met beide voeten op de grond, kom je een heel eind ver.‘
Politiek incorrecte afsluiter
‘Zuid-Europa op bedeltocht naar het noorden’, blokletterde De Tijd van 14 juli. Mochten alle media maar eenzelfde duidelijkheid, die nu blijkbaar geldt voor het Europese gebeuren, aan de dag leggen wanneer het gaat over onze nationale regeringsonderhandelingen. ‘Wallonië op bedeltocht naar Vlaanderen’ zou een even gerechtvaardigde als pertinente kop opleveren…
Ook al toevallig gelezen, maar deze keer in het boekje ‘Ouder worden is niet zo erg‘, uitgegeven door Deltas, en dat bij ons ter inzage in het toilet ligt: ‘Een man is zo oud als hij zich voelt; een vrouw is zo oud als ze eruitziet’.
Jan Van Peteghem is ingenieur en emeritus-gasthoogleraar verbonden aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Zijn beroepservaring en wetenschappelijk werk draaien grotendeels om de arbeidsomstandigheden en -voorwaarden, meer in het bijzonder de veiligheid en de gezondheid op het werk.
Bart De Wever en Paul Magnette zijn het alvast over één ding eens: 2024 wordt een strijd tussen de N-VA en de PS.
Yukio Mishima wijdde zijn schrijversleven aan het in ere houden van Japanse tradities tegen de amerikanisering van het land in. Hij vond zichzelf daarin mislukt en trok daaruit de uiterste conclusie.