JavaScript is required for this website to work.
post

Wouter Torfs en het consumptiepatriottisme

Een rare boodschap in tijden van digitalisering, flexibiliteit en 'globaal denken'

ColumnJohan Sanctorum22/12/2017Leestijd 3 minuten
Wouter Torfs

Wouter Torfs

foto © Reporters / Kempenae

De ‘Koop Belgisch’-oproep van Wouter Torfs cum sui spoort niet met de internationalisering van hun ketens. Mag de consument nog zelf kiezen?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Belgische man koopt vier paar schoenen per jaar, leerden we uit een enquête. Ik zit daar ver onder: zowat één paar om de twee jaar, de goedkoopste dan nog. Neen, aan mij zullen Torfs of Brantano (beide overigens behorend tot dezelfde groep) niet rijk worden. Gelukkig zijn er modebewuste mannen die mijn vestimentaire wangedrag compenseren, met bijvoorbeeld acht paar schoenen per jaar. Zuinigheid is slecht voor de economie. Ja, ik schaam me er best wel voor.

Koop Belgisch

Zopas brak Wouter Torfs, CEO van de gelijknamige keten, dan ook een lans om meer Belgisch te kopen. Bij hem uiteraard. Eigenlijk was het Grete Remen, CEO van voedingsbedrijf Damhert en tussendoor nog Vlaams volksvertegenwoordiger voor de N-VA, die de actie ‘koop Belgisch’ lanceerde. Behalve Torfs sprongen ook nog Colruyt, JBC en ZEB op de kar. De timing is uiteraard niet toevallig: de jaarlijkse koopwoede rond Kerstmis en Nieuwjaar moet zich wat minder richten op de grote internetwinkels (Zalando, Bol.com en konsoorten) en wat meer op de economie van eigen bodem, zo luidt het motto. Noteer dat het voor een N-VA-politica ditmaal geen probleem was om het woord ‘Belgisch’ in een positieve context te gebruiken.

Dat van Colruyt begrijp ik wel niet goed, want ik koop mijn kerstkalkoen of diepvrieskroketten niet via het internet, maar soit. Die tirade van Wouter Torfs tegen de internetverkoop klinkt alleszins wat zuur. Hij is er gewoon veel te laat mee begonnen, en Torfs verkoopt zijn schoenen nu zelf via… het Nederlandse Bol.com. Dat kon je ondertussen in alle kranten lezen. Met de statements van zo’n ondernemer die tussendoor voor opiniemaker wil spelen, en toch vooral zijn eigen portefeuille in het oog houdt, is het altijd wat uitkijken geblazen. Want wat is er nu Belgisch aan de schoenen in zijn winkel? Niks. Zowat 90% is buitenlands (vooral Italiaans), en voor een flink deel in lagelonenlanden gemaakt. Merken die je in zijn winkels vindt, zoals Camper, Scapa, Adidas en Nike hebben niet bepaald een goede reputatie op dat vlak.

Globalisering van Vlaanderen

Ook het Vlaamse bedrijfsleven heeft zich aangepast aan de globaliserende economie. Inclusief delocalisaties, het uitbesteden van transport aan Balkanslaven, en het afschuimen van goedkope leveranciers op de internationale markt. Men kan haar dat moeilijk verwijten, business as usual. En dat de partij van Grete Remen toch vooral de ondernemers goed bedient (Bart De Wever: ‘Voka is mijn baas’), en veel minder de kleine man/vrouw die zijn/haar pensioen ziet wegsmelten? Die logica kunnen we ook nog volgen, zij het met enige spijt. Wij moeten vooral flexibel zijn, niet zeuren, globaal leren denken. Maar om ons dan moreel onder druk te zetten en het consumentenpatriottisme te promoten, dat lijkt er toch wat over. Mensen die elke eurocent twee keer moeten omdraaien kijken gewoon niet naar het label van herkomst. Dat is een luxe-attitude van groene tweeverdieners die MO-artikels over duurzaamheid lezen.

Natuurlijk is werken in de nachtmagazijnen van Zalando of Amazon geen leuke en goed betaalde job. En bij de prijzenbreker Colruyt naar het schijnt ook niet. Denk aan het Vlaamse gezegde ‘Ik ga nog liever de rekken vullen in de Colruyt’, indien het echt een doembeeld betreft. De kapitalistische economie streeft naar rendement en winst, met het gedreven belastingen ontwijken als substantieel deel daarvan, tot in Panama. Andermaal: het water loopt altijd naar beneden. Maar wat kan ons dan nog zo’n actie bommen die met ‘Koop Belgisch’ aan 20ste eeuws protectionisme doet?

De realiteit is gewoon dat Wouter Torfs en zijn medestrijders hun jaaromzet nog een extra boost wilden geven, en in die context is het allemaal vergeven. Voor de rest is het nagelbijtend afwachten tot de Warmste Week voorbij is, de kerstbomen op de stoep liggen, de familiebezoekjes voorbij en het vreselijke kadootjesgedoe is overgewaaid. De overconsumptie die onze economie zogezegd moet draaiende houden, met een Van Den Borre die binnen de twee uur levert (!); ik zou liever daarover eens een zelfverklaarde ‘opiniemaker’ aan het woord horen.

Soit, Belgische man, bent u al aan uw vierde paar schoenen van 2017 toe? Dan weet u wat u te doen staat, statistieken liegen nooit.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties