Van koppige partijheld tot minister-president
Een portret van Geert Bourgeois
‘Vlotte ernst‘ en ‘independentisme‘. Het waren twee van de kernbegrippen waarmee Geert Bourgeois in 2001 naar buiten trad met zijn nieuwe partij. ‘Het werd voor mij de voorbije maanden duidelijk dat 15 procent een realistisch streefdoel is. Daarvoor aast de N-VA ook op huidige VLD-stemmers: Onderschat de ontevredenheid bij veel kiezers van die partij niet. Ook kiezers van het Vlaams Blok zijn welkom‘, liet de man op 1 december 2001 optekenen en werd daarmee meteen door anderen weggelachen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementNog voor Bart De Wever nog maar een beetje bekend werd, was de Izegemnaar de grote held van de N-VA met minutenlange staande ovaties. En hoewel de congressen en partijbijeenkomsten drukke bedoeningen waren, keek niemand er op dat moment naar om. Geert wie? De eerste electorale test was dan ook een zware tegenslag. In 2003 zetelde hij als enige Kamerlid voor de nieuwe N-VA en ondanks het magere resultaat hield hij zo zijn partij in het leven.
Flamingant en Volksunieman
De Izegemse Geert Bourgeois (°1951) komt uit een Vlaams en katholiek nest. Als tiener was hij lid van de Katholieke Studentenactie (KSA) en later als student zat hij in de Vlaams Nationale Studentenunie (VNSU) en militeerde voor het Taal Aktiekomitee (TAK). Als jongeling stelde hij een gebaar dat tekenend wordt voor zijn carrière. Toen zijn zelf gestichte afdeling van het Verbond van Blauwvoetvendels dreigde opgeslorpt te worden door het Vlaams Nationaal Jeugdverbond (VNJ), stapte hij eruit. Sinds zijn zeventiende zit Bourgeois in de politiek. Eerst als afdelingssecretaris voor de lokale Volksunie (VU) en voorzitter van de lokale Volksuniejongeren. In 1977 werd hij gemeenteraadslid voor de Volksunie en tussen 1983 en 1994 was hij in Izegem eerste schepen. Sinds ’95 is hij er opnieuw gemeenteraadslid.
Hij verwierf zijn eerste bescheiden bekendheid in de commissie-Dutroux waaruit hij opstapte, omdat hij de plannen voor de nieuwe politiehervorming onaanvaardbaar vond. ‘Eerst hebben we al gezien dat verantwoordelijken die in het Dutroux-dossier fouten hebben gemaakt, allemaal vrijuit gingen: procureur-generaal Demanet, GP-chef De Vroom, de Brusselse procureur Dejemeppe en voormalig minister van Justitie Melchior Wathelet. Nu de eerste structurele hervorming moet worden doorgevoerd, worden de conclusies van de commissie-Dutroux zonder meer opzijgeschoven. Is België nog een democratie? We zijn bezig het Vlaams Blok slapende rijk te maken. Ik wil daar niet aan mee doen‘, verklaarde hij aan De Financieel Economische Tijd (9 oktober 1997). Het toonde de jurist zoals hij is, principieel.
In 1996 werd hij lid van het partijbestuur van de VU. Drie jaar later stak hij zijn nek uit tegen het toenmalige partijestablishment van de Volksunie. Hij leidde de zogenaamde Oranjehofgroep waar onder meer Frieda Brepoels, Karel Van Hoorebeke, Danny Pieters, Ben Weyts en Bart De Wever deel van uitmaakten. Op vraag van onder andere de Gentse VNSU nam Bourgeois de handschoen op tegen Patrik Vankrunkelsven, de kandidaat van Bert Anciaux. Tegen de verwachtingen in werd hij begin 2000 verkozen tot partijvoorzitter van de ondertussen zieltogende VU. Bijna alleen verzette hij zich tegen het Lambermontakkoord ondanks de coryfeeën Bert Anciaux of Hugo Schiltz. Hij nam uiteindelijk ontslag omdat de partijraad de voorzitter niet volgde in zijn afwijzing van het akkoord. De Volksunie brak uiteen. In oktober 2001 erfde hij de VU na een verbeten referendumstrijd over de toekomst van de partij. 47% van de leden schaarden zich achter hem en daarmee versloeg hij glansrijk de groep rond Bert Anciaux (22%) en de ‘Niet Splitsen’-groep rond de tandem Johan Sauwens/Nelly Maes (30%).
