JavaScript is required for this website to work.
Europa

Guy Verhofstadt, schoolvoorbeeld van cognitieve dissonantie?

De EU-bubbel wordt alsmaar groter, naarmate het draagvlak krimpt

ColumnJohan Sanctorum9/7/2018Leestijd 4 minuten
Guy Verhofstadt …

Guy Verhofstadt …

foto © Reporter

Het Knack-tweegesprek tussen Guy Verhofstadt en Joris Luyendijk onthult bij eerstgenoemde een tunnelvisie die niet meer gezond kan genoemd worden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Naar aanleiding van het verschijnen van mijn boek De Langste Mars over mei ’68 en het vervolg, kwam ik in een debat terecht met Dirk Verhofstadt, broer van, en Bart Caron, de cultuurspecialist van de groenen. Ze konden mijn kritische analyse niet smaken en vonden me een doemdenker. Vervolgens bezong respectievelijk Dirk de fantastische toekomst die het liberalisme ons ging bezorgen, terwijl Bart de multiculturele droom nog eens in de verf zette. Op sommige momenten waande ik me tussen een Jehovah-getuige en een salafistische prediker. Hoe ver kan de waan gaan?

Zonder er een familiekwestie of een aangeboren stoornis van te willen maken: het interview dat Knack afgelopen week publiceerde met Guy Verhofstadt rond de toekomst van de EU, geeft een hallucinant idee. Guy gaat zodanig op in zijn Euroforie, dat al wie deze niet deelt als gestoord, of kwaadaardig, of beide wordt weggezet. Europa is één grote ‘demos’, Verhofstadt voelt zich thuis ‘van de Atlantische Oceaan tot aan de Wolga’, waar hij slimme mensen ontmoet die ook pro EU zijn en die hem bewonderen. Meestal gezagsdragers of progressieve intellectuelen, of gewoon leden van de EU-bureaucratie, maar soit. Hongarije en Polen, waar mensen gestemd hebben voor niet-eurofiele politici, moeten anderzijds hardhandig tot de orde geroepen worden: zij passen niet in dat wereldbeeld waarin Verhofstadt carrière maakte en een goed gespekte bankrekening aan overhoudt, dus dienen ze in de ban geslagen. Wat zijn opponent Joris Luyendijk ook inbracht, soms hele sterke argumenten: het is allemaal verzuurde populistische praat.

Hoe komt een zogenaamde liberaal tot zulke onliberale tunnelvisie? Omdat macht nu eenmaal de neiging heeft om zichzelf te bevestigen via een megalomane retoriek van de zelfverheerlijking én de demonisering. En omdat Guy Verhofstadt gewoon de ziekelijke aanleg heeft om retorisch over alles heen te walsen tot op het karikaturale af. Zo’n mensen kan men niet met redelijke argumenten overtuigen, ze willen alleen zichzelf nog horen. In se is het een vorm van fundamentalistisch-religieus denken, verwant aan de paranoia. Daar bestaat ook een modernere term voor: cognitieve dissonantie.

Luchtkastelen

hemelvaart 2016Kort komt het erop neer dat mensen geneigd zijn te geloven wat ze graag geloven, ook als alles op het tegendeel wijst. Het conflict tussen wens en werkelijkheid wordt opgelost door er een ‘draai’ aan te geven. U denkt dat de aarde plat is, terwijl in de 16de eeuw al schepen rond de wereld voeren? Allemaal verzonnen, ze namen een binnenweg en hingen een verhaaltje op. Het Messianisme is op die manier ook ontstaan: hoe langer de Messias uitbleef, hoe sterker bepaalde Christelijke sekten in hem ging geloven.

Er is dus iets in ons brein dat zorgt voor een aangepast ‘venster’ op de realiteit, waardoor we in staat zijn om complete luchtkastelen te bouwen, die zelfs met veel vertoon te propageren, waardoor er een echte surrealiteit kan ontstaan. Als men macht verwerft, kan men die surrealiteit zelfs opleggen en wordt elke scepticus, iemand die dus niet meegaat in de waan, zelf een psychisch probleemgeval.

De filosoof Michel Foucault  (1926-1984) heeft die verwevenheid tussen macht, normaliteit en abnormaliteit diepgaand geanalyseerd. Wie aan de knoppen zit, bepaalt ook wat ‘normaal’ is: de begrippen politieke correctheid en pococratie, ontwikkeld in mijn boek, liggen in het verlengde daarvan. De term ‘populisme’ is anderzijds uitgevonden om politici en kiezers te brandmerken die aan ‘foute’ politiek doen. In de limiet moeten die politici en hun partijen uit het systeem geweerd worden (via een cordon), en de kiezers heropgevoed via de geaccrediteerde media. Zo werkt de pococratie ongeveer: als een democratie van de pensée unique of een dictatuur van de weldenkendheid. Dat moest uiteindelijk wanhoopsdaden als de Brexit én iemand als Trump opleveren: de antithese van alles wat naar politieke correctheid rook, de stem van de onderbuik. Joris Luyendijk haalt zo iemand uit de vergeten onderklasse aan:

‘…Een bijstandsmoeder moest lachen toen het over het geweldige Europa ging, waar je geen geld meer hoeft te wisselen en geen paspoort nodig hebt om te reizen. Zij was al veertien jaar de grens niet meer over geweest. Haar zoon had een ernstige aandoening en stond al jaren op een wachtlijst. Voor hem was er geen geld, terwijl vluchtelingen die we niet kennen en uit dezelfde landen komen als terroristen, wel op steun kunnen rekenen.’

Welkom op de begane grond.

Geef ze ook nog een leger

legerWe zien Guy Verhofstadt al een hele poos bezig, maar niettemin is dat Knack-gesprek een eye-opener: hier spreekt iemand die in een parallelle wereld leeft en alle voeling met de realiteit kwijt is. Het is onrustwekkend dat heel dat EU-gebeuren zo aangetast is door cognitieve dissonantie en zelfvervullende paranoia, tegen alle burgerlijk ongenoegen in. Alle macht die ze verwerft zal gebruikt worden om het opgetrokken luchtkasteel (de ‘bubbel’) nog uit te breiden en te beveiligen. Verhofstadt is een extreem voorbeeld, door zijn constante lawaaierigheid ook heel zichtbaar tot op het clowneske af, maar het syndroom zit diep verankerd in de retoriek, de zacht ronkende instellingen, de strategie, de persoonlijke carrières.

Dat Verhofstadt nu ook pleit voor een Europese defensiemacht, situeert zich in hetzelfde straatje van de vlucht-vooruit van de megalomane elite in haar praatbarak en aanpalende cenakels. Een knotsgek idee is het in deze constellatie. Zoals Luyendijk terecht betoogt: de alcoholist Juncker en C° een heuse legermacht toevertrouwen, het idee is even wennen. Terwijl in een moderne oorlog, o.m. inzake antiterreurstrategie, kleine, goed getrainde eenheden naast een systeem van burgerdefensie naar Zwitsers model veel efficiënter werken. En ook nog zoiets als de nationale soevereiniteit respecteren.

Veel te weinig gezond verstand heerst in Brussel en Straatsburg. De EU-impact op ons leven wordt alsmaar groter, het draagvlak brokkelt gestaag af. Daar moet ooit een revolte van komen, zij het niet de geweldige Copernicaanse apotheose die de zieke geest van Verhofstadt zich had voorgesteld. Het ontwaken zal onzacht zijn.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties