We zijn minder redelijk dan we denken
Over rationaliteit en het menselijk brein
Laat ons bij het verwerken van informatie niet alleen op zoek gaan naar bevestigende, positieve informatie maar ook naar ontkennende, negatieve informatie over hetgeen we al geloven.
foto © Pxhere.com
Bij informatieverwerking putten we uit een snel, gemakzuchtig denkproces en een traag, analytisch denkproces. Het eerste kan ons flink misleiden.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIeder van ons probeert dagelijks om verschillende stukjes informatie aan elkaar te plakken om zo tot nieuwe kennis te komen. Toch doen we dat niet altijd op de correcte manier. Daarnaast is het zelfs moeilijk om te ontdekken waar nu juist onze redeneerfouten zitten. Daniel Kahneman, een gerenommeerd onderzoeker, schreef er meerdere boeken over.
Ons verhalenvertellend brein
Het menselijke brein legt verbanden tussen verschillende stukjes informatie en elke handeling die we verrichten is het gevolg daarvan. Zo ziet iedereen een verband tussen omgezaagde bomen en de aanwezigheid van mensen of tussen de kleur rood en gevaar (omdat rood vaak geassocieerd wordt met gevaar).
Het leggen van die verbanden gebeurt meestal automatisch. Dat komt doordat een deel van ons brein een verbandenleggende of narratieve machine is. En toch zijn zeker niet alle gelegde verbanden redelijk of informatief bruikbaar in het dagelijks leven.
Dat is te wijten aan het bestaan van twee complementaire systemen in ons brein. Daniel Kahneman omschrijft deze systemen als ‘systeem 1’ en ‘systeem 2’. De theorieën die ons brein bestuderen op basis van het onderscheid tussen beide systemen noemt men ‘dual-processtheorieën’.
Systeem 1
Systeem 1 is volgens Kahneman een snel, associatief, narratief systeem dat automatisch verbanden legt tussen verschillende stukjes informatie. Daar komt weinig inspanning bij kijken. Daarnaast hebben we er ook geen bewuste controle over. Het systeem zoekt dus naar associatieve coherentie.
Door zijn vlugge karakter maakt systeem 1 ons gevoelig voor het herkennen van patronen. We weten zo om te gaan met een bepaalde situatie via informatie verkregen uit eerdere, analoge situaties. Die informatie werd toen opgeslagen op basis van haar stereotype kenmerken. Stel dat u bijvoorbeeld een flesje bier openmaakt, dan zal u bij het volgend flesje bier nog weten hoe u het eerste flesje had opengemaakt, waardoor u ook het tweede flesje kan openen.
Kenmerken
Systeem 1 creëert coherentie tussen afzonderlijke feiten. Bijvoorbeeld: u komt thuis en u ziet dat het buitendeurslot geforceerd is. Daarnaast is de televisie verdwenen uit de woonkamer. Systeem 1 zorgt ervoor dat u ervan uitgaat dat de televisie verdwenen is door inbrekers, die ook het slot forceerden. Dat gebeurt snel en automatisch, maar strikt genomen bestaat er niet noodzakelijkerwijs een verband tussen de afzonderlijke feiten.
Daarnaast legt systeem 1 het liefst positieve verbanden. Het gaat dus niet op zoek naar ‘anti-verbanden’. Daarmee bedoel ik dat het niet op zoek gaat naar verhalen waarin de gegevens niets met elkaar te maken hebben. Systeem 1 kan ons soms misleiden, waar we voor moeten oppassen.
Het systeem focust voornamelijk op stereotypische kenmerken om verbanden te leggen tussen verschillende stukjes informatie. Hoe minder informatie, hoe gemakkelijker het te leggen verband. Hoe stereotypischer de informatie, hoe stereotypischer het verband (zoals bij het kapotte slot en de televisie hierboven).
Systeem 1 heeft een verhalenvertellende aard. Om informatie te onthouden zoeken we samenhang omdat dat cognitief eenvoudiger is. Verhalen geven ons het idee van ‘grip op de wereld’. Bij een onverwacht voorval proberen we dan ook om de nieuwe informatie een betekenis te geven. Het probleem is dat we daardoor vaak te weinig rekening houden met toeval. Zo zagen velen zogezegd de bankencrisis van 2008 ‘aankomen’, maar weinigen hadden zich tijdig financieel ingedekt.