Levenslijn
De ‘Nieuwe Volksunie‘ (algauw ‘Nieuwe Partij *‘, omdat de naam Volksunie niet meer gebruikt mocht worden) had alleen Bourgeois als uithangbord. En zoals De Standaard later zou opmerken in een rapport over zijn ministerschap, ‘Communicatie met het algemeen publiek was niet zijn sterkste zijde‘. Zelf betitelde de voorman het als ‘vlotte ernst’. De buitenwereld bestempelde het gewoon als ‘saai’. Na de mislukking van 2003 hield Bourgeois als laatste der Mohikanen de jonge N-VA levend. Er werd nog onderhandeld met de VLD op het kustappartement van Karel De Gucht om een gezamenlijk kartel te vormen. Maar de interne VLD-problemen schoven de kartelvorming op de lange baan. In dat jaar verscheen een geprezen boekje De puinhopen van paars-groen dat op dat moment één van de weinige gefundeerde politieke pamfletten scheen te zijn. Het oogstte zelfs lof van onder meer Luc Van der Kelen (Het Laatste Nieuws), die toen nog niet wist dat Bart De Wever de feitelijke auteur was.
Maar wat Bourgeois in 2001 nog resoluut weigerde, ging hij onder druk van slechte peilingen in 2004 aan. Samen met de nog onbekende Bart De Wever koppelde hij zijn partijtje uiteindelijk aan de wagons van de CD&V (het zogenaamde Valentijnskartel) en kon in datzelfde jaar minister worden in Yves Letermes Vlaamse regering (waarop Bart De Wever hem opvolgde als partijvoorzitter).
In 2008 trok hij uit de regering nadat het kartel tussen de twee partijen was gesprongen, omdat de partij de garanties die de nieuwe minister-president Kris Peeters kreeg over het voeren van een communautaire dialoog niet geloofde. ‘Ik ben niet getrouwd met mijn ministerpost‘, verklaarde hij toen tegenover de N-VA-achterban. Eric Van Rompuy noemde de Izegemenaar een ‘tout petit monsieur‘. De koppige Bourgeois is een doorn in het oog van vele niet-N-VA’ers. Hij zou onbuigzaam zijn, aristocratisch en betweterig, een caractériel, naar het woord van Karel De Gucht. Hugo Camps gebruikte de West-Vlaming regelmatig als schietschijf, maar dat is in N-VA-kringen een pluspunt. Zijn partij kon groeien dankzij onder meer de deelname van Bart De Wever in De Slimste Mens. Iets wat Geert Bourgeois steeds verfoeide, politici in spelletjesprogramma’s. In 2009 werd de man opnieuw minister in de regering-Peeters II. Over het algemeen wordt Bourgeois’ ministerschap matig positief gewaardeerd. ‘Droog, maar gedegen‘, luidde het Standaard-rapport.
Nu staat de ‘lone ranger‘ van de Vlaams-nationalisten op het toppunt van zijn carrière. In zijn West-Vlaanderen slaagde Bourgeois er nochtans niet in Hilde Crevits te kloppen als stemmenkampioen, een succes dat hij haar wel gunde en waarbij hij fijntjes opmerkte dat hij dan ook niet voortdurend in de boekjes staat. Crevits mag hem nu ‘dienen’ als onderwijsminister. Bourgeois is de heersende sfinx van Vlaanderen. Voor het eerst heeft een uitgesproken klassieke flamingant het ambt van minister-president in handen. Het N-VA congres zal hem de zoveelste staande ovatie geven, maar ditmaal zal heel Vlaanderen het gezien hebben.
Foto: (c) Reporters
Harry De Paepe bezit een grote passie voor geschiedenis en Engeland. Hij is de auteur van verschillende boeken.
Hebben de Britten de rechtse golf ontweken of is premier Keir Starmer de Britse variant van Joe Biden en lopen zij één verkiezing achter op de VS?
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.