JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Van politieke correctheid tot dhimmitude

De stap is helaas klein

ColumnJohan Sanctorum6/7/2020Leestijd 4 minuten

Taliban

Taliban

foto © Laurens Verrelst

Zowel het gedogen van de islam-ideologie, als de huidige ‘racismomanie’, vormen een opstap naar een totalitaire logica. Links ondersteunt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Als filosoof en vrijdenker ben ik meer dan middelmatig geïnteresseerd in een godsdienst die letterlijk ‘onderwerping’ betekent. Een belangstelling die ook cineast Theo van Gogh vertoonde. We kennen het gevolg. Godsdiensten beschouw ik als hobby’s. Iets wat het leven zou moeten veraangenamen en de verveling kan tegengaan, vrijwillig en liefst onder volwassen mensen. Vergelijk het met een SM-club. Vóór alles is het iets dat zich discreet moet afspelen, binnenskamers, en zo min mogelijk overlast mag berokkenen aan niet-gelovigen, andersdenkenden of de globale gemeenschap. Het is niet aan de overheid om godsdiensten te subsidiëren en ook niet aan het onderwijs om ze in leerplannen te gieten. Leven en laten leven moet het devies zijn. Naar het motto van Frederik II van Pruisen: ‘Jeder soll nach seiner Façon selig werden.

Micro-oorlogen

Maar met de islam hebben we ten gronde een probleem. En hoe meer de aanhangers van die religie gesust en gepamperd worden, des te langer worden de tenen. Natuurlijk zijn er de aanslagen, het gekrakeel rond Mohammed-cartoons, Charlie. Maar tegelijk, en misschien nog verontrustender, is er de sluipende ‘Umwertung’ in het publiek domein. Wat men de ‘micro-oorlogen’ noemt: de manier hoe de islam zijn grenzen verlegt. De ogenschijnlijk futiele wrijvingen die in naam van de godsdienstvrijheid worden glad gestreken.

Dit proces is fascinerend, want het grijpt effectief plaats met de complete goedkeuring en zelfs actieve medewerking van diegenen die de rechtstaat, de democratie en de vrije meningsuiting beweren te verdedigen. Dat zijn niet in het minst het politieke establishment, de reguliere opiniemakers en de zogenaamde mainstream media. Een paradox die de Nederlandse jurist/filosoof Paul Cliteur deed concluderen dat men ‘de intolerantie niet mag tolereren’. Ze moet een voorwerp zijn van permanente waakzaamheid en strijdvaardigheid, waarin mensen moeten durven ingaan tegen de heersende pensée unique. We moeten een grens durven trekken. Wat onze vrijheid bedreigt, mag nooit opgenomen worden in het multicultureel amalgaam.

In Vlaanderen is het vooral Wim Van Rooy (o.m. De islam. Kritische essays over een politieke religie, 2010) die aan de islamkritiek een volle dagtaak heeft. Zeer minutieus en goed gedocumenteerd wijst hij op het gevaar van een lakse rechtsstaat en een stuurloze samenleving die niet meer in staat zijn om zich te verzetten tegen wat hen bedreigt. Net dat marginaliseert hem en houdt hem uit de media. Zo werkt het mechanisme nu eenmaal. Maar zo blijft de man ook alert en immuun voor recuperatie.

Multicultureel amalgaam

Het werk van de schrijfster-filosofe Hannah Arendt (1906-1975) is interessant om dit fenomeen van het laksisme verder te begrijpen. Ze was vooral gefascineerd door de manier hoe totalitaire systemen, in casu het nazisme, (The Origins of Totalitarianism, 1951) een soort totale consensus en afwezigheid van alarmbellen creëren in het collectief bewustzijn, zelfs als het een genocide betreft, door de verambtelijking en bureaucratisering van het staatsapparaat, waarin elk individu ook permanent door de angst wordt gedreven om buiten de groep, de gemeenschap te vallen. Als toeschouwer van het Eichmann-proces in Jeruzalem (1961) viel het haar op wat voor een ‘normale’ man en huisvader de architect van de Endlösung wel was. En hoe ‘gewoon’ iedereen onder Hitler zijn plicht deed, met of zonder de schrik om van zijn bed gelicht te worden door de Gestapo.