Systeem 2
Systeem 2, daarentegen, is een bewust, lui en redenerend systeem. Systeem 2 vereist concentratie, redeneert en weegt af. Wanneer men bijvoorbeeld een partij schaak speelt, zal voornamelijk systeem 2 aan het werk zijn.
Functie
Elk systeem heeft zijn functie. Systeem 1 zorgt ervoor dat we in vertrouwde omstandigheden snel en efficiënt beslissingen kunnen nemen. We zouden als mensen immers onmogelijk kunnen voortbestaan als we bij elke handeling moesten nadenken.
Systeem 2 helpt ons voornamelijk in nieuwe situaties. Het beredeneert, weegt af en vergt zowel tijd als moeite, maar helpt ons in vreemde situaties vooruit.
Volgens dual-processtheorieën zijn mensen geneigd om te steunen op intuïtieve processen en niet op uitgebreide analytische processen. Dat komt doordat intuïtie sneller is en minder cognitieve inspanningen vergt. Analytische processen vereisen immers de tussenkomst van systeem 2, dat een ‘lui’ systeem is. Het heeft voldoende prikkels nodig om aan te slaan.
Biases en heuristieken
Er zijn vier vaak voorkomende fouten die gewoonlijk veroorzaakt worden doordat systeem 1 niet wordt getemperd door systeem 2:
- De neiging om de geldigheid van een redenering te verwarren met geloofwaardigheid: een redenering kan perfect geloofwaardig zijn, maar toch niet geldig.
- De affectheuristiek: men beantwoordt een moeilijke vraag, door haar door een eenvoudige vraag te vervangen en die laatste te beantwoorden. Bijvoorbeeld: ‘Hoe gelukkig bent u?’ wordt vervangen door ‘Hoe gelukkig voel ik me nu op dit moment?’
- De beschikbaarheidsheuristiek: deze heuristiek (een vaste manier om snel en met zo weinig mogelijk inspanning iets te vinden of betekenis te geven aan een situatie / rvd) komt voor in situaties waarin we beslissingen moeten nemen op basis van onvolledige of onzekere kennis. We besluiten dan met wat ons meteen te binnen schiet. Zo wordt reizen per vliegtuig vaak als gevaarlijker beschouwd dan autorijden, hoewel dat in de praktijk helemaal niet zo is.
- De bevestigingsbias: wanneer we van iets overtuigd zijn, zijn we geneigd om enkel naar bevestigende informatie, en niet naar falsifiërende informatie te zoeken.
De bevestigingsbias
Het belang van bevestigingsbias (confirmation bias) mag niet onderschat worden. In de media is de bevestigingsbias schering en inslag. Maar waarom heeft de bevestigingsbias zo een grote invloed?
Ons brein heeft het ten eerste moeilijk met het verwerken van negatieve informatie. Systeem 1 neemt informatie op zonder bijhorende kritische evaluatie. Negatieve informatie verwerken is cognitief ingewikkelder. Als men een standpunt inneemt, is het gemakkelijker om informatie voor dat standpunt dan om informatie tegen dat standpunt te vinden.
Daarnaast speelt de vaagheid van het spreken een grote rol. Hoe vager een stelling hoe groter de kans dat nieuwe informatie de stelling kan bevestigen. Dit verklaart waarom horoscopen zo succesvol kunnen zijn. De uitspraken zijn immers vaag genoeg om er veel onder te laten vallen. Vaagheid van spreken is ook van oudsher een door waarzeggers vaak gebruikte techniek.
Ten slotte wordt de bevestigingsbias versterkt door wat cognitieve dissonantie genoemd wordt. Iets dat in tegenspraak is met hetgeen we al geloven, ervaren we als iets negatiefs. We willen dat negatief gevoel vermijden, waardoor we in de toekomst niet langer geneigd zijn om falsifiërende informatie te zoeken.
Besluit
We kunnen besluiten dat we lang niet zo redelijk zijn als we zelf denken. Systeem 1 kan ons flink misleiden en daarom is het belangrijk om niet alleen op zoek te gaan naar bevestigende maar ook naar ontkennende informatie over hetgeen we al geloven.
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Wannes is eindredacteur en journalist. Hij werkt sinds 2021 mee aan Doorbraak.
‘Mijn Charleroi’ van Pascal Verbeken is ons boek van de week. Koop het nu tegen een voordeelprijs!
‘Moslimhater valt kerstmarkt aan’: het leek voor vele media een haast verfrissend discours. Maar heel wat vragen blijven onbeantwoord.