Waalse oogkleppen
Andenne
foto © http://mapio.net/s/42046564/
Jules Gheude denkt er anders over dan die Waalse dame uit zijn gehoor die zei: Nog liever armoede dan Française worden!
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVoor kort werd ik door de Vrijetijdsuniversiteit van Andenne uitgenodigd om een lezing te houden met als thema ‘Welke toekomst wacht België?’
Met de resultaten van de jongste politieke peiling voor ogen – de N-VA werd 34% toegemeten, en was met grote voorsprong de belangrijkste politieke kracht van het land – zou men bij de verkiezingen van 2019 onmogelijk om deze partij heen kunnen, legde ik uit.
Ik heb ook onderstreept dat die partij goed en wel de bedoeling heeft haar confederaal programma door te drukken, een programma dat begin jaren negentig overigens door minister-president Luc Van den Brande (een christendemocraat!) werd voorgesteld, en in 1999 door het Vlaamse Parlement goedgekeurd.
Ook heb ik daar de woorden van Wouter Beke, huidig voorzitter van de CD&V, in herinnering gebracht, die in 2007 in de Québecse krant Le Devoir zei: ‘Wij wensen een waarachtig confederalisme. […] Als de Franstaligen geen ballast willen uitgooien, zal ons geen andere keuze resten dan de onafhankelijkheid.’
En opdat het gehoor goed zou snappen wat er op het spel stond, heb ik de verduidelijkingen van Bart De Wever aangehaald, in het recente werk van Frank Seberechts Onvoltooid Vlaanderen:
‘In het confederalisme zijn er nog twee deelstaten, Vlaanderen en Wallonië, die alle persoons-en grondgebonden bevoegdheden hebben. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest krijgt alle grondgebonden bevoegdheden van de huidige negentien gemeenten en OCMW’s, en de zes politiezones. Voor de gemeenschapsmateries kiest iedere inwoner van Brussel vrij – los van taal of afkomst – tussen Vlaanderen en Wallonië. De Brusselaars hebben dus de keuze tussen het Vlaamse of Waalse pakket voor de personenbelasting, het socialezekerheidsstelsel, de sociale bijstand, de jeugdbescherming, migratie en inburgering en stemrecht voor het Vlaams of Waals Parlement.
[…] De confederatie heeft enkel nog de bevoegdheden die expliciet door de deelstaten zijn toegewezen. In onze blauwdruk gaat het dan om defensie, veiligheid en financiën en buitenlandse zaken.’
In de wachtkamer
Met andere woorden, van de staat België rest enkel nog een lege schelp, en dan zou het ongetwijfeld niet lang duren voor Vlaanderen vond dat hij overbodig was en kon verdwijnen. Confederalisme zou in werkelijkheid alleen als antichambre van het separatisme dienen.
De Franstalige bestuurders wensen die realiteit niet te zien, zoals ze ook niet lijken te snappen dat Vlaanderen een waarachtige natie is geworden. Ze klampen zich vast aan het federalistische schema, waarvan Bart De Wever benadrukt dat het de Vlaamse Beweging lamlegt. Hij heeft het over twee democratieën die elkaar wederzijds blokkeren.
De francofone bewindslui doen zich doof voor, maar wat we ook weten is dat ze ten slotte altijd aan de Vlaamse eisen hebben toegeven.
In 1988 hebben ze niet geaarzeld om José Happart en de Voerense kwestie op te offeren om eindelijk het Brusselse Gewest het licht te laten zien. In 2001 hebben ze, in ruil voor de herfinanciering van de Waalse Gemeenschap, aan Vlaanderen belangrijke voordelen toegekend, zoals de regionalisering van de Gemeentewet, wat toeliet om de Franstaligen van de rand in de pas te laten lopen. De ‘demandeurs de rien’ waren ook overeengekomen om Brussel-Halle-Vilvoorde niet te splitsen zonder geografische uitbreiding van Brussel, niet te raken aan de kinderbijslagen, en evenmin een alliantie met de N-VA aan te gaan. We weten wat van die beloften in huis is gekomen. Zoals Paul-Henry Gendebien schreef: ‘De barricade was er een van papier-mâché.’
