Vlaamse hegemonie!
De N-VA moet alle zeilen bijzetten.
Bart De Wever en Peter De Roover in gelukkiger tijden
foto © Reporters / GYS
De N-VA ligt onder vuur. Bart De Wever kan maar beter te rade gaan bij zijn bezieler Miroslav Hroch.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe N-VA ligt onder vuur. ‘De kritiek komt van rechts’, kopt Knack. N-VA stelt sociaal-economisch én communautair teleur. Maar volgens De Standaard zijn er ook intern een hoop problemen. Op afdelingsniveau verlaten vele ontgoochelde leden het N-VA-schip. De dissidentie troept samen in het Politiek Platform Vooruit. ‘Het kan de N-VA stemmen kosten’, oreert De Standaard. Voordien was er nog de striemende kritiek van Vlaams Parlementsvoorzitter Jan Peumans. Daarbovenop is er het aanzwellend ongenoegen binnen een flink deel van de Vlaamse Beweging over de totale communautaire stilstand van de partij. De voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging – de politieke stal van Peter De Roover – spaart de roede niet.
‘Het is zoals beslissen om toch door te wandelen in een richting waar er in de verte onweerswolken in de lucht hangen. Er kan narigheid van komen. Het perspectief om die te moeten trotseren, doet je minstens even stilstaan.’ Veertien jaar later kan Bart De Wever zijn eigen goede raad maar beter ernstig nemen en even terugblikken naar één van zijn grootste bezielers.
Miroslav Hroch
In 1968 schreef de Tsjechische historicus Miroslav Hroch zijn standaardwerk: ‘Social Preconditions of National Revival in Europe’. In dit boek onderzocht Hroch waarom sommige nationale bewegingen in de 19de eeuw wél succesvol waren en andere niet. Hij concentreerde zich op ‘kleine naties’ die zich binnen een grotere staat ontwikkelden. ‘De link met Vlaanderen binnen België ligt voor de hand’, moet Bart De Wever hebben gedacht en hij verslond het werk.
In een dubbelinterview in De Standaard met David Van Reybrouck in 2011 zei de N-VA-voorzitter: ‘Wat een inzicht! Nationalisme dat succesvol wil zijn, schreef Hroch, mag de natie niet als doel zien. Het moet de natie als middel zien om thema’s aan te pakken waar grote groepen van wakker liggen: minder belastingen, strengere migratie, enzovoort. Als je die boodschap als politicus onderbouwd kunt brengen, is het bingo.’ Als we de nationale beweging kunnen articuleren in sociaaleconomische termen die grote delen van de Vlaamse bevolking beroeren – zo moet De Wever hebben gedacht – dan hebben we een electorale bom in handen. Vervolgens bedde de flamboyante Antwerpenaar de N-VA in de conservatieve, liberale Vlaamse grondstroom in.
Drie fasen
Volgens de Tsjechische historicus Miroslav Hroch doorloopt de ontwikkeling van de nationale bewegingen drie fasen. Nationalisme ontstond doorgaans als een culturele stroming onder de intelligentsia, die zich inzette voor een herwaardering van de eigen taal en cultuur. Deze culturele identiteit werd vervolgens aangegrepen als aanleiding voor politieke agitatie, gericht op de verwerkelijking van een eigen natiestaat. De verdringing van de eigen nationale identiteit door de dominante, heersende groep vormt het bindmiddel. Hier ontstond het nationalisme in de strikte zin. In de laatste fase verbreedde het zich tot een massabeweging. In deze fase voltrekt zich de voltooiing van de nationale ontvoogding. Er moet evenwel worden opgemerkt dat bij de tweede fase het van belang is om te kijken naar de sociaal-economische analyse van de maatschappelijke en regionale samenstelling van nationale bewegingen. Welke sociaal-economische en politieke thema’s prijken bovenaan de agenda?
Het Belgische pacificatiemodel
De Vlaamse Beweging is nog steeds in de politieke agitatie – de tweede fase – blijven steken. Over de Vlaamse Beweging zijn we helaas uitgepraat. Ze beperkt zich tot agitatie en is amper in staat om de verworven Vlaamse instellingen en bevoegdheden verder uit te bouwen. Ze weegt niet op de politieke agenda. De beweging bevindt zich in de marge en is niet in staat om tot een massabeweging uit te groeien, zoals dat bijvoorbeeld in Catalonië wel het geval is.
Niettegenstaande de elementen aanwezig zijn om een eigen natiestaat op te richten – een eigen verleden, een gedeelde taal en de modernisering van de nationale beweging – blijft Vlaanderen in het defensief zitten. De Wever wil de sprong naar de laatste fase wel nemen – de massabeweging met als inzet een eigen Vlaamse ruimte met eigen instellingen – maar zit deels nog in de tweede fase vast.
De partij van De Wever mag dan wel de grootste zijn, ze is niet (langer) in staat om de natiegedachte in brede lagen van de Vlaamse bevolking te laten doordringen. Integendeel! De N-VA is momenteel de grootste pleitbezorger van het Belgische pacificatiemodel. De partij is niet in staat om belangrijke communautaire vraagstukken op de agenda te plaatsen. Meer zelfs, ze is niet in staat om de Vlaamse instellingen verder uit te bouwen en loopt zich te pletter op de weerbarstige Belgische structuren. In ‘t Pallieterke is Jean-Marie Dedecker vernietigend: ‘De Vlaamse regering is één van de grootste ontgoochelingen en blijft een veredeld Antwerps schepencollege.’
Hegemonie
Bovendien heeft De Wever zich verkeken op de weerbarstigheid van de Belgicistische en Franstalige hegemonie, die nog steeds de politieke agenda dicteren en een pak gewiekster zijn dan de Vlaamse ‘piekeniers’ te velde. De toenemende internationalisering van onze gemeenschap en de aanzwellende inwijking drukken het Vlaamse streven in het defensief.
De N-VA kan beter de rangen sluiten en ervoor zorgen dat de moeizaam verworven Vlaamse instellingen optimaal functioneren. Bart De Wever moet het communautair verhaal in Vlaanderen laten weergalmen. Dat moet niet zozeer door een droge opsomming van een tienpuntenplan gebeuren, maar door een relaas te geven dat wortels heeft in de heersende sociaaleconomische en politieke thema’s.
De N-VA moet tevens werk maken van een Vlaamse heersende klasse – waar zij deel van uitmaakt – die in termen van ‘algemeen belang’ denkt. Dit ‘algemeen belang’ is een extractie van de heersende verzuchtingen van alle bevolkingslagen. Pas dan kan De Wever denken aan een begin van een ontmanteling van de Belgische structuren, al zal daar ook nog heel wat strategisch denkwerk aan moeten vooraf gaan en zullen de nodige allianties met medestaanders moeten worden gesloten. De partij zal veel meer buiten de beslotenheid van haar partijgrenzen moeten denken en treden.
Julien Borremans studeerde architectuur, wijsbegeerte en management. Hij is werkzaam in het onderwijs. Borremans publiceerde voor verschillende tijdschriften en kranten. Hij werkt mee aan verschillende internetfora.
De oproep tot boycot van Israël door Petra De Sutter (gevolgd door PS, Ecolo, Groen en CD&V) is een straf staaltje selectieve verontwaardiging.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.