Bpost beschikt al ruim twee decennia niet meer over taalkaders. Die bepalen de verhoudingen tussen het aantal Nederlands- en Franstaligen dat voor het autonome overheidsbedrijf mag werken. Zolang er geen taalkader is, zijn in principe alle werknemers van bpost onwettig benoemd. Voogdijminister Petra De Sutter krijgt daarom een ferme tik op de vingers van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht. ‘Zolang Bpost geen geldige taalkaders heeft, zal elke benoeming of bevordering van statutaire of contractuele personeelsleden door de Raad van State…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Bpost beschikt al ruim twee decennia niet meer over taalkaders. Die bepalen de verhoudingen tussen het aantal Nederlands- en Franstaligen dat voor het autonome overheidsbedrijf mag werken. Zolang er geen taalkader is, zijn in principe alle werknemers van bpost onwettig benoemd. Voogdijminister Petra De Sutter krijgt daarom een ferme tik op de vingers van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.
‘Zolang Bpost geen geldige taalkaders heeft, zal elke benoeming of bevordering van statutaire of contractuele personeelsleden door de Raad van State nietig kunnen worden verklaard’, zegt voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) Emmanuel Vandenbossche in een antwoord per e-mail aan Doorbraak.
Overbodig
Vandenbossche doet zijn uitspraak nadat federaal minister van overheidsbedrijven Petra De Sutter (Groen) eerder had laten uitschijnen dat ook de VCT de huidige bestuurstaalwet bij autonome overheidsbedrijven overbodig vindt. De bal ging aan het rollen nadat Vlaams-Belang-kamerlid Barbara Pas onlangs een schriftelijke vraag over het onderwerp stelde aan De Sutter. In haar antwoord aan Pas zegt De Sutter:
‘De Vaste Commissie voor Taaltoezicht heeft sinds 1999 zelf al verscheidene keren toegeven dat de wet over de hervorming van sommige overheidsbedrijven, die de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken globaal toepasselijk maakt op autonome overheidsbedrijven die aan mededinging onderhevig zijn, zonder rekening te houden met de specifieke situatie van deze bedrijven, voor problemen zorgt, gelet op de exploitatievoorwaarden waarmee ze worden geconfronteerd.’
Na dat byzantijnse antwoord vervolgt De Sutter: ‘Bpost is sinds 2013 een beursgenoteerde onderneming die de wettelijke opdracht om flexibel en competitief te kunnen concurreren met private ondernemingen alleen kan waarmaken als ze zoals de concurrentie kan werken op een flexibele manier. Uit de Europese richtlijnen met betrekking tot de openstelling van de postmarkt vloeien gelijkaardige imperatieven voort die bpost verplichten om actief te zijn op een volledig opengestelde markt.’
Samengevat zegt De Sutter dus met veel woorden: taalkaders zijn ouderwets en staan de vrije concurrentie van autonome overheidsbedrijven in de weg. Niet alleen ik zeg dat, ook de VCT.
Onwettigheid blijft
Nadat Doorbraak dit antwoord van De Sutter had voorgelegd aan Emmanuel Vandenbossche, wijst deze voorzitter van de VCT erop dat de verplichting om taalkaders te hebben, niet langer ontweken kan worden door de regering. Daarbij kaatst hij de bal terug naar De Sutter.
‘Wij hebben in onze communicatie inderdaad opgemerkt dat de naleving van de bestuurstaalwet problemen kan veroorzaken. Daarom hebben wij de bevoegde ministers steeds gevraagd om stappen te ondernemen. Zolang er geen wetgevend initiatief ter zake wordt genomen, blijft de onwettelijkheid van de situatie onverkort voortbestaan’, zegt Vandenbossche.
De voorzitter wijst er nog fijntjes op dat het VCT hierover in 2021 heeft samengezeten met het kabinet van De Sutter en met bpost. ‘De VCT heeft echter geen kennis van een tweede of verdere vergaderingen’, zo klinkt het.
De implicaties van het legale vacuüm gaan potentieel ver, zo herhaalt Vandenbossche. ‘Bij ontbreken van taalkaders zijn alle benoemingen of bevorderingen van statutaire of contractuele personeelsleden nietig, zo zegt de bestuurstaalwet.’ De VCT is dan ook bevoegd om de naleving van de bestuurstaalwet bij overheden en overheidsbedrijven te controleren. Het kan zelf naar de Raad van State stappen.
Bij het ter perse gaan wou het kabinet van Petra De Sutter niet reageren op de uitlatingen van het VCT. Het kabinet benadrukt per e-mail dat ‘dit een probleem is dat geërfd werd uit het verleden.’ Wel verduidelijkt het kabinet het probleem: ‘Het voldoen aan bestuurstaal-vereisten bemoeilijkt het functioneren in een internationale context waar de voertaal Engels is. Daarenboven bemoeilijkt het soms de aanwervingen van bepaalde profielen in een volatiele en competitieve arbeidsmarkt.’
Bpost is sinds 2013 een beursgenoteerde onderneming. 49% van de aandelen zijn in private handen. Ook bij andere autonome overheidsbedrijven als de NMBS, Skeyes en Proximus ontbreken er taalkaders.