Wet Wijninckx niet van toepassing op Europese parlementsleden, maar pensioenfonds heeft 308 miljoen euro te kort
foto © Unsplash
Ook het Europees Parlement zit met een stevige pensioenkater. Een aanvullend pensioenfonds voor EP-leden kampt met een tekort van honderden miljoenen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOok het Europees Parlement worstelt met de pensioenfactuur van gewezen parlementsleden, al gaat het in dit geval niet om geheime of verboden extraatjes. Toch dreigt de burger ook hier het kind van de rekening te worden.
Politico pakte onlangs uit met een intern document van het Europees Parlement waaruit moet blijken dat een oud en al in 2009 afgesloten vrijwillig en aanvullend pensioenfonds voor Europese Parlementsleden tegen een tekort van zomaar eventjes 308 miljoen euro aankijkt. Om de pensioenregeling van honderden gewezen Europarlementsleden uit die periode te redden, dreigt de Europese belastingbetaler nu jaarlijks ruim twintig miljoen euro te moeten ophoesten.
Het fonds zou al volgend jaar op droog zaad komen te zitten. De persdienst van het Europees parlement bevestigt het verhaal in grote lijnen. ‘Het bewuste pensioenfonds werd opgericht in 1990, toen er nog geen gemeenschappelijk statuut en dus ook geen gemeenschappelijk pensioen voor EP-leden was. In 2009, bijna twintig jaar later dus, werd het fonds opnieuw opgeheven. Vanaf dat moment kon geen enkele nieuw EP-lid zich dus nog bij het fonds aansluiten. Parlementariërs van wie de ambtsperiode al vóór 2009 startte en na die datum ook werd voortgezet, kunnen wel nog in aanmerking komen voor een aanvullend pensioen uit dat fonds.’
Uniform loon én pensioen
In 2009 besloot het Europees Parlement de lonen én pensioenen van EP-leden uniform te maken. Vóór de invoering van het gemeenschappelijk statuut bestonden er grote verschillen in de verloning van de Europarlementariërs. Op hun pensioen hebben ze al recht van zodra ze 63 worden, maar het bedrag loopt op in functie van het aantal ‘dienstjaren’ in het Europees Parlement. Per vol jaar in functie heeft een parlementslid nu maandelijks recht op 3,5 procent van het maandsalaris, maar het totaalbedrag van dat pensioen wordt sowieso wel begrensd op maximaal zeventig procent van zo’n maandloon.
Het pensioen van een een Europarlementslid hangt dus volledig af van het aantal jaren dat hij op de banken van het Europees parlement sleet, maar voor wie er enkele termijnen als EP-lid op zitten heeft, kan dat bedrag toch aardig aandikken. Het maandelijkse brutosalaris van de EP-leden bedraagt sinds juli vorig jaar 9808,6 euro. Daarop betalen ze EU-belastingen en verzekeringsbijdragen, waarna ze netto op 7646 euro per maand uitkomen.Een politicus met ‘maar’ tien jaar Europees Parlement op de teller heeft dus toch recht op een maandelijks pensioen van 35 procent van zijn maandelijkse salaris. Naast dat officiële salaris ontvangen EP-leden overigens ook nog een maandelijkse forfaitaire onkostenvergoeding van 4778 euro en krijgen ze ook nog de gemaakte reiskosten terugbetaald. Daarbovenop ontvangen ze ook nog een dagvergoeding van 338 euro voor elke dag waarop ze voor hun werk in het parlement aanwezig zijn. Die extra vergoedingen worden uiteraard niet meegenomen in de pensioenberekening.
