Achter het groeiende verzet tegen de natuurherstelwet – die min of meer als het sluitstuk van de Europese Green Deal beschouwd wordt – lijkt ook een dieper ongenoegen schuil te gaan over het voortvarende Europese klimaatbeleid. Niet alleen in het Europees parlement maar ook in enkele EU-lidstaten zwelt de kritiek aan. Politici die nationaal moeten scoren, lijken dat verzet nu ook almaar meer te capteren. Eerst de feiten: het was de Franse president Macron, nochtans allesbehalve een klimaatontkenner, die enkele…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Achter het groeiende verzet tegen de natuurherstelwet – die min of meer als het sluitstuk van de Europese Green Deal beschouwd wordt – lijkt ook een dieper ongenoegen schuil te gaan over het voortvarende Europese klimaatbeleid. Niet alleen in het Europees parlement maar ook in enkele EU-lidstaten zwelt de kritiek aan. Politici die nationaal moeten scoren, lijken dat verzet nu ook almaar meer te capteren.
Eerst de feiten: het was de Franse president Macron, nochtans allesbehalve een klimaatontkenner, die enkele weken geleden als eerste opriep tot een soort wetgevende pauze in het Europese klimaatbeleid. Hij deed dat niet toevallig op het moment dat hij in Parijs een nieuwe strategie voor de herindustrialisering van Europa voorstelde. Macron vreest immers dat een nieuwe lading Europese klimaatwetgeving de Europese – lees vooral de Franse – industrie op termijn een te zwaar competitief nadeel zou bezorgen. In tweede instantie was de boodschap wellicht ook zijn eerste politieke schot voor de boeg met het oog op 2024. Dan volgen er Europese verkiezingen, en de komende maanden moeten kandidaat-commissievoorzitters ook hun programma daarvoor bekendmaken.
De volgende Europese Commissie en het volgend Europees Parlement moeten voor Macron in eerste instantie uitvoeren wat de voorbije jaren al beslist werd, en dus geen nieuwe Europese klimaatwetten meer op tafel leggen. Macron voelt aan dat er ook in Frankrijk almaar meer tegenwind komt tegen een al te voortvarend Europees klimaatbeleid, en zet dus nu al de hakken in het zand met het oog op 2024 en de jaren nadien.
Liberale fractie
Wat premier De Croo de voorbije dagen deed met zijn uitspraken over de Europese natuurherstelwet, verschilt in essentie amper van Macrons aanpak: voor binnenlands politiek gebruik pikt hij er een Europees symbooldossier uit. Daarin opvallend gretig gesteund door de liberale fractie in het Europees Parlement. Europarlementslid Hilde Vautmans (Open Vld) verspreidde deze week twee persmededelingen in amper 24 uur tijd. Daarin kondigde ze aan dat eerst de commissie Landbouw van het Europees Parlement en vervolgens ook de commissie Visserij de natuurherstelwet verwierpen. ‘Deze wet moet herzien worden en we hebben meer tijd nodig. Ik hoop dat de commissie Leefmilieu onze adviezen ter harte neemt tijdens haar stemming midden juni’, zette Vautmans het liberale standpunt nog even extra in de verf.
Enkele weken geleden wierpen diezelfde liberalen zich ook al nadrukkelijk op als verdedigers van de Europese landbouwers, in hun verzet tegen de natuurherstelwet. Nochtans toonde ook de liberale fractie in het Europees Parlement zich nog geen jaar geleden een uitgesproken voorstander van de nieuwe Europese klimaatwet: ‘Het is nu meer dan ooit tijd om over te gaan tot effectieve doelstellingen en wetgevingen, of we kunnen onze belofte van klimaatneutraliteit in 2050 niet nakomen. We hebben vorig jaar een klimaatwet gestemd, we moeten ons daar nu voor engageren’, klonk het toen in een persmededeling van het Vlaams Europarlementslid. Het zal u welllicht niet ontgaan zijn: de vandaag zo fel bekritiseerde natuurherstelwet maakt ook integraal deel uit van de Europese Green Deal.