Zullen de Franstaligen in 2019 opnieuw bezwijken? Mocht dat het geval zijn, dan komt Wallonië duidelijk in een financieel onhoudbare situatie terecht.
De economist en emeritus van de Luikse Universiteit, Jules Gazon, maakte op basis van cijfers van 2012 een analyse van de toestand van Wallonië, mocht Vlaanderen zijn onafhankelijkheid uitroepen. Zijn vaststellingen laten geen twijfel bestaan: ‘Een onafhankelijk Wallonië zou een hoger overheidstekort vertonen dan dit van Griekenland in 2009. […] De inspanning die alle Walen dan opgelegd krijgen, zou zo’n omvang hebben dat er een klimaat van oproer uit zou voortkomen.’
Elke keer dat men mij in Vlaanderen uitnodigt om mijn standpunt uiteen te zetten, krijg ik weer dezelfde vraag: ‘Is het niet met het oog op een Franstalig ‘Plan B’ – een residueel België zonder Vlaanderen – dat de Franstalige Gemeenschap herdoopt is tot Fédération Wallonie-Bruxelles?’
Mijn antwoord is duidelijk: it takes two to tango. Welnu, de peilingen laten zien dat een grote meerderheid van de Brusselaars (gaande van 68 tot 74%!) zich voor autonomie uitspreekt ingeval het land zou verdwijnen. Dat laat goed zien wat voor een hersenschim WalloBrux is. François Perin heeft hierover gezegd: ‘Dit België-in-het-klein zou al even artificieel zijn als zijn voorganger, en op de koop toe zouden we met de Saksen-Coburgs blijven zitten, want de Vlamingen zouden wel het verstand hebben gehad zich daarvan te ontdoen!’
Rattachisme
Het voorgaande in acht genomen, blijkt er voor de toekomst van Wallonië maar één realistische mogelijkheid over, namelijk de aanhechting bij Frankrijk, met een opzichzelfstaand statuut.
Toen men hem daarover ondervroeg, antwoordde de Franse constitutionalist Didier Maus: ‘Het is perfect mogelijk om een apart hoofdstuk te maken “De la Wallonie”, dat een mini-Grondwet op maat zou bevatten.’
En hij ging verder: ‘Het zou perfect mogelijk zijn om – minstens wat de essentie betreft en voor een nader te bepalen periode – het Belgische arbeidsrecht ongemoeid te laten, alsook de sociale zekerheid en bepaalde daarmee in verband staande delen van het fiscaal recht, het zakenrecht, handelsrecht enzovoort. Het Waalse gewest, en ook het gewest Brussel als daar vraag naar zou zijn, zouden bepaalde bevoegdheden behouden die ze nu hebben, met inbegrip van het schoolsysteem en het hoger onderwijs.’
Dat alles zette ik uiteen aan mijn publiek in Andenne. Een dame verklaarde daarop: ‘Ik leef nog liever in armoede dan dat ik Française zou worden!’
Een standpunt dat ik respecteer: men kan mensen tenslotte niet tegen hun zin gelukkig maken…
vertaling Marc Vanfraechem
Categorieën |
---|
Jules Gheude (1946) is oud-medewerker en biograaf van François Perin. Hij publiceerde meerdere essays over de Belgische communautaire kwestie. In 2009 was hij voorzitter van de Staten-Generaal van Wallonië, een burgerinitiatief om de Waalse geesten van het post-Belgische tijdperk bewust te maken. Sinds 2010 bezielt hij de Gewif (Groupe d’Etudes pour la Wallonie intégrée à la France). Van 1982 tot 2011 was hij directeur aan Wallonie-Bruxelles International (WBI).
De voorzitters van PS, MR en Ecolo zouden een compromis bereikt hebben over de reorganisatie van de Franstalige instellingen. Al is die niet volledig.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.