Maatregelen
Voor alle duidelijkheid: de huidige heisa heeft dus géén betrekking op deze uniforme pensioenregeling die al sinds 2009 van kracht is, maar uitsluitend op het aanvullend pensioenfonds waarvoor de betalingen toen werden stopgezet. Nog 914 begunstigden – voormalige parlementsleden of hun nabestaanden – ontvangen momenteel gemiddeld 2.206 euro per maand. In een reactie benadrukt de persdienst van het Europees Parlement dat het EP in de loop der jaren al een aantal maatregelen genomen heeft om het tekort van dat vrijwillige pensioenfonds beheersbaar te houden. ‘Zo werd de pensioengerechtigde leeftijd intussen opgetrokken en werd een heffing van 5% op pensioenuitkeringen ingevoerd’, klinkt het. ‘Bovendien heeft huidig EP-voorzitter Roberta Metsola al van bij haar aantreden ook aangedrongen op maatregelen om de gevolgen van het tekort zo snel mogelijk te beperken.’
Een van de hoofdredenen waarom het vrijwillige pensioenfonds nu in zware financiële problemen zit, is de stopzetting van nieuwe bijdragen vanaf 2009. Het geld dat toen in het fonds zat zou wel degelijk goed belegd zijn, maar het viel natuurlijk wel te voorzien dat zo’n fonds op termijn droog zou komen te staan, citeert Politico Stephen Hughes. Hij is gewezen EP-lid voor Labour en huidig voorzitter van het fonds. De nota die de huidige secretaris-generaal nu opstelde, schetst nochtans een iets ander beeld. De stopzetting van de bijdrage-betalingen door de leden en het Parlement speelt uiteraard een rol, maar ook te lage beleggingsopbrengsten en enkele financiële crises zouden hebben bijgedragen tot de weinig rooskleurige situatie van het fonds. Hoe het nu verder moet, is nog niet echt duidelijk, maar niets doen is sowieso geen optie, klinkt het nog bij de persdienst van het EP. ‘Er liggen verschillende scenario’s op tafel, en de juridische en financiële gevolgen daarvan worden nu bekeken. Maar het is absoluut de bedoeling van de EP-voorzitter en de secretaris-generaal om een oplossing te vinden.’
Droog brood
Hoeveel Belgische ex-Europarlementsleden ooit meestapten in dit pensioenfonds konden we niet meteen achterhalen, maar de kans dat zij de komende jaren zullen moeten overleven op uitsluitend droog brood lijkt eerder gering. Zeker niet als ze ooit ook nog een Belgisch politiek mandaat vervulden. Integendeel zelfs. In theorie wordt het pensioen van Belgische Kamerleden door de wet Wijninckx begrensd op ruim 82.000 euro bruto per jaar. Eerder lekte al uit dat een regeling hen toelaat om dit plafond op te trekken tot maximaal 112.512 euro per jaar, via een pensioen uit andere activiteiten als zelfstandige, werknemer of ambtenaar.
Maar de persdienst van de federale pensioendienst bevestigde ons ook uitdrukkelijk dat de ‘Europese’ pensioenen “volledig buiten het toepassingsgebied van het maximum vallen dat de wet Wijninckx Belgische parlementsleden oplegt”. Sterker nog: de pensioendienst geeft ook aan deze Europese pensioenbedragen doorgaans niet te kennen. Met andere woorden: de kans dat een Belgisch ex-Europarlementslid dat ook in eigen land op een mooie politieke carrière kan terugblikken zich in een pensioen mag verheugen dat het plafond-Wijninckx stevig overstijgt, is behoorlijk groot.
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Filip Michiels is zelfstandig journalist/auteur en schrijft voor diverse Belgische kranten, weekbladen en websites. Hij won tweemaal de Citi Persprijs voor economische journalistiek en was eenmaal genomineerd voor de Belfius Persprijs. In 2022 publiceerde hij de biografie van Bessel Kok: "Chaos & Charisma".
De best gelezen stukken van 2024 op Doorbraak. Vandaag: in de Vlaamse Rand rond Brussel woedt een nieuwe taalstrijd.
‘De papieren krant bestaat nog, maar je voelt aan alles dat dat niet zo lang meer gaat duren’, meent Jonathan Hendrickx.