Vlaamse kiezers ‘en colère’
Liberalen nooit zwakker, VB nooit sterker en nog tien punten uit pittige peiling
foto © vrt
Peilingen zijn geen onzin. De jongste toont hoe de politieke aarde beeft en CD&V weet dat paars-groen steunen de Vlaming nog meer radicaliseert.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘L’électorat en Flandre est en colère‘, schrijft David Coppi in Le Soir. Dat is de belangrijkste conclusie na de peiling van VTM/Het Laatste Nieuws/RTL en Le Soir. Vlaams Belang surft verder opwaarts, op de vleugels van het cordon. Weinig opgemerkt tot dusver: de N-VA scoort 3,4 procent slechter dan bij de verkiezingen, Vlaams Belang wint 8,6 procent. De praatjes over communicerende vaten zijn aan herziening toe. Ondertussen krimpt paars-groen verder. Het gekonkelfoes om een regering te boetseren die in geen geval door de meerderheid van de Vlamingen wordt gedragen (migratie, veiligheid, samenleving, klimaat …) lijkt geen lucratieve bezigheid.
Vooraf dit: de nieuwe driemaandelijkse Grote Peiling van VTM/HLN werd uitgevoerd tussen 29 november en 6 december, in de klaasweek dus, toen de paars-groene onderhandelingen en de tweestrijd daarover binnen vooral Open Vld het nieuws beheersten. Het lijkt dan ook ‘bijzonder waarschijnlijk dat dit zich laat voelen in de kiesintenties’, schrijft Het Laatste Nieuws. Wie de peilingen een beetje volgt, weet dat de jongste poll uitzonderlijke signalen uitstuurt. Een overzicht.
1 – Nooit geziene VB-piek
Vlaams Belang komt nu uit op een piek van 27,3 procent. In peilingen en verkiezingen nooit gezien. Dat is meer dan in het absolute piekjaar 2004, toen de partij van Frank Vanhecke een kwart van de Vlamingen achter zich kreeg.
Dat is bijna 10 procent meer dan bij de verkiezingen van 26 mei 2019 (18,7) en een dikke 2 procent meer dan bij de septemberpeiling van dit jaar. In Wallonië komt radicaal rechts niet eens in beeld.
2 – Paarsgroen in het ziekbed
Belangrijker nog is de dramatische uitslag voor de Vlaamse paars-groene partijen. Nooit gezien. Groen (10,7), Open Vld (9.9) en sp.a (8.9) overtuigen samen nog drie Vlamingen op tien. In 2004 was dat nog vijf op tien, in 2014 vier op tien. In Wallonië is dat vandaag zes op tien. Hoe verdwaasd moet je als politicus zijn om ervan uit te gaan dat je met zo’n politieke dwergformule de belangen van Vlaanderen federaal kunt gaan besturen?
3 – Drama voor Open Vld
Dé pineut van deze peiling is Ruttens Open Vld. De Vlaamse liberalen duiken met haar onder de tien procentgrens. Een diepterecord. Open Vld kreeg in de verkiezingen van mei nog 13,5 procent van de Vlaamse kiezers achter zich. Met de septemberpeiling (13,3) leek dit een verworven positie van blauw te zijn, maar nu volgt de ontnuchtering.
Open Vld zakt in de decemberpeiling voor het eerst sinds haar bestaan onder de tien procent (9,9 procent). De MR doet het in Wallonië dubbel zo goed. Nooit gezien. Ere wie ere toekomt: Gwendolyn Rutten, Bart Somers en Mathias De Clercq. Hun poging om de drie grootste Vlaamse partijen een neus te zetten lijkt grandioos mislukt. Niet in het minst voor de eigen federale fractie, voor andere partijtoppers (Lachaert, De Croo, Leysen, Van Quickenborne e.a.), voor zowat alle burgemeesters.
4 – N-VA stopt achteruitgang
De partij wordt dit najaar voor het eerst in tien jaar tijd overtroefd door Vlaams Belang. Nooit gezien. N-VA blijft weliswaar nog dubbel zo groot als op één na alle andere Vlaamse partijen (CD&V, paarsgroen en PVDA), maar tevreden zullen ze in de omgeving van De Wever niet zijn.
