Une certaine idée de France
Het is van 1995 geleden dat Frankrijk nog een linkse president heeft gehad. Wellicht komt na zes mei, voor de tweede maal in de geschiedenis van de Vijfde Republiek, een socialist op de troon van het Elysée. De beurzen hebben hier geen goed oog in. Wanneer je de resultaten van de eerste stemronde bekijkt, lijken vele Fransen hier ook niet echt enthousiast van te worden.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementRechtse pest of linkse cholera
Het Britse blad ‘The Economist’ gaf al aan dat de Franse kiezer de keuze heeft tussen de pest en de cholera (The Economist’, 28 april 2012 ). Het blad heeft een uiteindelijke voorkeur voor een rechtse pest. Net als in 1981 lijkt het vooral de verdienste van een impopulaire rechtse politicus die de Fransen doet grijpen naar een links alternatief. Valéry Giscard d’Estaing kampte met barre economische jaren, hij handelde in zijn buitenlands beleid wel heel onhandig (hij aanvaardde onder meer bloeddiamanten van ‘keizer’ Bokassa) en hij kampte met een verdeeld rechts front. De kiezer stuurde hem weg en opende de paleispoorten voor François Mitterand. Vandaag kampt Nicolas Sarkozy met barre economische jaren, hij handelt in zijn binnenlands beleid wel heel onhandig en hij kampt met een verdeeld rechts front. Bovendien is Sarkozy te veel ‘bling-bling’. Hij mist grandeur. Een Vlaamse krant merkte onlangs, nogal verbaasd, op dat Hollandes stijvere imago voor veel Fransen passender is bij het presidentschap dan Sarko’s bevlogenheid. De Franse presidenten leven tot op vandaag onder de onmetelijke schaduw van ‘le fondateur de la V ième Republique’ Charles De Gaulle. Misschien is het geen toeval dat zowel Giscard d’Estaing als Sarkozy beleidsdaden stelden die ingingen tegen de gaullistische visie op Frankrijk.
De erfenis van De Gaulle
‘Toute ma vie, je me suis fait une certaine idée de la France.’ (Charles de Gaulle, Mémoires de guerre, Plon, Parijs, 1954). De openingszin van De Gaulle’s oorlogsmemoires definieert zijn erfenis voor het moderne Frankrijk. De generaal was een typisch product van de Derde Franse Republiek. Frankrijk was toen een natie waar de strijd tussen monarchisten, bonapartisten en republikeinen nog volop woedde. Alleen de twee wereldoorlogen konden het gekibbel doen verstommen. In die beide oorlogen betoonde De Gaulle voldoende ‘cran’ om aan het einde van het tweede wereldconflict zichzelf te kunnen opwerpen als de vader des vaderlands. Le Maréchal Pétain moest in Zuid-Frankrijk zo snel mogelijk worden vergeten. Nochtans verschilden De Gaulle en de leider van het Vichy-Frankrijk niet zoveel van elkaar. Allebei waren ze autocratisch ingesteld, ze waren beiden diepgelovige katholieken en ze bezaten een zekere heimwee naar een monarchaal Frankrijk. Dat Pétain geen graten zag in Duitse hulp om zijn monarchistisch gezinde idee van Frankrijk te verwezenlijken, dat ging voor De Gaulle veel te ver.
Het moderne Frankrijk is van gisteren
Dat monarchale denken is sinds 1789 een constante in de Franse politiek. Het lijkt alsof de Franse natie de regicide op Lodewijk XVI in 1793 nooit helemaal heeft verteerd. Toen Chirac president was, verwoordde de linkse auteur Philippe Solers het zo: ‘De beschermer, een uitgesproken Franse figuur. Bij gebrek aan een koning of koningin, hebben we een Keizer gehad (tweemaal), vaders van de Natie, de Tijger Clemenceau, de Maarschalk, de Generaal, Tonton, en nu Grote Broer (…)’ . Midden jaren ’90 kwam de Franse demograaf Hervé le Bras met een geactualiseerde wetenschappelijke uitleg voor het fenomeen. In zijn studie bleek dat de politieke kaart van 1995 een quasi kopie bleek te zijn van die van 1791 (!). In dat jaar verplichtte het nieuwe Frankrijk de priesters een eed van trouw te zweren op de Revolutionaire Grondwet (op dat moment was het land een constitutionele monarchie). Daar waar de geestelijkheid en masse de eed weigerden af te leggen, zijn vandaag de gebieden waar men overwegend rechts stemt. De departementen waar de geestelijkheid volgzamer was, vandaag hoofdzakelijk links (Hervé Le Bras, Les Trois France, Odile Jacob, Parijs, 1995). Anders gezegd: monarchaal Frankrijk stemt vandaag rechts, republikeins Frankrijk links. De Nederlandse journalist en Frankrijkkenner Martin Sommer deelt de wortels van rechts in Frankrijk op in drie strekkingen: de legitimistische (aanhangers van het huis Bourbon, voor de Revolutie), de conservatief-liberale (aanhangers van het huis Orléans, na de Revolutie) en de bonapartistische/gaullistische (de naam spreekt voor zich, na de Revolutie). Vandaag worden de strekkingen vertegenwoordigd door, in dezelfde volgorde: Le Pen, Sarkozy en de Villepin. In 1981 kostte de strubbeling tussen de conservatief-liberalen en de gaullisten rechts het Elysée. Chirac (gaullist) weigerde Giscard d’Estaing (conservatief-liberaal) te steunen en zorgde voor diens nederlaag. Vandaag herhaalt zich hetzelfde scenario. Opnieuw weigert een voornaam gaullist (de Villepin) de man van de conservatief-liberale strekking te steunen. De in macht gegroeide Le Pen geeft hem daarbij nog graag een duw in de rug.
De Europese dief in de nacht
De Gaulle vatte zijn Frankrijk mooi samen tegenover zijn Minister van Informatie Peyrefitte: ‘Ja, we leven in een monarchie, maar het is een gekozen monarchie.’ (Alaine Peyrefitte, C’etait De Gaulle, Fallois/Fayard, Parijs, 1997) Met dit gegeven hield Sarko de voorbije jaren veel te weinig mee rekening. Het wordt nu een medeoorzaak voor zijn neergang. De Franse passie voor de afgedankte monarchie zal hem de laan uitsturen.
Maar hoe monarchaal de nieuwbakken president ook zal zijn, hij moet oog hebben voor de slinkse nachtelijke inbreker in het aloude Franse systeem: Europa. ‘Ik ben de laatste grote president. De laatste in de lijn van De Gaulle. Vanwege Europa, vanwege de mondialisering, vanwege de ontwikkeling van de instellingen. In de toekomst zal dit regime zich nog steeds de Vijfde Republiek noemen…maar niets zal nog hetzelfde zijn. De president zal een soort superpremier worden, hij zal kwetsbaar zijn.” (Georges-Marc Benamou, Le dernier Mitterand, Plon, Parijs, 2005) Het is een interessante boodschap van de eerste linkse president na De Gaulle…
Harry De Paepe bezit een grote passie voor geschiedenis en Engeland. Hij is de auteur van verschillende boeken.
Hebben de Britten de rechtse golf ontweken of is premier Keir Starmer de Britse variant van Joe Biden en lopen zij één verkiezing achter op de VS?
Vandaag is het precies een kwarteeuw geleden dat Merkel in een historisch opiniestuk afrekende met Helmut Kohl en zo de macht binnen de CDU greep.