Voetbalrellen: de link tussen voetbal en integratie
Karl Vanlouwe
foto © Emy Elleboog
Waarom zijn er bij ons steevast rellen na een belangrijke voetbalmatch van Marokko? Slechte integratie is het probleem volgens Karl Vanlouwe (N-VA).
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe rellen na België-Marokko. Ze blijven de gemoederen bedaren. Hoe komt het toch dat na afloop van wedstrijden van de Marokkaanse nationale ploeg steevast rellen en opstoten plaatsvinden in Brussel? In deze Vrije Tribune maakt Karl Vanlouwe (N-VA) zijn analyse.
‘Marokkanenprobleem’ of ‘slachtoffers van racisme?’
Over die vraag is de laatste weken al veel inkt gevloeid. Alle mogelijke verklaringen kwamen daarbij aan bod. De ene bekijkt het etnisch-nationalistisch: we zitten met een ‘Marokkanenprobleem’. Anderen trokken dan weer de slachtofferkaart: ‘dat zijn frustraties van slachtoffers van racisme en discriminatie’. Beide uitersten van het spectrum slaan de bal volledig mis. Ze gaan voorbij aan de complexe realiteit die schuilgaat achter migratie en integratie, achter samenleven in een diverse stad.
Integratieprobleem
Het weze duidelijk: neen, we hebben in dit land géén ‘Marokkanenprobleem’. Maar ook: néén, in dit land zit racisme niet in ons DNA en de verfoeilijke relschoppers zijn geen slachtoffers van discriminatie. De vraag rijst: wat is er dan wel aan de hand?
Wel, we kampen in België en zeker in Brussel met een integratieprobleem. Dat hoeft niet te verbazen. Lange tijd was de N-VA de enige partij die het belang van een slagkrachtig integratiebeleid op de agenda zette. Dat verklaart ook waarom Vlaanderen als eerste aan de slag ging met thema integratie. Voormalig minister-president Geert Bourgeois was daarbij een pionier. Ook de regering-Jambon zet dat werk verder.
Waar blijft het integratiebeleid?
Die daadkracht staat in schril contrast met de aanpak in Wallonië en Brussel. Lange tijd werd integratie door Franstalige politici weggezet als ‘racistisch’. De linkse PS en later ook Ecolo wilden van verplichte integratietrajecten niets weten. Die boodschap ging er bij bepaalde allochtone gemeenschappen in als zoete broodjes. ‘Kassa, kassa’, dachten ze op de rood-groene partijhoofdkwartieren, waar mensen van allochtone afkomst vaker als kiesvee dan als volwaardige burgers werden – en worden? – beschouwd.
Waar Wallonië van koers veranderde, weigert men in Brussel nog steeds om een integratiebeleid die naam waardig uit te rollen. Dat is het échte racisme, zoals Brussels parlementslid Gilles Verstraeten terecht stelde: ‘Mensen aan hun lot overlaten, zonder job, zonder kennis van het Nederlands? Dat is mensen in de steek laten. Dat is racisme.’
Oproep: maak van integratie een prioriteit
Daarom is het tijd dat Brussel eindelijk werk maakt van integratie. Taal en identiteit vormen daarbij de sleutel, al zijn dat voor Brusselse politici vaak vieze woorden. Hoe kan iemand een plek innemen in onze samenleving als die zelfs geen Nederlands spreekt?
Nederlands is de taal die ons bindt. Het is de sleutel tot werk en tot deelname aan het maatschappelijke leven, aan het sociale weefsel. Verplicht jongeren en ouders om die taal te leren. Activeer hen, zet hen aan het werk. Zorg ervoor dat ze naar school en in hun vrije tijd zinvolle hobby’s hebben.
Een samenleving, daar moet je actief aan werken. Doe dat dan ook. Eindelijk.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Karl Vanlouwe is Vlaams Parlementslid (N-VA) uit Brussel.
Tom Lamont (Vlaams Belang): ‘Een moratorium op de sluiting van bedrijven zal multinationals en kleine starters ontmoedigen te investeren in onze regio.’
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.