Voor een humanistisch renouveau
Geschiedenis is het verhaal van opeenvolgende evoluties
Turbulentie op komst?
foto © collage
Is het redelijk te geloven in de mogelijkheid van ‘un islam de France’? Éric Zemmour denkt van niet, Jules Gheude denkt van wel.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWie had vijfendertig jaar geleden de val van het Sovjetrijk kunnen voorzien, de hereniging van Duitsland, de ontmanteling van Tsjechoslowakije of de Joegoslavische federatie?
Vandaag zien we dat het Verenigd Koninkrijk, na zijn uittreden uit de EU, uiteen dreigt te vallen. Everything changes. Nothing lasts forever.
Islam en Zemmour
Nog zo’n evolutie is die van onze traditioneel joods-christelijke westerse samenleving, waarbinnen de islam een steeds grote plek inneemt.
Dit fenomeen kan men verklaren door de immigratiegolven, veroorzaakt door conflicten of nog door klimaatomstandigheden, maar ook door de decennialange vervlechting met de Maghreb van landen als Frankrijk. Feit is dat de muzelmaanse godsdienst de op één na grootste cultus is geworden in de Zeshoek.
Sommigen, de auteur-journalist-polemist Zemmour bijvoorbeeld, beschouwen de islam niet als een godsdienst, maar als een politiek instrument om onze westerse beschaving omver te werpen, samen met de waarden die zij vertegenwoordigt. Dat is de theorie van ‘le grand remplacement’.
Een dergelijke alarmistische en angstaanjagende benadering kan enkel komen van een ‘clerc’, zoals Julien Benda dat begrip zo mooi uitlegde in 1927. [zijn boek La trahison des clercs werd vertaald als Het verraad van de intellectuelen. nvdv] Een ‘klerk’ hoort inderdaad de spanningen te verminderen. Spanningen kunnen immers het goede verloop van de sociale omgang in het gedrang brengen. De moslimbevolking met de vinger wijzen, en met het schrikbeeld van een burgeroorlog uitpakken kan alleen maar contraproductief werken.
Éric Zemmour kent zijn Geschiedenis. Het zal hem dus niet onbekend zijn dat keizer Constantijn de eerste was die het christendom als staatsgodsdienst instelde. Van de Kruistochten tot de godsdienstoorlogen, en niet te vergeten de Inquisitie, vloeide er meer dan genoeg bloed om de eersterangs positie van deze religie samen met haar politieke autoriteit te verzekeren.
We kennen het verschrikkelijke woord van de hertog van Alva in de XVIde eeuw: Het is oneindig veel beter om na een oorlog een verarmd en zelfs geruïneerd rijk voor God en de Koning te handhaven, dan het zonder oorlog in zijn volheid te bewaren maar overgelaten aan de demon en de ketters, zijn acolieten. Gods gekken…
Laïcité, dat overtaalbare woord
Er ging heel wat tijd over voor men inzag dat het niet de roeping van een staat was om zich in transcendentale kwesties te mengen, en dat op haar beurt de religie niet tussen te komen had in staatszaken. Het begrip ‘monarchie naar goddelijk recht’ werd dus verworpen en na een lange strijd kwam men tot het begrip laïcité, de ‘lekenstaat’. Het vroeg meer dan een eeuw voor de Katholieke Kerk zich hierbij neerlegde, afzag van haar wettelijke monopolie en aanvaardde dat zij op dezelfde voet werd behandeld als een dwaling of als het atheïsme.
Heel wat constructiever dan de aanpak van Éric Zemmour lijkt ons die van Chems-Eddine Hafiz, rector van de Grande Mosquée van Parijs. Die man, hoe paradoxaal het ook mag lijken, is een leek. Maar hij stelt alles in het werk om te komen tot een islam de France, die volkomen in overeenstemming zou zijn met de wetten en waarden van de Republiek, met inbegrip van de plaats van de vrouw. Zijn betoog is dat van een humanist, diep begaan met de ontplooiing van de mens, welke kleur of religie die ook mag hebben.
We staan hier mijlenver van de fanatici die de moslimreligie voor politieke doeleinden willen instrumentaliseren, die overgaan tot de meest weerzinwekkende barbarijen, waarvan in fine de eerlijke gelovigen de eerste slachtoffers zijn.
Het geloof van een mohammedaan is even respectabel als dat van een christen, een protestant of een jood. Dat is de geest van de Franse wet van 1905 over de laïcité. Om het even wie mag vrijelijk zijn godsdienst belijden, voor zover die praktijk de openbare orde niet verstoort. Als dat wel het geval is, zijn daar de rechtbanken om de sancties op te leggen die zich opdringen.
In de geschriften van de katholieke kerk zal men evengoed als in de koran passages aantreffen die vandaag wellicht ingaan tegen de redelijkheid en het gezonde verstand.
Zien we niet in het Oude Testament een oorlogszuchtige en wrekende God, die aan zijn ‘uitverkoren volk’ verschrikkelijke straffen oplegt, en het aanzet tot verovering van landstreken, met totale miskenning van de rechten van de autochtonen, die gespaard blijven als ze geen weerstand bieden, maar wel gereduceerd worden tot ‘houthouwers en waterputters’.*
Rome heeft het heel moeilijk om zich inzake ethische kwesties aan te passen aan de vooruitgang van de wetenschap, die beoogt de mensheid voor ondraaglijk lijden te behoeden. In dat opzicht toont het boeddhisme zich heel wat progressiever! Nu is het zo dat er voor hen noch een scheppende god, noch een streng dogma bestaan; doel is door serene meditatie te komen tot Verlichting, wat betekent: algehele ontplooiing. Medelijden is hier geen ijdel woord.
De islam is geen eengemaakte godsdienst. Maar ook het katholicisme bleef niet gespaard van theologische controverses. Zien we vandaag niet Mgr. Johan Bonny, bisschop van Antwerpen, radicaal ingaan tegen het standpunt van het Vaticaan wat betreft de zegening van gelijkgeslachtelijke huwelijken: Ik voel plaatsvervangende schaamte voor mijn Kerk.
Nog een andere zaak moet ons aanspreken
De Verlichtingsfilosofen droegen ertoe bij om de Rede te doen zegevieren. Maar onze westerse beschaving, gekenmerkt door ongebreidelde consumptie, buitensporige concurrentie en voortdurende gejaagdheid vertoont een bitter gemis aan wijsheid.
André Malraux had dat gevaar goed gezien toen hij in 1955 schreef in «L’Express»: Ik denk dat de opgave van de volgende eeuw, na vreselijke dreiging die de mensheid heeft gekend, erin zal bestaan de goden weer een plek te geven.
Waar Malraux het over heeft is niet een religie die, gesteund op een strikt dogma meent de waarheid voor zich in pacht te hebben, maar wel een nieuwe vorm van spiritualiteit, onontbeerlijk om de dodelijke effecten van onze geavanceerde industriële beschaving tegen te gaan.
De filosoof Henri Bergson werd door het Vaticaan op de Index geplaatst omdat hij het verlammende karakter van dogma’s had gebrandmerkt, die na verloop verstenen als de afgekoelde lava van een vulkaan. Volgens hem was er een ware revolutie nodig om zich te ontdoen van die fabeltjes, en de krachten van de ‘scheppende evolutie’ los te maken.
Een weids en mooi debat dat ons allen aangaat!
_________________
* Jozua 9.21 […] Laat hen leven, en laat ze houthouwers en waterputters zijn der ganse vergadering, gelijk de oversten tot hen gezegd hebben.
vertaling Marc Vanfraechem
Jules Gheude (1946) is oud-medewerker en biograaf van François Perin. Hij publiceerde meerdere essays over de Belgische communautaire kwestie. In 2009 was hij voorzitter van de Staten-Generaal van Wallonië, een burgerinitiatief om de Waalse geesten van het post-Belgische tijdperk bewust te maken. Sinds 2010 bezielt hij de Gewif (Groupe d’Etudes pour la Wallonie intégrée à la France). Van 1982 tot 2011 was hij directeur aan Wallonie-Bruxelles International (WBI).
De voorzitters van PS, MR en Ecolo zouden een compromis bereikt hebben over de reorganisatie van de Franstalige instellingen. Al is die niet volledig.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.