Word rijk, koop bitcoins
Vandaag hebzucht en hysterie, morgen de kater?
Finfluencers bemiddelen met gladde praatjes in windhandel en ponzifraude met cryptomunten.
foto © Reporters
De virtuele munt Bitcoin, maakt furore en steeds meer een voorwerp van hectische speculatie. Of is het zoals met de tulpengekte?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIedereen heeft het nu over de bitcoin, overal is het een gespreksonderwerp, tot in het verkleed bal van de Boerinnenbond toe, en dan kan zelfs een filosoof-reptiel als ik er niet meer om heen. Het was dus even studeren, ziehier wat info voor de dummies en corrigeer me waar ik fout zit.
Bitcoin?
De bitcoin is een digitale munt, uitsluitend via het internet functionerend (vandaar de naam cryptovaluta), in 2008 bedacht door iets of iemand met de obscure naam Satoshi Nakamoto. In tegenstelling tot klassieke munten wordt de bitcoin niet uitgegeven door een centrale bank. De munt wordt gecreëerd door computerexperten (miners) via ingewikkelde codes. Alle transacties verlopen via een gedecentraliseerd systeem waarop elke gebruiker is aangesloten: de blockchain.
Denk niet dat u zomaar vanachter uw pc veel bitcoins gaat ‘drukken’: daar zijn enorme digitale systemen voor nodig, die enorm veel energie vreten, ook voor de transacties: eind 2017 bedroeg het geraamde jaarverbruik van Bitcoin en Bitcoin Cash samen ruim 32 TWh, wat ongeveer overeenstemde met het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van Nederland en België samen. Niet voor niets wordt het meeste rekenwerk in China gepleegd, waar de elektriciteit goedkoop is en grotendeels via vervuilende bruinkoolcentrales wordt opgewekt. Of waarom de zogenaamd ‘propere’ bitcoin een lange sliert stinkende rook achter zich aansleept.
Maar het zaakje brengt op, en dat is wat telt. Schoorvoetend, en geilend op het hoge rendement, omarmen nu ook de modale banken en beurshuizen de internetmunt, en komt hij in het bereik van Jan en Mie Persoons, en dan wordt het oppassen. Want er zijn precedenten van speculatieve bubbels die een complete samenleving in de hysterie dreven, tot de bel uiteenspatte.
De tulpengekte
De tulpenbubbel is de bekendste en spreekt nog steeds het meest tot de verbeelding: rond 1600 werd de tulp een gegeerd vrouwensieraad, waarna er in de welstellende regio Amsterdam/Haarlem/Alkmaar een echte speculatiegolf op gang kwam in tulpenbollen die zelfs helemaal nog niet tot bloem waren uitgegroeid. Op het hoogtepunt van de hype was één bol een sjiek herenhuis waard. Op dinsdagavond 3 februari 1637 stortte in Haarlem de handel abrupt in elkaar, toen een verkoper bleef zitten met een partij bollen die hij voor 1400 gulden had aangeboden. Iedereen wou snel verkopen, binnen een paar dagen was een tulpenbol nog net zoveel waard als vandaag bij ons. Quasi niks dus. Een groot deel van de rijke middenklasse was haar geld kwijt, behalve natuurlijk diegenen die het hadden zien aankomen.
Een gelijkaardig verloop kende de aandelenhandel van La compagnie du Mississippi, een koloniale investeringsmaatschappij, in het begin van de 18de eeuw door de fantast-crimineel John Law opgericht die de koers opdreef met dolle verhalen over bergen goud en edelstenen die voor het rapen lagen. Tot Law en kompanen zelf begonnen te cashen waarna de prijs instortte. Idem dito voor de South Sea Company, een Britse handelsmaatschappij die het monopolie verkreeg van de handel met Zuid-Amerika, waaronder de slavenhandel. Beide bubbels ontstonden aan het begin van de 18de eeuw, toen de burgerij flink geld verdiende aan de industriële revolutie, en die opbrengst liever in risicoproducten belegde dan te herinvesteren.
Gebakken lucht
Die constante keert steeds terug: een overschot aan kapitaal bij de middenklasse, een flinke dosis hebzucht en een soort verdwazing die dikwijls ook aangevuurd wordt door handelaars in gebakken lucht. Daarnaast speelt een vorm van amoreel nihilisme (door de protestantse criticasters tijdens die 17de eeuwse tulpenbubbel al aangeklaagd) dat fabelachtige winst op korte termijn verkiest boven de lineaire groeicurve. Men is eigenlijk in de actieve economie niet meer geïnteresseerd, en nog minder in het herverdelend aspect ervan. Men wil zoveel mogelijk rijkdom voor zich alleen, op een berg geld zitten ook als men die nooit kan opmaken. Wat normaal het probleem is van dollarmiljardairs als Bill Gates en Warren Buffett, wordt plots ook de focus van Jan met de Pet. Dat moet slecht aflopen. Ook vandaag, en de sociale gevolgen zullen niet min zijn.
De vraag is immers niet of die bitcoin naar beneden zal tuimelen, de vraag is alleen wanneer. Namelijk wanneer een kleine groep beslissers, met de grootste hoeveelheid bitcoins, overgaat tot verkopen. En ook hier zullen diegenen de pineut zijn, die de val niet hebben zien aankomen, wellicht ook niet over de juiste snelle informatie beschikten, en met waardeloos spul in hun elektronische broekzak blijven zitten waarmee ze niet eens de kachel kunnen aansteken.
Dat zijn meestal ook de amateurs, mensen die hoopten snel rijk te worden, onnozelaars die zich lieten overhalen door zogenaamde beleggingsadviseurs en al hun spaargeld in dat virtuele goud omzetten. Deze gedupeerden zullen komen aankloppen bij de openbare steuninstanties, misschien de overheid aanspreken (de Arco-affaire!), of ze komen ten laste van de sociale zekerheid, en vooral: hun verdwenen geld zal niet meer rollen en in de levende economie terecht komen. Of waarom ook de winkelier achter de hoek de neergang van de bitcoin zal voelen, ook al weet hij niet eens wat het is.
Rabarber en aardpeer
Het is dus in de ware betekenis een postmodern piramidespel. Voor de rest is er vandaag bij niet-gelovigen zoals ondergetekende de heimelijke wens dat die shitcoin maar rap ontploft en dat alle naïeve sukkels op de blaren zullen zitten. Sorry voor het leedvermaak bij voorbaat. Een kleine groep zal er enorm wel bij varen, misschien is het wel de geheime groep die achter de schuilnaam Satoshi Nakamoto zit, en dan zijn we weer een financieel schandaal verder, en wordt de kloof tussen arm en rijk ook weer wat groter.
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.