Collaborerend links

Ondertussen neemt vandaag zowat iedereen de met Hannah Arendt verbonden zinsnede ‘de banaliteit van het kwaad’ in de mond, zonder te beseffen dat dit eigenlijk een andere omschrijving voor politieke correctheid betekent. Een algemeen aanvaarde code van gedragingen en visies, die in feite als een kruipend gif de samenleving en haar morele waarden van binnenuit vernietigen. Zonder dat dit zelfs maar mag gezegd worden. Sterker nog: de code monopoliseert zelf de ‘goede’ moraal en verbant critici naar uithoeken van het opinie-universum.

De manier hoe de islam geaccepteerd wordt en haar normen – niet compatibel met het verlichtingsdenken – geruisloos inburgering vinden, is daar een frappant aspect van. In de limiet lijkt er een onrustwekkende convergentie tot stand te komen tussen politieke correctheid en de zogenaamde dhimmitude, het onderwerpingsgedrag van de niet-moslim teneinde gespaard te blijven van vervolging. Paul Cliteur ontmaskert overigens het postmodernisme, de idee dat je alles met alles kan combineren en niets er echt toe doet, als pseudo-esthetica van de dhimmitude.

De erfgenamen van de ’68-beweging 

Het theoterrorisme heeft diepe sociologische wortels én uitlopers, ook daar is de analyse van Cliteur correct. Het gaat niet zomaar om een godsdienst. Het gaat om een alomvattend totalitair systeem met de religie als fundament, dat het individu helemaal opeist en beschikbaar maakt voor de totaaloorlog. Die zal volgens de Franse schrijver Michel Houellebecq onvermijdelijk eindigen in een Europees sharia-regime (Soumission, 2015, ironisch genoeg precies verschenen op de dag van de liquidatie van een aantal Charlie Hebdo-redacteurs, begin januari 2015).

Het blijft een tamelijk verbijsterende vaststelling: de erfgenamen van de ’68-beweging leveren ons probleemloos uit aan het moslimfanatisme, nadat ze in tempore non suspecto te keer waren gegaan tegen de tirannie van de katholieke Kerk. Toen luidde het nog: ‘Il est interdit d’interdire’, vandaag is het taboe overal. Deze paradox is voor links nog altijd onbespreekbaar. Wie hen er toch mee confronteert, wordt als manisch en/of fobisch gerangschikt of als een ongeneeslijke complotdenker weggezet. Het woord islamofoob drukt veel uit. Een kritische houding tegenover de islam zou gelijk staan met een angstneurose zoals agorafobie, hoogtevrees of een irrationele schrik van spinnen.

Racismomanie

dhimmituderadio1.be

Helaas, was het maar een fobie waarvoor je een pilletje kunt nemen. We evolueren richting sharia-samenleving en we zullen alle intellectuele power nodig hebben om dat proces te keren. Ik benadruk die intellectuele creativiteit: zich niet houden aan de politiek-correcte clichés van links noch rechts, maar diep durven gaan en taboes doorbreken. Er is nog veel denkwerk te doen.

Ook de tot taboe verklaarde stelling dat er een correlatie is tussen de misogyne mannenmoraal, de criminele netwerken (vooral de drugshandel), de zwijgcultuur en tenslotte de salafistische Jihad, de heilige oorlog tegen alle ongelovigen, verdient nadere uitwerking. Criminologe Marion van San probeerde dit taboe open te breken en werd aansluitend verketterd tot handpop van extreem-rechts. Het politiek-correcte flirten met dat wat onze samenleving bedreigt, heeft verschillende gezichten. De huidige racismomanie en de daarmee gepaard gaande heksenjacht is eveneens te benoemen als een opstap naar een nieuw totalitair denken.

Culturele revolutie

Het doorgeslagen anti-discriminatiediscours jaagt hysterici op, die elke vorm van ‘witheid’ zien als verdorven, waardoor schrijvers ineens op de index belanden, Zwarte Piet (uiteraard) nog eens wordt verbanvloekt, en cosmeticaproducenten ijlings bleekmakende producten uit de rekken halen. De brave borsten die mee roepen met BlackLivesMatter beseffen niet dat ze meelopers zijn in een soort culturele revolutie à la Mao en Pol Pot, die in de limiet uitloopt op een terreurregime. Deze transitie, waar links volop toe bijdraagt, zal er uiteraard voor zorgen dat ook ‘opiniemakers’ zoals Lanoye de mond zal gesnoerd worden, alleen weten ze dat nog niet. Noem het de ultieme ironie van de geschiedenis en, jawel, ook een beetje de triomf van de domheid.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties