Vivan de vakbond
Er is hoop
De vakbond is dood. Vivan de vakbond!
foto © Reporters / GYS
Er is hoop op een échte vakbond. De band met de partijen brokkelt af, het gebrek aan voeling met de mensen valt niet meer te ontkennen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIk ben in 30 jaar VRT altijd lid geweest van de vakbond. Uit principe. Ik ben één keer naar een vakbondsvergadering geweest: daar zat zo’n 30 man, die instructies kregen over de een of andere actie. Een debat, discussie of zelfs maar gedachtewisseling was daar niet.
Ik heb de vakbond ook nooit iets gevraagd, maar ik ben het wel vaak niet eens geweest met mijn vakbond. En een paar keer liet ik dat ook weten. Ik herinner mij niet dat ik daarop één keer een antwoord heb gekregen. Maar ik bleef dus lid. Tot de allerlaatste dag. Uit principe.
Omdat ook het kapitalisme — dat ervoor heeft gezorgd dat op onze planeet minder honger wordt geleden dan ooit tevoren — nog beter werkt met goede checks and balances.
Belang van de werknemers?
Ik ben dus voorstander van sterke vakbonden. Simpelweg omwille van het aantoonbaar verband met welvaart. Hoe sterker de vakbond, hoe groter de welvaart. De Scandinavische landen, Duitsland, Nederland zijn op dat punt de meest sprekende voorbeelden.
Maar daar gaat het ook om echte vakbonden, organisaties die de werknemers vertegenwoordigen in de dialoog met de werkgever(s), met de bedoeling de samen gecreëerde toegevoegde waarde rechtvaardig te verdelen. Ook als de wereld verandert.
Dat is in Vlaanderen en in België zeer problematisch, want de vakbond vertegenwoordigt bij ons niet langer het belang van de werknemers. De vakbond komt in de allereerste plaats op voor de eigen macht. En al die leden dan? Onze syndicalisatiegraad is toch zeer hoog? Zeer zeker, maar dat heeft alsmaar minder van doen met het algemeen belang van de werknemers, en alsmaar meer met individuele dienstverlening. Je moet als het ware naar de vakbond voor allerlei administratieve toestanden. Ze hebben bovendien erg veel knowhow (zie verder).
Feitelijk monopolie
Bijvoorbeeld als je werkloos wordt, ben je beter vakbondslid: zij verzorgen de uitbetaling van de uitkeringen. En ja, je kan naar de zogenaamde Hulpkas, maar die loopt qua dienstverlening ver achter op de bonden. Dat wordt ook zorgvuldig georganiseerd: de Hulpkas wordt bestuurd door… de vakbonden.
De vakbonden hebben dus in pure kapitalistische traditie met zijn drieën een feitelijk monopolie gecreëerd dat alleen maar voor de vorm geen écht monopolie is. Ik heb als politicus ooit voorgesteld om voor de uitbetaling van de uitkeringen een aanbesteding te organiseren, waar de bonden dan gerust konden meedoen. Maar helaas, voor één coalitiepartner was dat een breekpunt ‘van de eerste orde.’
À propos… In Zweden verzorgen de vakbonden ook de uitbetaling van de sociale uitkeringen. Maar ze doen dat op kosten en met de bijdragen van de eigen leden. Dat is efficiënter en dat creëert onafhankelijkheid én bewustzijn bij de eigen mensen…
Vakbonden zijn bij ons dus vooral dienstverleningsbedrijven. Met het accent op het laatste element. Ze willen winst. In dit geval niet door toegevoegde waarde, maar door de hen door de staat toegekende macht.
Winst
Jaren geleden moest ik ooit eens een vakbondsleider interviewen. In zijn kantoor. Op zijn bureau stonden er drie of vier grote glazen bokalen, voor drievierde gevuld met aarde. Ik dacht dat de man bezig was met kruiden kweken, of bloemen… Maar dat was dom van mij. Het was gewoon aarde, zonder meer, maar dan uit het Braziliaanse Amazonewoud. De Centrale had daar enige duizenden hectares grond gekocht ‘die we gaan exploiteren’, zei de man niet zonder trots.
Ik hoef ter ondersteuning van mijn stelling maar het woord ARCO te laten vallen. En het onvergetelijke interview met de voorzitter van het ACW waarin hij wees op het miljardenverlies dat ook hij had geleden door de bankencrisis, maar, voegde hij daaraan toe, er schieten gelukkig wel nog genoeg miljarden over…
Vakbond maakt de wet
Als Luc Huyse jaren geleden schreef dat de verzuiling voorbij was, dan was dat alleen waar in de sociologische betekenis. Structureel en organisatorisch is bijna het omgekeerde waar. De vakbond maakt zelf de wetten, letterlijk. Ik zal nooit vergeten hoe in de Kamercommissie Sociale Zaken niemand verstond hoe een deel van de pensioenwetgeving ineen zat. Tot er gebeld werd met de vakbond. Die wisten het. En ja, kennis is macht. Knowhow, gelijk we zeggen, op micro- én macroniveau.
En ze hebben volk in dienst. Ik hoorde een paar dagen terug dat beweging.net maar liefst 25000 man in dienst heeft. Als dat voor de andere bonden gelijkaardige cijfers zijn, en je ziet nog eens een vakbondsbetoging met 75000 man op straat, dan moet je daarmee rekening houden. Betogen in bevolen dienst, het bestaat.
Antipode van verandering…
In België is de vakbond al jaren het bastion van het meest verwerpelijk conservatisme. De antipode van de verandering. Ik hoorde een jaar of tien terug een radioverslag over een of ander vakbondscongres. Zo’n verslag duurt doorgaans één minuut, en daar kwam zes keer het woord ‘behoud’ en/of ‘behouden’ in. Dat zegt indien niet alles, dan toch heel veel.
En dat is uitgerekend het grote verschil met het vakbondsmodel in het noorden van Europa. Daar zitten de bonden mee aan tafel om de toekomst voor te bereiden, en ervoor te zorgen dat er ook dan eerlijk verdeeld zal worden.
… maar er is hoop
Maar er is hoop. Om te beginnen is de band met de respectieve partijen aan het afbrokkelen. Bij de PS leeft het besef dat de vakbond wordt opgegeten door de PTB. On se rend compte. En bij de CD&V zien ze, na de zoveelste verkiezingsnederlaag, eindelijk in dat het slaafs volgen van de wensen van de vakbond niet echt dicht bij de mensen is. En dat zij die de vakbondsstandpunten echt helemaal onderschrijven voor Groen, sp.a of zelfs PVDA stemmen.
Er is hoop omdat je op eenvoudige wijze kan zien dat de vakbond niet langer de mensen vertegenwoordigt. Zowel in de stad Gent als aan de UGent heb ik al een paar keer info opgevraagd over hoeveel mensen hadden deelgenomen aan vakbondsacties. Want je kan uiteraard niet betaald worden terwijl je staakt of betoogt. Telkens waren die cijfers hallucinant. Hallucinant laag. Het laat wat mij betreft een totaal ander licht schijnen op talloze vormen van verplicht vakbondsoverleg. Daar wordt niet gepraat met het personeel, wel met apparatsjiks.
Er is hoop omdat in mijn herinnering voor de allereerste keer op de VRT bij een staking mensen de moed hebben om te zeggen dat niet de VRT staakt, maar wel de vakbonden.
Hoop op een echte vakbond
Ik hoorde in De Zevende Dag een vakbondsman zeggen dat op 5 december 5 à 600 personeelsleden mee zijn opgestapt in de betoging tegen de besparingen van de Vlaamse Regering. Als dat waar is dan moet daar een niet onaardige ‘opbrengst’ tegenover staan. 600 mensen die een halve dag niet moeten worden betaald… Daarmee is toch al een klein stukje van de uittredingsvergoeding van de CEO terugverdiend…
En nu nog een hele dag staking. Dat is dan twee keer zoveel of meer vanwege ‘zeer grote stakingsbereidheid’, zei de man in De Zevende Dag. Of tellen ze niet zo bij de VRT? Werk voor een fact-checker, denk ik.
Zelf blijf ik hopen op een echte vakbond die in plaats van dood gewicht mee de kar trekt. Er is hoop.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Siegfried Bracke was voor de N-VA Kamervoorzitter en gemeenteraadslid in Gent. Voordien was hij journalist bij de VRT.
Debora, die van de kassa, is vervangen door Rita. Die in zijnen blok woont.
Amerika in alle Staten: Trumps nieuwe kabinet, reguliere media en campagne-uitgaven onder vuur.