JavaScript is required for this website to work.
post

Werelderfgoed of barbarij?

ColumnJohan Sanctorum2/3/2015Leestijd 3 minuten

Stierengevechten: de Catalanen hebben er al een punt achter gezet, maar ook de doorsnee Spanjaard heeft zo zijn twijfels.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het ritueel onthoofden van kafirs (ongelovigen) door IS-strijders staat op de nominatielijst voor het cultureel werelderfgoed van de Unesco, zo gaat een vroege een aprilgrap de ronde.
Toch valt er wat voor te zeggen: het vergt ‘intelligentie, moed, behendigheid en vaardigheid’
om zo’n hoofd mooi van de romp te scheiden, met één enkele sierlijke beweging van het kromzwaard. Uit de kunst. Komt daarbij dat het ritueel zich kan beroepen op een religieuze traditie en wereldwijd te bekijken valt via internetfilmpjes. Ook de communicatie zit dus snor.
Dat kan niet gezegd worden van
de Spaanse stierengevechten, die Madrid ook op de lijst van het werelderfgoed wil plaatsen. Probleem: de toeschouwersaantallen lopen terug, de protesten nemen toe. Want hoe gaat dat stukje ‘nationaal erfgoed’ in zijn werk? Een korte beschrijving.

Voor de stier de arena betreedt, heeft hij er al een lijdensweg op zitten: een transport in een snikhete vrachtwagen waar hij met de horens vastgebonden wordt en helemaal niet kan bewegen. Door hem zout te laten eten en niet te laten drinken wordt hij verzwakt en tegelijk furieus, hoe zou je zelf zijn? Soms worden er zakken zand op zijn rug geladen om hem uit te putten of wordt er tegen zijn buik geslagen zodat zich inwendige bloedingen voordoen.
Dan het gevecht. Eerst komt de picador op de proppen, die zijn lans in de nek van de stier steekt waardoor hij zijn kop niet meer kan oprichten. Het paard dat daarbij gebruikt wordt, kan in de buik worden opengereten door de stierenhoorns. Olé. Dan komen de banderillero’s in de arena die het beest verder uitputten met messteken. Ten slotte mag de matador de genadesteek geven met het zwaard. Luid applaus.

Cultuur dus. Laten we het gewoon barbarij noemen, die vooral een ontstellend gebrek aan cultureel raffinement verraadt. Spanje heeft in dat opzicht een slechte reputatie, want ook met de Spaanse windhonden, ingezet voor wedstrijden, gebeuren schandalige dingen. Het toerisme promoot de sado-folklore volop. In Pamplona worden de hoorns van een stier met pek ingesmeerd en als toortsen gebruikt, waarna het dolle beest door de straten rent en op het einde wordt afgemaakt, tenzij het aan de brandwonden van de lopende pek bezwijkt. Komt dat zien.

Progressief versus conservatief nationalisme

Koning Juan Carlos (de man die op een dode olifant poseerde) is alvast een vurig pleitbezorger van dit volksvermaak, en één van de grootste lobbyisten in de Unesco-nominatie. Hij prijst de ‘intelligentie, moed, behendigheid en vaardigheid van de matador’, die het zieltogende Spaanse staatsnationalisme nieuwe glans moet geven. Niet verwonderlijk was generaal Franco een fervent verdediger van het bloederig spektakel, evenals Pablo Picasso, ondanks Guernica.
Maar ook bij ons snijdt de dappere Vlaming Piet Huysentruyt met veel lef en kunde een levende kreeft midden door, na eerst de poten te hebben uitgetrokken. Het Noordzee-equivalent van de matador als het ware. Ook dit heet ‘cultuur,’ keukencultuur ofte gastronomie. Op TV te bekijken en te boek gesteld, grandioos verkoopsucces.

Net nu de dappere IS-strijders zich te buiten gaan aan het vernielen van 3000 jaar oud historisch patrimonium (op zich strikt genomen ook weer een uiting van ‘cultuur’), zou iemand in de Unesco eindelijk eens de vraag moeten stellen of traditie geen vlag is die vele ladingen dekt. Als het koppensnellen in de Levant nog een tijdje aanhoudt, wordt het dan ook traditie? In dat opzicht is de tegenstelling tussen Spanje en Catalonië opmerkelijk. Het Catalaanse parlement nam in 2010 de beslissing om de stierengevechten af te schaffen, na een overtuigend referendum. Dat geeft de onafhankelijkheidsbeweging vleugels, iets waar de Vlaamse Beweging op verre na nog niet aan toe is: een autonomistisch programma, gekoppeld aan een verhaal rond levenskwaliteit, harmonie tussen mens en natuur, empathie, solidariteit, generositeit. Een toonbeeld van positief, vooruitstrevend nationalisme.

Dus ja, ich bin ein Cataloniër, en die door Franco-nostalgici gepromote barbarij mag als cultureel bederfgoed gedumpt worden. Begraven en vergeten, ik wil helemaal niet de erfgenaam zijn van dit soort ‘erfenissen’.  Het verleden is nooit een argument op zich. Cultuur moet altijd zichzelf in vraag kunnen stellen. Traditie, wat onze Vlaamse neocons ook mogen denken, moet altijd tegen het licht gehouden worden van een zingevingsvraag in het heden: ‘Hoeft dit eigenlijk wel?’
De toenemende technische werkloosheid van picadors en matadors bewijst dat die vraag wel degelijk gesteld wordt, ook in het land dat ooit de inquisitie op ons afstuurde. Het is zoals
Matthias Storme zegt: ‘Traditie is het vuur doorgeven en niet de as aanbidden’. Soms mag het van mij ook uitgedoofd worden.


Johan Sanctorum is filosoof, publicist, Vlaams-republikein en Doorbraak-columnist.

 

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties