Voor wie de klok luidt
Hongkong als symptoom voor China
foto © Reporters / DPA
Simpelweg stellen dat de protesten in Hongkong een roep zijn om meer democratie, is een onderschatting van een complexe Chinese situatie.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementKort voor de officiële teruggave van de Britse kroonkolonie Hongkong aan de Volksrepubliek China, op 1 juli 1997, verscheen mijn boek Hongkong. Van Brits Bastion tot Chinees Bruggehoofd. De slotzin was veelbetekenend: ‘Sinds december 1994 telt een digitaal bord de tijd af op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking. Het is nog 78 dagen, 10 uur, 47 minuten, en 22 seconden voor de overdracht. 16 seconden. 8 seconden. De aftelling wordt hier niet stilgezet’. Peking heeft altijd één grote troef gehad: tijd. Die altijd in zijn voordeel speelt. China heeft de eeuwigheid. Dat mochten de Britten ondervinden.
Verkocht met afbetalingstermijn
In 1842 werden het eiland Hongkong en Kowloon ‘ten eeuwigen dage’ afgestaan aan Londen, het eerste van de ‘ongelijke verdragen’ na de Opiumoorlogen. De eeuwigheid heeft exact 155 jaar geduurd. Ik maak me dus geen begoochelingen over Hongkong. Macht haalt het op recht. Tijd haalt het op macht. De Hongkongers hadden beter moeten weten: ze zijn verkocht, met een afbetalingstermijn van 50 jaar. In principe mochten ze die halve eeuw hun eigen economisch en rechtskundig stelsel houden. Dat is vastgelegd in de Basic Law.
Ik heb de overdracht van nabij meegemaakt. Ik herinner me vooral het strijken van de Union Jack, de binnenmarcherende soldaten én de ijzige kilte tussen Jiang Zemin en prins Charles. Charles keek even beduusd, niet goed wetende of de plechtigheid nu voorbij was of niet. Hij maakte met zijn hand een weifelend gebaar. Jiang gebaarde van krommen haas en keek stug voor zich uit. Alleen de dochter van de laatste gouverneur, Chris Patten, stond snikkend op het schip dat de Britse hoogwaardigheidsbekleders wegbracht. Het koninklijke jacht Brittannia.
Het probleem met China is niet dat ze liegen, maar dat ze de waarheid buigzaam maken. Al vooraf was de Basic Law (zeg maar, een grondwet, al goedgekeurd door het Zevende Volkscongres in 1990) – één land, twee stelsels – uitgehold. De vlaggen waren nog niet weggehaald of het nieuwe parlement, dat al even ondemocratisch was samengesteld uit rijke en Chineesgezinde ondernemers als onder de Britten, keurde meteen de ‘Omnibuswet’ goed, die met name het recht op protestbetogingen inperkte en nog een dozijn burgerrechten aan banden legde. Die wet was trouwens vooraf al door China gemaakt in Shenzhen, over de grens met de New Territories. De belofte van reder Tung Chee-hwa (zelf aangesteld door Peking) om de verkiezingen democratischer te maken en algemeen stemrecht toe te kennen is nooit ingevuld.
Liberale autocratie
Dat het systeem van twee verschillende regeringsvormen niet werkt is logisch. Het is achterhaald. Vooraf al door de ongelijke machtsverhoudingen. Achteraf doordat het staatskapitalistisch systeem in beide gebieden domineert en dus in elkaar overvloeit. De boutade van de vrije markt-adepten in Hongkong en Taiwan dat op den duur de Volksrepubliek wel zou overstappen naar neoliberaal handeldrijven is bewaarheid geworden. Maar de verwachting dat zij dan ook politiek zou liberaliseren is natuurlijk een droom gebleven, zeker onder huidig leider Xi Jinping. Hij heeft de macht om al dat smachten naar meer persoonlijke vrijheid te breidelen en hij heeft de tijd om Hongkong naar Pekings beeld en gelijkenis om te vormen.
Dat is al aardig gelukt door drie ingrepen. De havenactiviteiten, en vooral de containeroverslag, zijn geweldig uitgebreid in Shenzhen. De beurs van Shanghai is verstevigd; die van Shenzhen is begin december 2016 gekoppeld aan die van Hongkong – je kunt dus wederzijds beleggen, bij de start op 881 aandelen van Hongkong, en omgekeerd op 417; verweving leidt op termijn tot fusie, en dus verzwakking van Hongkong. En sinds de overdracht zijn al anderhalf miljoen Han-Chinezen ingeweken in de ‘speciale administratieve regio’, met nefaste gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs (met de onderdrukking van het Kantonees), de kennis van het Engels (de laatste keren dat ik ging was het maar best een Chinees naamkaartje van het hotel bij te hebben voor de taxichauffeur), en de rechtsbedeling.
De tijd tikt
De massale protestbetogingen op Victoria Island, waar parlement en zakencentrum aan de noordzijde liggen, zijn verbazingwekkend in hun eerlijke naïviteit. Zij hebben uit het oog verloren dat net over Causeway Bay, dat het eiland scheidt van Tsim Cha Tsui (Kowloon), als je van de pendel-Starferry stapt, de Clocktower staat.
Een klokkentoren die omineus aangeeft dat de tijd verstrijkt. Hij is zelf een overblijfsel van het stoomtijdperk, toen aan de kade het (in 1979 afgebroken) eindstation lag van de spoorweg tussen Kanton en Hongkong. Het is juist honderd jaar geleden dat hij werd afgewerkt, al duurde het nog twee jaar voor de klok begon te werken. China beidt zijn tijd.
Triades
Wie niet vertrouwd is met de werking van China (zoals De Standaard) schrikt van de beelden van gemaskerde knokploegen ‘die ze hier triades noemen’, die inslaan op vreedzame betogers. Triades zijn van alle tijden in China, in het oude keizerrijk was het een van de drie geheime Hung genootschappen. De Boksersopstand van 1900 ging uit van dat soort (misdadige) verenigingen, Tsjang Kai-sjeks macht steunde voor een stuk op de onderwereld (hij was zelf verbonden met de Groene Deur in Shanghai), de casino’s van Macau zijn goeddeels in handen van gelieerde hoge militairen, de meeste moderne maffiaorganisaties werden opgericht in het interbellum. In Hongkong zijn er een negental actief, afgezien van de losse groeperingen met hun eigen codes. Ze worden geregeld ingehuurd om het straatwerk te doen dat de politie niet kan of mag doen.
Het is dan ook weinig zinvol te beweren, zoals Lode Vanoost in DeWereldMorgen, dat ‘het protest in Hongkong begon als verzet tegen een uitleveringswet wat evolueerde naar een bredere eis voor democratisering, maar vrij snel palmden gewelddadige groeperingen dit protest in, aangestookt door de VS om vasteland-China uit te dagen’. Net daar gaat het niet om. Het gaat om een traditionele onderstroom die buiten de (strikte) wetgeving een vanzelfsprekend verlengstuk is van de machthebbers, of het nu om de communistische partij, de machtige zakenwereld of de drugsmaffia zelf gaat. En net in tijden van oproer wordt de macht van de triades en de geheime genootschappen groter: tijdens de val van het Keizerrijk, in de Chinese burgeroorlog, in het militair-economisch expansionisme van het ‘nieuwe’ China. Wie dat niet beseft, ontkent het licht van de zon.
Problemen aan de horizon
Want ook de Volksrepubliek zit met een ei. De verstrakking van de partij heeft alles vandoen met een ruimere crisis. In het tweede kwartaal dit jaar zakten de economische prestaties tot het laagste punt in 27 jaar. De vooruitzichten voor het tweede halfjaar zijn somber. Je kunt nog op een berg dollars zitten, mede door de ontzaglijke Amerikaanse schulden van ruim 3 triljard, de overspannen investeringen (legeruitrusting, gigantische infrastructuurwerken, stedenbouw, de nieuwe Zijderoute, zeeboringen, vergrijzingskosten) vreten aan de gezonde staatsfinanciering. Als daar een Amerikaanse handelsoorlog bijkomt, en Europese druk om komaf te maken met oneerlijke concurrentie door staatstoelagen, dan is het hek van de dam, en vallen er gaten in het machtspatroon – wat best tot onberekenbare politieke reacties kan leiden.
De groei met twee cijfers voor de komma is teruggevallen tot 6 %, de binnenlandse vraag stokt, de inflatie neemt toe. In 2017 was de lopende rekening tot 195 miljard dollar teruggevallen, twee jaar eerder was dat nog 304 miljard. Steeg de uitvoer tot 7,9 % van het BBP, dan piekte de invoer naar 16,1 %. Steeds meer afgestudeerden vinden geen werk (voltijdsen zijn van 77,6 % in 2014 teruggevallen tot 73,6 % in 2018; ook hun loon is met bijna een vijfde lager). Opgedreven nationalisme moet dan de onrust over de levensstandaard onderdrukken. De vervolging van Oeigoeren, Tibetanen en andere minderheden, de afdreiging van de staten rond de Japanse en Chinese Zee, de militarisering van atollen tegen de internationale conventies in, de verharding tegenover dissidenten, het wijst allemaal op een poging tot machtsbehoud, meer dan van invloedsuitbreiding.
China koopt zich in
Globalisering, emigratie en demografische reserves hebben lang in het voordeel gespeeld van het Chinese eenpartijsysteem. Maar de memel zit al een tijdje in de poten waarop het rust. China heeft zich, vaak met afdreiging, ingekocht in kleinere staten – een symbool is het stelselmatige uitkopen om de nog bestaande diplomatieke banden met Taiwan te doen knippen. Zelfs het Vaticaan staat onder druk.
China heeft ook het gat opgevuld dat de Westerse (ex-koloniale) mogendheden in Afrika hebben gelaten. Vooral ertsen, olie en zeldzame mineralen kijkt China met een begerig oog aan. Het infiltreert ook Europa en Australië (dat nu beperkende maatregelen neemt). In de EU is de Griekse haven van Piraeus in Chinese handen, heel wat andere havens herbergen Chinese belangen (ook Antwerpen), voetbalclubs zijn opgekocht, de gokwereld floreert, de Nieuwe Zijderoute is vooral bedoeld om olie uit armere Aziatische staten te halen en goederenstromen naar Europa te verzekeren.
Hongkong betaalt de rekening
Voor Hongkong betekent dat weggeveegd worden. Er is geen sprake van een ‘uitputtingsslag’ met de betogers, zolang alles binnen de grenzen van de regio blijft. Hongkong heeft sowieso een marionettenregering, van al te dissidente verkozenen wordt de verkiezing zonder blikken of blozen ongeldig verklaard. The Economist heeft gelijk: de radicalisering van de jongeren in Hongkong is het rechtstreeks gevolg van de Chinese strategie om steeds meer gematigde oppositieleiders te vervolgen, al werken die binnen het systeem.
Een en ander houdt allicht ook verband met de viering van 70 jaar Volksrepubliek. Het eenheidsbeeld moest alles overstemmen, de neuzen in één richting gezet. Daar passen geen vrije media in, geen wantrouwen in gezag, geen afwijking van de ene norm die Peking oplegt. Van de Basic Law blijft weldra nog een schim over, de grootspraak van prins Charles in 1997 dat Londen van nabij de inachtneming van de afspraken zou opvolgen ligt aan diggelen, Europa heeft zoals altijd sinds WO II geen enkele vuist meer gemaakt tegen bullies, niet in de eigen Unie, en nog minder internationaal. Europa is een tandeloze panda geworden.
Ook Pairi Daiza zal niet van zich afbijten. De twee nieuwe panda’s krijgen zeker niet de namen Hong en Kong. Ze zullen blijven wat ze zijn, wit en zwart. De manier waarop Peking tegen de wereld aankijkt. Er is maar één goede Chinees en dat is de gehoorzame Chinees. Het mag tijd kosten om die uiteindelijk te scheppen. Ook nu tilt de klok voort. Ze wordt niet stilgelegd, en nog minder teruggedraaid. Tenzij Niall Ferguson zijn weddenschap wint. Soms staan er toch nuttige stukken in De Standaard, zelfs als ze over Chinese sciencefiction gaan. (Het Probleem van de Drie Lichamen, maandag 7 oktober 2019).
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Lukas De Vos (1949) is senior journalist (VRT, knack.be), docent, essayist. Recente boeken: 'Land! Land!'(2011); 'Heen' (2012); 'Ivo Michiels Poortwachter Woordwachter' (2013); 'Met Thrillend Oog' (2016); 'Apache, Niet Zomaar een Indianenverhaal' (2017). Europakenner, Aziëdeskundige, filmspecialist (Snapshots VVF). In voorbereiding: 'De Duitse Strop' (2018).
Rechts gaat vooruit bij de recente federale verkiezingen in Zwitserland. Maar het land functioneert helemaal anders dan andere Europese democratieën.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.