Dure warmtepompen
Dat de wind ook elders in Europa enigszins aan het draaien is, bleek deze week ook al in Duitsland en in Nederland. In Berlijn neemt de spanning binnen de coalitie zienderogen toe nadat de groene vicekanselier Habeck de liberale minister van Financiën Christian Lindner ervan beschuldigde eerder gedane beloften te breken door een controversiële wet rond groene energie uit te stellen. In Duitsland zitten de liberalen, als kleinste coalitiepartner, samen met de groenen en de sociaaldemocraten van kanselier Scholz in een regering.
Om te voldoen aan de nieuwe Europese klimaatverplichtingen willen de groenen stevig de schaar zetten in het gebruik van fossiele energie voor de verwarming van gebouwen. Vanaf volgend jaar zou elke nieuwe verwarmingsinstallatie in een gebouw minstens voor 65 procent op hernieuwbare energie moeten werken. De meest voor de hand liggende optie daarbij is de massale installatie van warmtepompen, maar die kosten al snel 15.000 tot 20.000 euro meer dan een klassieke gasketel.
De groenen wilden het plan deze week aan het Duitse parlement voorleggen, maar de liberale FDP trekt nu haar steun in. Dit leidde de voorbije dagen al tot verhitte discussie binnen het kabinet, en de kans dat de nieuwe wet nog voor het zomerreces wordt goedgekeurd is intussen haast onbestaande geworden. Onderliggend spelen zowel financiële als electorale motieven: om de bevolking een dergelijke maatregel te doen slikken, zijn er stevige financiële compensaties nodig. Die financiële ruimte is er vandaag niet langer in Duitsland. Dit leidt tot almaar meer frustratie bij de groenen, die maar al te goed beseffen dat verregaande klimaatplannen enkel maar een voldoende brede steun zullen krijgen bij de bevolking als daar ook een zak geld tegenover staat.
Strafheffing op gas
Ook in Nederland lijkt de zorg om de portemonnee het almaar vaker te halen van de zorg om het klimaat. Vorige maand stelde minister van Klimaat- en Energiebeleid Rob Jetten (D66) een pakket maatregelen voor om de CO2-uitstoot fors te verminderen, als onderdeel van de Europese klimaatdoelstellingen.
In een brief aan de Tweede kamer hekelen ondernemersfederaties VNO-NCW en MKB-Nederland nu de strafheffing op onder meer gas, die deel uitmaakt van die plannen. Ze leggen daarbij de vinger op eenzelfde wonde als sommige ondernemers in eigen land. En hun discours sluit ook naadloos aan bij de bezorgdheden die de Franse president Macron eerder deze maand uitte. ‘Die heffing is zeer onrechtvaardig voor duizenden ondernemers die hun gasverbruik wel willen verlagen, maar dit niet kunnen door het overbelaste elektriciteitsnet en een gebrek aan andere duurzame alternatieven’, klinkt het in de brief. ‘Ze zorgt er in de praktijk ook voor dat veel maakbedrijven in veelal kwetsbare regio’s verder onder druk komen, en bijbehorende productie en CO2-emissies alleen maar verschuiven naar andere landen. Op die manier onze klimaatdoelen halen kán niet de bedoeling zijn. We willen groen hier in plaats van grijs elders.’
De geviseerde extra gasheffing zou voor Nederlandse bedrijven volgend jaar al kunnen oplopen tot meer dan een miljard euro. Rode draad in dit verhaal: verduurzaming en vergroening ja, maar enkel op voorwaarde dat de kosten daarvoor niet de pan uitswingen. Waarbij op de achtergrond ook almaar sterker de vrees meespeelt dat we met een al te voortvarend klimaatbeleid op termijn onszelf ook economisch in de voet dreigen te schieten.