Wat heb je vandaag op school geleerd?
foto © Wiki/PG
Weinig dingen zijn zo leerzaam als op je tenen moeten staan.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementZowel de VRT als De Standaard kwam met een reportage over Vlaamse onderwijsmensen die in een achterstandswijk in Birmingham herontdekken wat een school is. Een openbaring. Mocht u beide verslagen gemist hebben, laat u alsnog overdonderen. U zult zien hoe de baas van een Vlaams expertise-centrum naar buiten komt en zegt: ‘Wauw! Hier zou ik graag lesgeven!’
De Standaard noteert uit de mond van een andere deelnemer: ‘We hebben een metamorfose nodig!’ In dat Engelse schooltje blijkt uitgerekend het woord metamorfose een van de woorden die kleuters – u leest het goed: kleuters – moeten kennen en gebruiken.
Begin jaren tachtig mocht dat nog, ook bij ons, moeilijke woorden voor kleine kinderen. Al was er ook toen al wat discussie. Over de Fabeltjeskrant, weet ik nog. Het verwijt was dat de taal van de serie te moeilijk was en ‘dus’ ook discriminerend.
Aanleiding was de introductie van een nieuw personage in het Grote Dierenbos: Meindert het Paard. Een heer van stand; hij sprak nogal bekakt. Meindert had na een carrière als renpaard geneeskunde gestudeerd. Meindert had ook, zoals nogal wat andere personages, een vast zinnetje. Hij zei bezig te zijn ‘met zieke’ en – let nu goed op – ‘nooddruftige dieren’. Daar viel men over. Nooddruftig?
Het antwoord van de makers was dat men kinderen niet moest onderschatten. En dat weinig dingen zo leerzaam waren voor kinderen als op hun tenen moeten staan. Meindert mocht Meindert blijven.
Algemeen Nederlands
In 2009 hield een leerplanvoorzitter van het katholiek onderwijs – de man was ook hoofdredacteur van De Onderwijskrant; alweer een expert dus – een pleidooi tegen Algemeen Nederlands op school. ‘Als er geen AN meer is,’ zei hij, ‘kunnen leerlingen geen taalfouten meer tegen het AN maken. Dan krijgen we onze taal terug zoals die al die jaren van de mensheid geweest is, uitgezonderd gedurende enkele eeuwen van artificiële standaardtalen.’ Een nogal ruwe samenvatting van onze taalgeschiedenis, maar het typeert de onderwijsbobo’s. Het soort mensen dat verbiedt spelfouten te corrigeren omdat dat kwetsend is.
Niets daarvan in Birmingham. Dertig leerlingen in vijf rijen van zes, op gewone schoolbanken. In uniform. Er wordt gehamerd op discipline, kennis, herhaling. Het doel is excellentie voor iedereen; ambitie ongeacht de wieg. Echte gelijke kansen, zegt de directrice. En vooral: verbluffende resultaten. Er is in Engeland één centraal examen op het einde van elk onderwijsniveau; de kinderen van de school in Birmingham scoren als de besten.
De juffrouw die voor het bord staat kan het met een vingerknip muisstil laten worden. Het valt ook op dat de leerlingen uitstekend Engels spreken; ze antwoorden in zinnen.
Groeiend inzicht
In Terzake zegt de baas van het Gemeenschapsonderwijs dat ook: het is er veel stiller dan bij ons, zegt hij. En ‘dat is misschien wel belangrijk’. O groeiend inzicht.
In de krant en in Terzake zijn de commentaren van de journalisten even veelzeggend als de feiten zelf. ‘Kunnen die kinderen al die kennis wel aan?’ vraagt de journalist van De Standaard zich af. Hoe zit het met het welzijn? De druk? Zijn ze misschien niet ongelukkig?
Bij Terzake is er grote verwondering over het ‘hoge tempo’ van de les. ‘Het oogt klassiek, ouwerwets bijna.’ En: ‘Het heeft iets van een drill.’ Intelligent commentaar had ook kunnen zijn: ‘Het heeft iets van emancipatie en gelijke kansen.’
In Birmingham verbaast niemand zich erover dat er al in de kleuterklas zoiets bestaat als ‘de kunstenaar van de week’. Deze week is dat Jackson Pollock. Of dat de beste opstellen van de oudere kinderen aan de muur worden gehangen. Of omdat er in het laatste jaar van het lager onderwijs zoiets bestaat als ‘de 100 boeken die je moet gelezen hebben’. Ik? Ik moet just niks; die fatale notie der stompzinnigheid zit in Vlaanderen tot in het peloton.
Minder administratie
Nog iets opvallends: de leraren in Birmingham zeggen dat ze veel minder werk hebben dan vroeger. Vooral veel minder administratie. En ze zijn blij dat ze weer volop les kunnen geven. Leerlingen krijgen ook nauwelijks huiswerk: hard werken in de klasuren blijkt ruim voldoende. Er is ook maar één rapport per jaar.
In de studio van Terzake zit ook de baas van het Gemeenschapsonderwijs. Voor een oefening in het betere geneuzel. Dit lijkt inspirerend, zegt hij. Het blijkt dus niet, het lijkt alleen maar zo. En verrassend is het ook al niet. We zijn daar al ‘een stukje’ mee bezig, zegt hij. Het valt op dat een stukje in het gesprek geregeld opduikt.
Maar al spoedig gaat het over het belang van de differentiatie: les geven volgens de zeer specifieke talenten en gebreken van elke leerling. Kathleen Cools merkt op dat daar in Birmingham, op extra taallessen na schooltijd na, nauwelijks sprake van is: iedereen wordt daar gelijk behandeld. De onderwijsbaas stamelt dat men zich er niet voor moet schamen om klassikaal les te geven. Later merkt hij op dat het nooit verboden is geweest om de tafels van vermenigvuldiging te herhalen. Maar ‘het is niet makkelijk om onze 40.000 personeelsleden mee te krijgen’. De indruk ontstaat dat je alleen met flauwe klap opperhoofd van het Gemeenschapsonderwijs kan worden.
Morgen zit er in de studio een professor-pedagoog die zegt dat je almaar beter Nederlands leert door het op school almaar minder te spreken. Wetenschappelijk bewezen, voegt hij eraan toe, de vaste bezweringsformule van onze experts. Lieven Boeve zal over datzelfde onderwerp ook wel iets uit zijn neusgaten komen blazen.
Uitsmijter
Wat goed dat Doorbraak bestaat. Harry De Paepe signaleerde al bijna twee jaar terug wat de VRT, De Standaard en (een deel van) de Vlaamse onderwijswereld nu ook weten. De omslag in het Verenigd Koninkrijk – bij De Paepe lees je dat Birmingham lang niet de enige ‘bijna ouwerwetse’ school is – is er bij wijze van spreken van de ene dag op de andere gekomen. En zonder al te veel overleg. Tankers kunnen daar in geen tijd worden gekeerd. En de PISA-resultaten zijn er elke keer beter. Maar wij knoeien ongetwijfeld voort, met onze oogjes toe en onze snaveltjes dicht.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Siegfried Bracke was voor de N-VA Kamervoorzitter en gemeenteraadslid in Gent. Voordien was hij journalist bij de VRT.
Van alle Vlaamse stadsbesturen komt het Gentse het dichtste bij het PS-model. Het is een uniek systeem.
Waterramp in Spanje gebeurde in gebied waar meer dan 50 dammen gesloopt zijn.