Na de piek in 2014 (32,4 procent) volgde de eerste grote krimp in mei 2019 (25,5 procent). Daar komt dezer dagen nog wat verlies bij (22,1 procent). Maar – opvallend – sinds september bleef de partij nagenoeg status-quo. Het werd tijd dat De Wever weer in beeld kwam. Als die nu nog eens zijn humor terugvindt, valt er de komende maanden nog wat te beleven.
5 – De top blijft overeind
Ook de poppoll van de populairste politici kan voor de N-VA een kleine troost zijn. Nog nooit gebeurd: met De Wever, Francken en Jambon bezet de N-VA de drie eerste plaatsen. In de top-10 ook nog Weyts en Demir. Maar zo’n poppoll is vooral een bekendheidstest.
6 – CD&V goed bezig
Een wat vergelijkbaar verhaal bij CD&V. Joachim Coens kan daar maar beter rekening mee houden. Zijn CD&V scoorde in mei al historisch laag (14,2 procent).
De populariteit van de partij zakte nog wat verder, maar de jongste drie maanden toonden Geens én Coens zich consequent (september 11,7 en december 11,4 procent). Ze wou zichzelf niet overbodig maken als overbodig wiel van de regenboogcoalitie. Ze noemde zichzelf confederalisten. Pro memorie: CD&V blijft in zetelaantal dubbel zo groot als cdH.
7 – Communautair signaal
De twee V-partijen samen klimmen naar 49 procent. Nooit gezien in de historiek van de peilingen. Als VB en N-VA iets delen is het hun communautair programma. CD&V volgt op enige afstand.
Dat leidde in paarse kringen tot een stoet van behoudsgezinde liefdesverklaringen aan de Belgische staat, vermoeiende pleidooien voor ‘herfederalisering’, sentimentele retoriek over de splitsing van het land, het stigmatiseren van de drie grootste Vlaamsgezinde partijen, die staan voor tweederde van de Vlamingen.
8 – De krimp van links
De drie linkse partijen samen (sp.a, Groen, PVDA) bekoren met moeite een kwart van de Vlaamse kiezers. In Wallonië is dat bijna 60 procent.
De socialisten slaagden erin om in twee najaarspeilingen onder de 9 procent te duiken. Ook dat is een bedenkelijke primeur. Als de nieuwe voorzitter Conner Rousseau niet uit zijn rol valt, kan hij als ‘mateke’ hooguit een lastige concurrent worden voor Groen of PVDA. Tegenover die 8,9 procent van de Vlaamse socialisten staat de 23,8 procent van de PS.
9 – De intocht van de communisten
De PVDA, ook al politiek verbannen, haalde een Vlaams recordcijfer van 8,4 procent. Bij ons nooit gezien. De partij heeft een aantal sterke toppers en staat op het punt de sp.a links voorbij te steken.
Hiermee lijken Peter Mertens en co een vaste plaats te verwerven in de Vlaamse democratie. Al blijft die 8 procent nog altijd maar de helft van de 16,5 procent van de Waalse kameraden.
10 – Klop van de hamer voor traditionele partijen
En nog een wonderbaarlijk record. De drie traditionele partijen (CD&V, Open Vld, sp.a) behaalden bij verkiezingen vijftien jaar geleden nog zo’n 60 procent van de stemmen. Dat aandeel zakte in 2014 naar 48 procent, in mei 2019 naar 38,6 procent. Volgens de recentste peiling van VTM/HLN rest hiervan in deze decembermaand nog een kiezerspotentieel van ca. 30 procent. In Wallonië is dat nog ruim de helft.
11 – De crash van de Zweedse formule
De huidige regering in lopende zaken, waar Charles Michel (MR) de fakkel doorgaf aan zijn partijgenote Sophie Wilmès, sukkelt voort in de wetenschap dat ze nog amper 32 zetels van de 150 Kamerzetels bezetten. Ook dat is in de Belgische politiek nog nooit gezien. Kafka.
12 – Vlamingen in de Kamer
Wat betekent de uitslag van de peiling voor de zetelverdeling in de Kamer?
Nog nooit gezien is dat nationalistische en separatistische partijen de Nederlandstalige taalgroep overheersen, lezen we in Le Soir. ‘C’est la première fois … Ils ont 43 sièges à l’heure actuelle au Parlement fédéral‘. Vlaams Belang alleen (27 zetels) zou op basis van de decemberpeiling meer zetels waard zijn dan paarsgroen (10 CD&V + 9 Open Vld + 6 sp.a, samen -9).
Zever?
Zou het allemaal wel zo’n vaart lopen? Peilingen worden nogal eens gerelativeerd. Vooral door verliezers. Die vergissen zich. De peiling van VTM/HLN is uitgevoerd door Ipsos, dat ervaring heeft in die materie. Via online-interviews werden in de klaasdagen 2508 respondenten bevraagd. Dat is een techniek conform de normen van politiek marktonderzoek. Die is de jongste jaren accuraat gebleken (vergelijk uitslagen met voorafgaande peiling).
De concurrentie van TNS, die peilt voor VRT/DS sloeg in mei de bal compleet mis. En wel hierom: peilingen werken met weging/bijsturing van de resultaten. Op zich is daar niets fout mee (bijvoorbeeld correctie op basis van leeftijd, geslacht, etc…), maar de mensen van Ipsos hebben die techniek toch wat beter onder de knie dan die van TNS en haar opdrachtgevers (Ivan De Vadder en de redactie van De Standaard).
In de maand mei 2019 kregen we drie cijferprenten op ons bord: twee peilingen en één echte verkiezing. De afwijking tussen peilingen en de daaropvolgende verkiezingen was – op een of twee uitzonderingen na (zie geel) miniem, zo blijkt uit onderstaande tabel. Maar VRT/DS ging toch zwaarder in de fout en onderschatte Vlaams Belang met bijna tien procent en Groen met vijf procent, terwijl VTM/HLN met enkel een afwijking van 4 procent voor het Belang amper één procentje de mist in ging.
Conclusie
Heeft zo’n peiling gevolgen voor de regeringsvorming? Kiezen de paarsgroene partijen als katten in het nauw voor een versnelde editie van paarsgroen, met een snelle vlucht vooruit? Zonder CD&V lukt dat nooit.
De door paars-groen belachelijk gemaakte partij van Coens stond op haar Vlaamse strepen en kreeg in de herfst nauwelijks een tikje (zie tabel 2). Zou ze nu het risico lopen het omgekeerde te doen? We kunnen het moeilijk geloven. Veel Vlamingen zijn misschien boos omdat de federale formatie niet opschiet. Maar nog meer boosheid is er over de gemakzucht waarmee Vlaanderen in de zak dreigt te worden gezet, zo lijkt de peiling aan te geven.
‘Goesting’ in een confrontatie met de kiezer zullen de kleine partijen van Vlaanderen niet hebben.
Hebben N-VA én PS het spel zo hard gespeeld om nu zo stilaan hun karretje richting nieuwe verkiezingen te laten rijden? De stoere PS kan cashen in het zuiden van het land. Een stoere N-VA mogelijk ook. Bij nader toezien kreeg ook die partij via de jongste peiling het signaal dat ze steviger uit de hoek mag/moet komen.
Kortere wegen naar interregionaal overleg zijn niet uitgesloten. Al kan dat alleen via compromissen. De milde financiering van het Waalse Gewest als pasmunt voor verregaande autonomie? ‘Een rechtgeaarde Vlaams-nationalist wil wel betalen voor meer Vlaams zelfbestuur’, suggereert de politicoloog Dave Sinardet in De Standaard.
Voor of na nieuwe verkiezingen, meteen of in 2024… iets in die zin zal moeten gebeuren. En CD&V zal bepalend zijn voor die keuze. Daarna pas kan tussen twee democratieën een zindelijk debat beginnen.
Tags |
---|
Jan Van de Casteele is historicus. Hij was journalist bij Het Nieuwsblad (1989-1999), werd stafmedewerker van de VVB (vanaf 1999) en hoofdredacteur van Doorbraak van 2003 tot 2012. Sindsdien is hij zelfstandig journalist.
De peiling van VTM/HLN zal weinig partijen deugd hebben gedaan. Maar vergeleken met 2014 wijst ze op interessante structurele veranderingen.
Brent Roelandt: ‘De vraag die na 13 oktober op de tafel moet liggen bij alle lokale besturen is dan ook: Hoeveel inwoners kan en wil de gemeente in kwestie aan?’